Dagboek uit een FARC-kamp: ‘De bevolking snakt naar de dag waarop ze niet meer moeten vrezen voor hun leven’
Ernesto Rodriguez Amari trok in de laatste dagen van de vredesonderhandelingen tussen de FARC en de Colombiaanse overheid naar Colombia en raakte tot in een FARC-kamp in de jungle. Dit is het eerste deel van zijn dagboek.
17 september 2016. De zon komt op boven de savanne van de Llanos del Yari, in het bergmassief Sierra de la Macarena. 300 Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia heffen het volkslied van de FARC: ‘Voor de rechtvaardigheid en de waarheid… Ons lied dat werd geboren in onze guerrilla voor de strijd en de toekomst. We zijn een volk dat via vrijheid de weg naar vrede wil bouwen’.
De 55-jarige hoofdcommandant Rodrigo Londoño, alias Timochenco, opent de 10de conferentie van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia met de volgende woorden: ‘FARC-leden, wij waren altijd al een politieke en militaire beweging, maar vandaag roepen wij jullie op om de wapens neer te leggen en samen met ons de FARC om te bouwen tot een politieke beweging’.
Na een paar dagen verbleven te hebben in een FARC-kamp in Las Damas ben ik samen met de strijders van dit kamp naar deze conferentie gekomen. Alle strijders wijzen me op de uniciteit van elke nationale conferentie: dit is amper de 10 conferentie in het 52-jarig bestaan van de FARC. Het is pas vanaf de zevende conferentie in 1982 dat de FARC besloot om via militaire strijd de macht te grijpen. Meer dan 30 jaar later kiezen ze terug voor de focus op het politieke luik.
Het valt me op dat Timochenco de democratische principes van de partij zeer sterk in de verf wil zetten. Hij benadrukt uitgebreid dat elke strijder het recht heeft om zijn mening te zeggen op deze conferentie. Dit staat in schril contrast met wat ik de vorige dagen in het kamp zag. Elke strijder wikte enorm zijn woorden. De motieven in de verschillende verhalen waren opvallend gelijkaardig. Slechts enkelingen vertelden openhartig hun verhaal. Ik vermoed dat de hiërarchie hier sterk is en dat leden met afwijkende meningen zwaar bestraft worden.
‘Timochenco vertelt wijselijk maar de helft van het verhaal’
‘Met een zuiver geweten kunnen we tegenover de internationale pers die hier aanwezig is, zeggen dat de FARC steeds respect heeft gehad voor de Colombiaanse bevolking’, oreert Timochenko. ‘Deze bevolking heeft ons de voorbije decennia steeds geholpen. Er zijn miljoenen voorbeelden waarbij boerenfamilies de veiligheid van hun eigen leven en van hun gezin op het spel hebben gezet om ons te steunen – ondanks bedreigingen door het leger of door paramilitairen’.
De strijders knikken instemmend bij deze woorden. Timochenco vertelt wijselijk maar de helft van het verhaal. Er wordt met geen woord gerept over het feit dat de boeren hen ondersteunden uit angst voor repercussies van de FARC zelf. Doordat de strijders dag na dag te horen krijgen dat de boeren hen ondersteunen, zijn ze hier allemaal van overtuigd. Dat hun ouders – meestal ook arme boeren – het vreselijk vonden dat hun kinderen zich ooit bij de FARC zouden aansluiten, bannen ze meestal uit hun geheugen.
‘Onze tegenstanders hebben wel onze politieke rechten moeten erkennen en de meest brede garanties voor de FARC-strijders moeten aanvaarden’. Met deze woorden wil Timochenco de strijders ervan overtuigen dat de onderhandelaars van de FARC er alles aan hebben gedaan om de garanties voor de strijders zo goed mogelijk te bewaken. Om het vredesakkoord na de negatieve uitslag van het referendum te doen slagen, zullen ze echter een aantal van deze garanties moeten inperken.
In zijn speech benadrukt Timochenco enerzijds de democratische principes van de beweging en anderzijds het feit dat vele miljoenen boeren hen steunen. Het is vreemd dat de onderhandelaars er dan zo hard op staan dat de FARC de eerste jaren sowieso – dus ongeacht het aantal stemmen – een aantal zetels binnen het lagerhuis en de senaat zullen krijgen. Als de woorden van Timochenco waar zijn, hebben ze niets te vrezen voor hun toekomstige politieke verkozenen.
‘Wie is gelijk, en wie is gelijker?’
Timochenco eindigt zijn speech met de volgende woorden: ‘Onze ethische en historische verantwoordelijkheid is nog nooit zo groot geweest. Het lot van de toekomstige generatie Colombianen ligt nu in jullie handen’.
Deze laatste zin is zeker waar, maar nu we het resultaat van het referendum kennen, weten we dat de Colombiaanse bevolking nog meer inspanningen van de FARC verwacht. De bevolking snakt naar de dag waarop ze niet meer moeten vrezen voor hun leven.
Timochenco nam na deze speech het vliegtuig naar Havana, op 1 oktober: de vooravond van het referendum. En dat in het gezelschap van Ivan Marquez en een aantal andere hooggeplaatste leiders van de FARC. De dag na de nederlaag kondigt Timochenco aan dat de FARC het akkoord nog steeds respecteert. Hij zegt dit met een cohiba in de hand, de sigaar die ook Che Guevara indertijd rookte. De luxe en het comfort dat de hoogste leiders zich permitteren staan ver af van het dagelijkse leven van de FARC-strijders in de kampen in de jungle. Elke FARC-strijder die ik sprak benadrukte dat ze de wapens opnamen tegen de elite van Colombia, in de strijd voor een rechtvaardige maatschappij. Binnen de FARC, zo zei men, is iedereen gelijk.
De beelden van Timochenco in Havana doen echter afvragen: wie is gelijk, en wie is gelijker?
Dagboek uit een FARC-kamp
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier