Feng Wang
‘Dat het Chinees bevolkingsaantal aan het krimpen is, zal zowel een tastbare als symbolische impact hebben’
Dat de Chinese bevolking voor het eerst in decennia krimpt, is niet alleen symbolisch belangrijk, schrijft Feng Wang, hoogleraar Sociologie aan de Universiteit van California, Irvine. De trend kan belangrijke economische, sociale en politieke gevolgen hebben.
Doorheen een groot deel van de geschiedenis kon China prat gaan op de grootste bevolking ter wereld. Tot voor kort was dat zelfs met een ruime marge.
Dat de Chinese bevolking nu aan het krimpen is, en later dit jaar zelfs ingehaald zal worden door India, is dus groot nieuws, ook al stond het al een tijdje in de sterren geschreven.
Als onderzoeker naar de Chinese demografie weet ik dat de cijfers die de Chinese regering deze week vrijgaf, en waaruit blijkt dat er voor het eerst in zes decennia meer sterftes dan geboortes waren, niet zomaar een nieuwtje zijn, maar een belangrijke ontwikkeling.
Seismische proporties
Want het vorige “krimpjaar” 1961 was een anomalie, als gevolg van het economische debacle van de Grote Sprong Voorwaarts, toen naar schatting 30 miljoen mensen van de honger stierven. Maar de cijfers voor 2022 zijn helemaal wat anders en vormen een echt kantelpunt.
Het is het begin van wat waarschijnlijk een trend op lange termijn zal zijn. Tegen het einde van deze eeuw zal de Chinese bevolking volgens de verwachtingen van de VN krimpen met 45 procent. En die schatting gaat dan nog uit van een stabiel Chinees vruchtbaarheidscijfer van 1,3 kinderen per koppel, wat niet noodzakelijk zo zal blijven.
De dalende cijfers jagen een trend aan die demografen al een tijdje zorgen baart: die van een snel vergrijzende maatschappij. Tegen 2040 zal ongeveer een kwart van de Chinese bevolking ouder zijn dan 65.
Kortom: dit is een verschuiving van seismische proporties. Het zal zowel een tastbare als symbolische impact hebben op China, op drie terreinen.
Economisch
In de afgelopen veertig jaar heeft China een historische transformatie doorgemaakt, van een plattelandseconomie naar een bloeiende productie- en dienstenindustrie. Dat ging gepaard met een verhoging van de levenskwaliteit en inkomen.
Maar de Chinese overheid beseft al langer dat het land niet alleen kan steunen op het arbeidsintensieve groeimodel van het verleden. Technologische innovatie en concurrentie uit landen met goedkopere werkkrachten, zoals Vietnam en India, hebben dat oude model uitgehold.
(Lees verder onder het artikel.)
Dit historische kantelpunt in de demografische ontwikkeling van China is een nieuw alarmsignaal dat het land sneller moet evolueren van een productiemodel naar een postindustriële economie.
Wat dat betekent voor China en de wereld? De vergrijzende en krimpende bevolking zal Peking zeker voor uitdagingen op korte en lange termijn stellen. Het betekent in het kort dat er aan de ene kant minder arbeidskrachten zullen zijn om de economie te voeden en economische groei aan te jagen, en aan de andere kant een groeiende groep ouderen die mogelijk dure steun nodig zal hebben.
Het is misschien geen toeval dat 2022 niet alleen een demografisch kantelpunt was, maar het land ook de ergste economische prestatie neerzette sinds 1976.
Samenleving
De vergrijzing van de Chinese bevolking is meer dan een economisch thema – het zal ook de Chinese maatschappij ingrijpend veranderen. Veel van de ouderen hebben maar één nakomeling als gevolg van de eenkindpolitiek die meer dan drie decennia aangehouden werd en pas in 2016 werd versoepeld.
Een groeiend aantal mensen zal op oudere leeftijd maar door één kind onderhouden kunnen worden en zal financiële, emotionele en sociale steun nodig hebben.
Dat zal ook de druk op hun kinderen doen toenemen, die de zorg voor hun ouders zullen moeten combineren met de inspanningen voor hun carrière en de zorg voor hun eigen kinderen.
(Lees verder onder het artikel.)
Het is de verantwoordelijkheid van de Chinese overheid om te voorzien in voldoende gezondheidszorg en pensioenen. Maar in tegenstelling tot de Westerse democratieën, die decennia hadden om een vangnet op te bouwen, heeft Peking het moeilijk om de snelheid van de demografische en economische veranderingen bij te benen.
Toen de Chinese economie als kool begon te groeien begin de jaren 2000, investeerde de Chinese overheid volop in onderwijs en gezondheidszorg, en breidde ze de pensioendekking uit. Maar de demografische verschuivingen gaan zo snel dat de politiek altijd een stapje achter komt. Zelfs na de grootschalige uitbreiding blijft het gezondheidssysteem erg inefficiënt, ongelijk verdeeld en onvoldoende om aan de grote en groeiende noden te voldoen. Ook het sociale pensioensysteem is erg gesegmenteerd en onevenredig verdeeld.
Politiek
Hoe de Chinese overheid reageert op de uitdagingen van die dramatische demografische veranderingen, zal cruciaal zijn. Als ze er niet in slaagt aan de verwachtingen van de bevolking te voldoen, kan dat uitmonden in een crisis voor de Chinese Communistische Partij, van wie het lot nauw verbonden is met economische groei. Elke economische krimp zou ernstige gevolgen kunnen hebben voor de partij. Ze zal ook afgerekend worden op de mate waarin de staat het systeem van sociale steun kan fiksen.
Er zijn nu al sterke argumenten om te stellen dat de Chinese overheid te traag heeft gereageerd. Vooral de eenkindpolitiek, die een belangrijke rol heeft gespeeld in het afremmen – en nu omkeren – van de bevolkingsgroei was meer dan drie decennia lang het overheidsbeleid. Al sinds de jaren 1990 was bekend dat het Chinese vruchtbaarheidscijfer te laag lag om het huidige bevolkingsaantal te behouden. Maar het was pas in 2016 dat Peking ingreep, het beleid versoepelde en koppels toeliet een tweede, en in 2021 ook een derde kind te maken.
Die beslissingen om de bevolkingsgroei aan te zwengelen – of op zijn minst de krimp te vertragen – kwamen te laat om te vermijden dat China zijn kroon zou verliezen als land met de grootste bevolking op aarde. Het verlies van prestige is één zaak, maar de politieke impact van eventuele economische tegenspoed door die krimp is een heel andere.
Deze opinie is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier