Montasser AlDe'emeh
Dagboek bij de Belgische Syriëstrijders: ‘Zelfs een hond zou weglopen uit Antwerpen’
‘Discriminatie op de arbeidsmarkt, racisme bij de politie in Antwerpen. En ons geloof wordt er constant beledigd. Zelfs een hond zou weglopen uit Antwerpen.’ Lees de derde aflevering van het dagboek van Montasser AlDe’emeh bij de Belgische Syriëstrijders. ‘Hier worden we niet meer onderdrukt.’
Jihad-expert Montasser AlDe’emeh (KUL & UA) trok in de voetsporen van de Belgische Syriëstrijders naar het front. Hij spreekt er met jonge jihadi’s en hun leiders. Exclusief voor Knack.be houdt hij hierover een dagboek bij.
Na het aanbreken van de dag rijd ik samen met een Belgische strijder naar een miliaire basis van het an-Nusra Front. Gevechtsvliegtuigen viseren alles wat beweegt. De kans dat we door raketten worden geraakt is groot. We rijden zo snel we kunnen uit de westelijke wijken van de stad Aleppo.
De Belgische strijder in de wagen vertelt ondertussen het verhaal van zijn neefje. ‘Mijn neef zat in de basisschool in Antwerpen. Het was Pasen en de juf had de aanwezige leerlingen in twee groepen verdeeld. Een groep moslims, en een andere groep niet-moslims. De niet-moslims kregen paaseieren, maar de moslims niets.’
Ik doe de ramen van de wagen open. Het gehuil van de straaljagers maakt geen indruk op de strijder. Hij vertelt verder. ‘Ook op de arbeidsmarkt is er discriminatie. Ooit ging ik samen met mijn vrienden vakantiewerk zoeken via een interimbureau. Mijn autochtone vrienden kregen een functie toegewezen maar wij als moslims niet. Dat er racisme is in discotheken vind ik wel fijn. Sommige buitenwippers weigeren moslims binnen te laten. Een goede zaak! Moslims hebben daar niets te zoeken.’
AK47 op de schoot
We rijden verder naar de militaire basis, met de ramen open en het geruis van de gevechtsvliegtuigen in de lucht. Voor de deur van de militaire basis zit een blonde jongeman de Heilige Koran te lezen. Naast hem ligt een islamitisch boek en op zijn schoot een AK47.
‘Van waar ben je?’ vraag ik hem. ‘Ik kom uit Finland’, antwoordt de man. ‘Mis je Finland niet?’ vraag ik. ‘Neen, ik mis alleen de koffie, de melk en het landschap’, antwoordt hij. ‘En je ouders?’ vraag ik hem. ‘Neen, mijn ouders zijn ongelovigen’, aldus de Fin. ‘Vragen ze je niet om terug te keren?’ vraag ik door. ‘Neen, ze hebben de hoop opgegeven’, reageert hij droog. Later kom ik te weten dat deze man zich in Finland tot de islam bekeerde. Hij kwam in contact met een Nederlandse jihadist die hem via internet aanspoorde om strijder te worden. Op dit moment vechten ze samen in Aleppo.
Een Belgische strijder die het heeft geschopt tot plaatselijke commandant komt de basis binnen. Ik zet me neer en op een bepaald moment komen er drie kinderen rond mij staan. De strijder sluit de deur hard achter zich toe. Een van de kinderen verstopt zich achter de auto uit angst. Dacht hij dat er een bom ontploft was? ‘Die jongen moet iets meegemaakt hebben’, dacht ik in mezelf.
‘Houden jullie van de buitenlandse strijders?’ vraag ik een van de kinderen. ‘Ja, ze strijden voor de zaak van God. Ze zijn onze broeders en Assad is onze vijand. Liever zij dan een alawiet. Alawieten zijn ongelovigen. Ze vergoddelijken Ali, de schoonzoon van de profeet en bespotten de andere metgezellen.
‘We houden van Osama bin Laden’
‘Ik ben gewond aan mijn been’, zegt Ayman, een van de kinderen met tranen in de ogen (zie foto). ‘Assad en zijn leger hadden een container vol met TNT op een woonwijk gedropt. Ik heb veel pijn. Zelfs na een jaar. De ijzeren staaf wordt na het offerfeest verwijderd’, zegt hij. ‘Wat is je boodschap aan de internationale gemeenschap?’ vraag ik hem. ‘Moge God het Westen vervloeken. Waarom staan ze aan de kant van Assad? Waarom staan ze toe dat Assad ons blijft bombarderen?’ ‘Wat moeten ze dan doen?’ vraag ik hem. ‘Ons het hoofd van Assad bezorgen. Ik haat hem. Hij heeft mijn geliefden gedood.’ ‘Wat is jullie droom dan?’ vraag ik de zichtbaar gefrustreerde jongen. ‘De bevrijding van Syrië en het martelaarschap’, zegt hij vol overtuiging. ‘Hebben jullie dan geen andere dromen?’ vraag ik hem. ‘Als Allah tevreden is over ons dan zal alles wel goed komen’, antwoordt hij vastberaden. ‘Gaan jullie naar school?’ vraag ik hem. ‘Ja, we volgen les bij een strijder van het an-Nusra Front. We hebben een deel van de Koran uit ons hoofd geleerd. We houden van Osama bin Laden. Hij kwam tenminste op voor ons.’
Naar school met an-Nusra Front
Tijdens mijn onderzoek kwam ik tot de vaststelling dat het an-Nusra Front scholen opricht in de veroverde gebieden. Er wordt hen aangeleerd dat de eer van de Umma (wereldwijde islamitische gemeenschap) door de gewapende jihad hersteld wordt. Jongens als Ayman worden opgeleid voor de toekomst. De ultieme droom van jihadisten van het an-Nusra Front is om de al-Aqsa moskee in Jeruzalem te bevrijden. ‘Het lijden van de Palestijnen zal enkel door middel van de gewapende jihad gestopt worden’, aldus een Nederlandse jihadist.
Een Antwerpse strijder komt erbij zitten. Ik stel hem een paar vragen. ‘Hoe bevalt het hier?’ vraag ik hem. ‘We worden niet meer onderdrukt’, antwoordt hij. ‘Werden jullie dan onderdrukt in Belgie?’ vraag ik. ‘Ben je serieus? Het hoofddoekenverbod, het verbod op het dragen van een niqab op straat, discriminatie op de arbeidsmarkt, racisme bij de politie in Antwerpen. En ons geloof wordt er constant beledigd. Zelfs een hond zou weglopen uit Antwerpen’, antwoordt de Antwerpenaar. Hoe reageerden je ouders op je vertrek?’ vraag ik. ‘Mijn moeder begrijpt mij, maar mijn vader niet. Mijn vader zit constant te zeggen dat ik moet terugkeren en dat de gewapende jihad niet verplicht is.’ ‘Had je banden met Sharia4Belgium?’ vraag ik. ‘Neen, ik heb nooit iets met hen te maken gehad. Ik zat altijd in moskee De Koepel (lacht).’
Dagboek: bij de Belgische Syriëstrijders
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier