De Amerikaanse verkiezingen: ‘Ons systeem is gewoon niet eerlijk’

Het Amerikaanse kiesstelsel vertegenwoordigt niet de wil van de individuele burger, zeggen Harvard-professoren Steven Levitsky en Daniel Ziblatt. En daar profiteren de Republikeinen rond Donald Trump van.

Zes jaar geleden beschreven de twee Harvard-politologen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt hoe de uitholling van de democratie in Europa en Latijns-Amerika ook hun eigen land zou kunnen treffen. Hun boek How Democracies Die werd een internationale bestseller, en sommige van hun voorspellingen werden sneller bewaarheid dan zelfs zij hadden verwacht. Drie dagen na de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 noemde The Economist hun werk het belangrijkste boek van het Trump-tijdperk’.

Levitsky (56) doceert politieke wetenschappen aan Harvard University. Ziblatt (52) is hoogleraar bestuurskunde aan dezelfde universiteit. Een half jaar voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2024 hebben ze een tweede boek klaar, Tyranny of the Minority. De centrale gedachte is niet bepaald opbeurend: de Amerikaanse democratie staat aan de rand van de afgrond.

Jullie zien een gelijkenis tussen de Amerikaanse Republikeinen van vandaag en de Pruisische landeigenaren in het Duitse Rijk van de 19e eeuw. Wat hebben die twee groepen met elkaar gemeen?

Daniel Ziblatt: In tijden van snelle sociale veranderingen zijn er altijd groepen die zichzelf als de verliezers van deze verandering zien. Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw voelde de elite van landeigenaren zich bedreigd door de industrialisatie en het begin van de democratisering. Politiek gezien vormden ze een minderheid.

Tegenwoordig leven we in de VS in een systeem waarin alle volwassenen stemrecht hebben en in een samenleving waarvan de demografie snel verandert. Die verandering bedreigt soms de traditionele, blanke, christelijke kiezers voor wie die identiteit erg belangrijk is – vooral in landelijke gebieden. Ze vertegenwoordigen niet langer de meerderheid van de bevolking. En dus krijg je angst en een antidemocratische reflex, net zoals op het eind van de 19e eeuw. De oplossing is volgens ons méér democratie.

De burgers van kleine staten zijn dus drastisch oververtegenwoordigd in vergelijking met die van grote staten.

Daniel Ziblatt, Harvard-professor

Het boek heeft De tirannie van de minderheid. Over welke tirannie en welke minderheid hebben we het dan?

Steven Levitsky: De titel is een provocerende verwijzing naar een vraagstuk dat de stichters van de VS al bezighield: het debat over de juiste balans tussen de heerschappij van de meerderheid en de bescherming van de minderheid. De stichters werden gedreven door de zorg dat hun grondwet zou kunnen leiden tot een ‘tirannie van de meerderheid’. Dat resulteerde in een kieswet die sterk ‘tegen-majoritair’ is, veel meer dan in welke andere gevestigde democratie ook, en die vooral kiezers in dunbevolkte gebieden bevoordeelt.

Dat is altijd al zo geweest en is in de loop van de verstedelijking alleen maar erger geworden. Maar pas nu, in de 21e eeuw, heeft het contrast tussen stedelijke en landelijke gebieden een directe invloed op de relatie tussen de Democraten en de Republikeinen. Pas nu vertegenwoordigt één partij duidelijk die dunbevolkte gebieden. En dus ervaren we nu de gevolgen van een kiesstelsel dat zou kunnen leiden tot een minderheidsregering.

De Republikeinse Partij dus.

Levitsky: In ieder geval een partij die etnonationalistische krachten in de VS vertegenwoordigt, mensen die diep geworteld zijn in hun blanke en christelijke identiteit en het gevoel hebben dat hun samenleving in verval is. Het gaat om een minderheid van kiezers, maar ze wordt bevoordeeld in ons kiesstelsel.

Donald Trump ontvouwt programma: massadeportaties, ontslagen voor ambtenaren, president krijgt meer macht

In 1976 noemde 80 procent van de Amerikanen zich blank en christelijk. In 2016 was dat nog 43 procent. Gedurende meer dan 200 jaar was elke Amerikaanse president, elke vicepresident, elke meerderheidsleider in het Congres, elke opperrechter en stafchef van de VS een blanke man. Tot halverwege de jaren tachtig kwam elke gouverneur, zelfs elke Miss Amerika, uit dat kamp. Zit er enige waarheid in de angst van die mensen voor ‘verval’?

Levitsky: Dat is hoe ze zich voelen, en wie ben ik om dat te ontkennen? Maar je kunt het ook op een andere manier bekijken. Er zijn mensen die zich nog steeds identificeren als blank en christelijk en die perfect gelukkig zijn om in het Amerika van 2024 te leven. Het is alleen een probleem voor mensen voor wie hun blanke en christelijke identiteit bijzonder belangrijk is. We hebben in dit land al heel lang duidelijk gedefinieerde sociale en etnische hiërarchieën. Die hiërarchieën worden niet afgeschaft, maar ze worden op een ongeziene manier uitgedaagd.

Bijvoorbeeld door het snel toenemende aantal gemengde huwelijken en relaties, door immigratie, door de toenemende aanwezigheid van niet-blanken in het straatbeeld, en de afnemende tolerantie voor racistisch gedrag.

Levitsky: Psychologische studies tonen aan: wanneer sociale hiërarchieën platter worden, voelen degenen die voorheen aan de top stonden zich verliezers. Het is niet zo dat ze onderdrukt worden, maar ze verliezen hun dominante status. Dat kan als een verlies worden ervaren, en die perceptie kan leiden tot radicalisering.

‘Eén partij vertegenwoordigt duidelijk die dunbevolkte gebieden.’ © AFP via Getty Images

Volgens jullie is de Amerikaanse grondwet niet meer in overeenstemming met de demografische en sociale normen van onze tijd. Sterker nog, de grondwet bevoordeelt het ene politieke kamp boven het andere. Waarom wordt ze dan niet gemoderniseerd?

Ziblatt: We beschouwen onze grondwet als een belangrijk document dat het waard is om verdedigd te worden. Maar het is de oudste geschreven grondwet ter wereld, en ze dateert uit een predemocratisch tijdperk. Ze is al 27 keer bijgestuurd en democratischer gemaakt, maar toch is ze minder gemoderniseerd dan andere grondwetten. Het is waarschijnlijk zelfs de moeilijkst te wijzigen grondwet van allemaal.

Waarom?

Ziblatt: De eerste reden is dat er een tweederdemeerderheid nodig is, zowel in het Huis van Afgevaardigden als in de Senaat, én een driekwartmeerderheid van alle staten om de Grondwet te veranderen. Er zijn honderden pogingen geweest om de grondwet te wijzigen, maar de meeste zijn geblokkeerd. Het probleem zit ‘m dus in de grondwet zelf.

En de tweede reden?

Ziblatt: Een gebrek aan politieke verbeeldingskracht. Sinds de jaren 1970 zijn de meeste Amerikanen zowat gestopt met nadenken over hoe we de grondwet democratischer kunnen maken. In die zin is ons boek een wake-upcall: het is misschien vervelend en het vereist veel politieke creativiteit om de grondwet te veranderen, maar de eerste stap is beseffen dat wel degelijk mogelijk is om het te doen.

De voornaamste bekommernissen in de Amerikaanse verkiezingen

Centraal in jullie kritiek staat het ‘electoral college’, het kiescollege van 538 mensen dat om de vier jaar de president kiest. Waarom is dat orgaan zo problematisch?

Levitsky: Ten eerste omdat een indirecte verkiezing – dat wil zeggen: er staat iemand tussen de kiezer en de verkozene – fundamenteel minder democratisch is dan in landen waar het niet bestaat. Ten tweede omdat het hele proces met een kiescollege ingewikkeld en omslachtig is, en veel mogelijkheden biedt om een verkiezing te manipuleren, te verwateren of zelfs ongedaan te maken. Maar het concreetste en belangrijkste punt is dat het kiescollege de voorwaarden schept voor een zeer tragische uitkomst: dat de verliezer van de verkiezingen president wordt. We weten al twee eeuwen dat het mogelijk is. In de 21e eeuw is het twee keer werkelijkheid geworden…

De verkiezing van George W. Bush in 2000 en die van Donald Trump in 2016.

Levitsky: En het kan bij vrijwel elke verkiezing opnieuw gebeuren. Het is nu een routineonderdeel van ons tweepartijenstelsel dat de verliezer kan winnen. En dat is zeer ondemocratisch.

Uw tweede punt van kritiek is de Senaat, waarin alle Amerikaanse staten, ongeacht hun grootte en bevolking, worden vertegenwoordigd door twee senatoren.

Ziblatt: De Senaat is nog problematischer en asymmetrischer dan het kiescollege. Veel federale staten hebben een tweede kamer van het parlement. Duitsland heeft bijvoorbeeld de Bundesrat, waarin de federale staten vertegenwoordigd zijn met drie tot zes stemmen, afhankelijk van de grootte van hun bevolking. Maar toen de VS werden opgericht, stonden de kleine staten erop om dezelfde vertegenwoordiging in de Senaat te hebben als de grote. Zelfs toen was het verschil tussen het kleine Delaware en het grote Virginia aanzienlijk, maar de stichters hadden geen idee hoeveel groter die ongelijkheid zou worden.

Vandaag heeft Californië iets minder dan 40 miljoen inwoners, Wyoming iets meer dan een half miljoen. Toch hebben ze allebei twee senatoren. De burgers van kleine staten zijn dus drastisch oververtegenwoordigd in vergelijking met die van grote staten, en dat heeft een grote invloed op ons systeem. Ons politieke systeem weerspiegelt niet de wil van de individuele burgers.

Het hele proces met een kiescollege biedt veel mogelijkheden om een verkiezing te manipuleren of zelfs ongedaan te maken.

Steven Levitsky, Harvard-professor

Uw derde punt van kritiek is het Hooggerechtshof, waarvan de rechters moeten worden voorgedragen door de president en bekrachtigd door de Senaat. Zes van de huidige negen rechters zijn conservatieven, drie van hen zijn benoemd onder Trump. Is het mogelijk dat het Hooggerechtshof de verkiezingen in november in het voordeel van Trump zal beïnvloeden?

Levitsky: Ik durf niet te zeggen of dit hof al gepolitiseerd is in het voordeel van Trump, maar het is een zeer conservatieve, zelfs ultraconservatieve rechtbank. Juist vanwege de antimeerderheidsbias van ons systeem waar we het over hadden.

Kort uitgelegd: in 2016 won Donald Trump het presidentschap, ook al werd hij verslagen qua aantal stemmen. En de Republikeinse Partij kreeg de controle over de Senaat, al was ook zij in absolute aantallen in de minderheid. Het waren precies die president en die Senaat die vervolgens drie rechters benoemden voor het Hooggerechtshof, waardoor de conservatieve meerderheid ontstond die we daar vandaag de dag hebben. Als er in de VS een systeem zou bestaan waarbij de partij met de meeste stemmen wint, dan zouden we nu waarschijnlijk geen conservatieve meerderheid hebben in het Hooggerechtshof, maar een liberale meerderheid van zes tegen drie.

Is het Hooggerechtshof daardoor niet partijdig en bevooroordeeld?

Levitsky: Ik weet het niet. Eerlijk gezegd geloof ik niet eens dat het Hooggerechtshof al corrupt is ten gunste van Trump. De samenstelling ervan is scheef, het is oneerlijk gekozen, maar ik denk niet dat Trump het al in zijn zak heeft zitten.

U bekritiseert het kiesstelsel omdat het in het voordeel van de Republikeinse Partij zou zijn. Maar dit systeem heeft ook de verkiezing van Barack Obama mogelijk gemaakt, en vier jaar geleden de verkiezing van Kamala Harris – de eerste zwarte president en vicepresident. Waarom bekritiseerde u het systeem toen niet, maar doet u het pas nu een herverkiezing van Donald Trump mogelijk lijkt?

Ziblatt: In de afgelopen 30 jaar hebben de Republikeinen slechts één keer met een absolute meerderheid van de stemmen gewonnen bij presidentsverkiezingen. En toch hebben ze bijna de helft van die tijd geregeerd. Het systeem is dus duidelijk oneerlijk.

Dat wil niet zeggen dat Democraten geen verkiezingen meer kunnen winnen. Maar het systeem benadeelt ze, ze moeten met een grotere marge winnen. Joe Biden moest in 2020 minstens 52 procent van de stemmen winnen om president te worden. Donald Trump had maar 47 procent nodig. Als het speelveld een hellend vlak is, kan het team dat bergop speelt wel winnen, maar dan moet het veel harder werken. En aangezien democratie verondersteld wordt over politieke gelijkheid te gaan, is dit systeem gewoon niet democratisch eerlijk.

Tyranny of the Minority kan gezien worden als een waarschuwing voor Europeanen. Wat kunnen wij leren van de Amerikaanse ervaring?

Ziblatt: Heel veel. Alle westerse samenlevingen worden diverser, door immigratie of demografische veranderingen. Die verandering moet worden verwelkomd, omdat ze onze samenlevingen rijker en potentieel sterker maakt. Maar die verandering creëert ook een terugslag. Zowel in Europa als in de VS neigt ongeveer 30 procent van de kiezers naar partijen waarvan de demagogische leiders die tegenreactie gebruiken om aan de macht te komen. Het is nu bijna een constante, of we het nu hebben over kiezers die de AfD aantrekkelijk vinden in Duitsland of kiezers die geloven in Trump in de VS.

Dan komen er twee vragen naar boven. Eén: hoe houden we die demagogen van de macht? En twee: hoe pakken we de zorgen van hun kiezers aan? Want 30 procent, dat is een aanzienlijk percentage. Dus hoe reageren we op de woede die die kiezers drijft?

Daar moeten onze regeringen samen over nadenken, want de krachten waarmee we hier te maken hebben, zijn rechtstreeks met elkaar verbonden. De Republikeinse Partij onder Trump ziet de Hongaarse Fidesz-partij onder Viktor Orbán steeds meer als een rolmodel. En omgekeerd is Trump een rolmodel geworden voor Europese rechtse populisten. We staan dus voor dezelfde uitdagingen.

Melania en Barron Trump. De zoon van ex-president Donald Trump zou kiesman voor Florida worden, maar dat plan werd afgeblazen. © Getty Images

‘Een multi-etnische democratie is moeilijk te realiseren’, schrijven jullie. ‘Slechts enkele samenlevingen zijn erin geslaagd.’ Welk land werd diverser maar bleef democratisch overeind?

Levitsky: Het hangt er een beetje van af hoe je de twee termen definieert. Als het gaat om landen waar een blanke meerderheid nog altijd dominant is, zijn Canada en Nieuw-Zeeland het vermelden waard. Zij zijn erin geslaagd om diverser te worden en tegelijkertijd de democratische rechten van minderheden te beschermen. Maar ik denk niet dat er een land is waar een dominante etnische groep haar meerderheidsstatus heeft verloren en de democratie het heeft overleefd. De omwenteling van de omvang die we in de Verenigde Staten meemaken is ongekend. Ik ben nog altijd optimistisch dat we dit te boven komen, maar de VS zijn ongetwijfeld een frontlijnstaat in deze kwestie.

Er wordt momenteel gespeculeerd over de vraag of meer latino’s en Afro-Amerikanen dan verwacht op Trump zullen stemmen. Zou het uw concept van meerderheid en minderheid niet verstoren als etnische minderheden meer zouden stemmen voor de partij van een slinkende blanke meerderheid?

Ziblatt: Op dit moment is het nog niet duidelijk hoe sterk die trend is, we kennen alleen de peilingen. Er zou beweging in kunnen zitten, en dat zou zeker niet goed zijn voor de Democratische Partij. Maar het zou positief kunnen zijn voor de Amerikaanse democratie. Ons probleem is dat de twee grote partijen diep verdeeld zijn over thema’s als rassenpolitiek, cultuur en levensstijl. Als die polarisatie afneemt, is dat uiteindelijk een goed teken. In een diverse samenleving zouden beide partijen in staat moeten zijn om een meerderheid aan te spreken die verder gaat dan hun kerndistricten. Dus als we op een dag een multi-etnische conservatieve partij en een multi-etnische liberale partij hebben, dan kunnen ze het over alles oneens zijn. Maar beide partijen zouden het vooruitzicht hebben om in de toekomst verkiezingen te kunnen winnen. En twee partijen die erop vertrouwen dat ze verkiezingen kunnen winnen ondanks alle demografische veranderingen: dat maakt de democratie zeker stabieler.

Een paar jaar geleden tweette de Amerikaanse politoloog Ian Bremmer: ‘Misschien hebben de VS te veel democratie geëxporteerd en vergaten ze een beetje voor zichzelf te bewaren.’ Had hij een punt?

Ziblatt: Er is geen afweging tussen meer democratie in het buitenland en in Amerika. Bremmer heeft gelijk dat ons land democratischer zou kunnen zijn. Dat is precies waar we voor pleiten. Maar ik geloof dat democratieën in binnen- en buitenland zeer nauw met elkaar verbonden zijn. Als Amerika in november een alleenheerser als president kiest, zal dat de democratie over de hele wereld beïnvloeden. En omgekeerd zal het de democratie over de hele wereld versterken als Amerika een president kiest die zich houdt aan de fundamentele waarden van democratie zoals gelijkheid en vrijheid – en die zich inzet voor het respecteren van verkiezingsuitslagen en geen geweld gebruikt om politieke doelen te bereiken.

Joe Biden vs. Donald Trump: hoe oud is te oud voor een Amerikaanse president?

Steven Levitsky

Geboren in 1968.

1999: Doctor in de politieke wetenschappen (Berkeley).

2008: Professor Science of Government aan Harvard University.

2018: Publiceert How Democracies Die met confrater Daniel Ziblatt.

2024: Publiceert Tyranny of the Minority met Ziblatt.

Daniel Ziblatt

Geboren in 1972.

2018: Professor Science of Government aan Harvard University.

2018: Publiceert How Democracies Die met confrater Daniel Ziblatt.

2024: Publiceert Tyranny of the Minority met Ziblatt.

Partner Content