Yves T'Sjoen
‘Crisis op de campus in Zuid-Afrika: symptoom voor de diepe malaise waarin het land verkeert’
‘Zuid-Afrika beleeft een diepe crisis, op velerlei gebieden, een noodtoestand die grotendeels maar niet uitsluitend met corruptie en geldzucht te maken heeft’, schrijft Yves T’Sjoen. Aan de vooravond van het Belgisch staatsbezoek aan het land vraagt hij aandacht voor het geweld dat nu ook steeds vaker de universiteiten bereikt.
Van 22 tot 27 maart is een Belgisch staatsbezoek gepland aan Zuid-Afrika. Op het programma staat een ontmoeting met bestuurders en professoren van universiteiten in Pretoria, Johannesburg en Kaapstad. Bij die officiële gelegenheid kan de delegatie van Belgische universiteiten in haar ontmoeting met Zuid-Afrikaanse collega’s zijn bezorgdheid uitspreken. Universitaire campussen horen vrijplaatsen te zijn voor onderzoekers, studenten en medewerkers. Ook in Zuid-Afrika, waar Belgische universiteiten tal van bilaterale overeenkomsten hebben met zusterinstellingen.
Momenteel is sprake van een crisis op campus, symptoom van de verregaande maatschappelijke malaise waarin het land verkeert. Niet alleen de periodieke elektriciteitsonderbreking, hier bekend als load shedding, is dagelijks een kwelduivel voor alle inwoners van Zuid-Afrika. Op het hoogste niveau 6 gaat drie keer dag het licht uit voor telkens twee uur. Corruptie, waar ook de nationale energieleverancier Eskom mee te maken krijgt, en massieve misdaad zijn des te meer een dwingeland voor Zuid-Afrika.
Blade Nzimande, Zuid-Afrikaans minister van Hoger Onderwijs, bracht in januari een bezoek aan de campus van de Universiteit van Fort Hare in Dikeni/Alice (Oost-Kaap), op zo een 120 kilometer ten westen van Oost-London aan de Indische Oceaan. De rector, professor Sakhele Buhlungu, ontsnapte ternauwernood aan een moordaanslag voor zijn huis. In de schietpartij nabij de universiteitsgebouwen, op een plek waar bestuurders zijn gehuisvest zoals de rector, liet de persoonlijke lijfwacht van de Vice-Chancellor hierbij het leven. Velen spraken in de media hun afschuw uit over de brutale moord. De bevoegde minister kondigde aan dat een nationaal onderzoek wordt ingesteld, niet alleen om de daders te vervolgen, maar vooral om het klimaat van corruptie en afrekeningen aan universiteiten en andere hoger-onderwijsinstellingen aan te pakken.
Jonathan Jansen, oud-rector van de Universiteit van die Vrystaat (Bloemfontein), publiceerde vorig maand een striemende aanklacht in de krant The Herald. Het opiniestuk begint met een namenlijst van academici die de afgelopen tijd in Zuid-Afrika zijn gedood. Ook aan de rurale universiteit van Limpopo en aan de Universiteit van Zoeloeland, eerder al bij Fort Hare, zijn docenten het slachtoffer van moord en doodslag. Jansen spreekt over de “new killing fields” aan Zuid-Afrikaanse universiteiten.
Vooral afgelegen universitaire campussen worden steeds meer het toneel van afpersing en criminaliteit. Met name professor Buhlungu staat erom bekend dat hij excessen van machtsmisbruik en corruptie stevig aanpakt. Een aanslag op zijn leven is het directe resultaat van zijn ingrepen in bestuur en management. Momenteel heerst een sfeer van bedreiging aan universiteiten in Zuid-Afrika, voorlopig nog niet bij internationaal gerenommeerde universiteiten zoals Pretoria, Johannesburg, Kaapstad en Stellenbosch. Maar dat momenteel de Universiteit van Fort Hare het strijdtoneel is van uitbuiting en aanslagen baart om tal van redenen zorgen.
In arme gemeenschappen, meestal gevestigd op het platteland, zijn universiteiten zowat nog de enige instituten die kunnen worden beroofd. Dat is alvast de stelling van de oud-rector van de Vrystaat. Corrupte lieden zien universiteitsbesturen als kapitaalkrachtige vertegenwoordigers waarmee deals te sluiten zijn. Er zijn taxibedrijven die exclusiviteitscontracten nastreven – voor transport van docenten en studenten – en daarvoor heel ver gaan. Er zijn gevallen van docenten die diploma’s versjacheren. Publieke universiteiten zijn een makkelijk doelwit voor malafide groepen. Er gaat immers geld om aan universiteiten en individuen in de omgeving van die instellingen zijn uit op geldgewin. Door omkoping, roof en diefstal. Wie zoals Buhlungu het aandurft de criminele bendes een strobreed in de weg te leggen, moeten het steeds vaker bekopen met eigen leven. De collega kan het deze keer gelukkig nog navertellen. Het is op zich al stuitend dat professoren in bepaalde machtsfuncties, departementshoofden en rectoren, zich dezer dagen moeten laten omringen door lijfwachten.
Wie de criminelen dwarszit, wordt met de dood bedreigd. Met name de rector van Fort Hare figureert in een boek dat Jonathan Jansen schreef over corruptie aan universiteiten in Zuid-Afrika: Corrupted. A Study of Chronic Dysfunction in South African Universities. Buhlungu heeft geen politieke partijkaart en geldt als gezaghebbend academicus. Hij is een wetenschapper in een verantwoordelijk bestuursmandaat die weigert op goede voet te staan met machtige politici van het land, verkozen mandatarissen die niet altijd integere intenties hebben. De man van Fort Hare oefent plichtbewust, zonder deals, zijn ambt uit en laat zich niet voor de kar spannen van geboefte. Moeilijk om te chanteren en daarom, aldus Jansen, is de hoogleraar een doelwit voor bendeleden: hij weigert mee te werken aan corruptie. Fort Hare heeft de naam een universiteit te zijn waar de top, met ook politici in de raad van bestuur, betrokken is bij corruptieschandalen. Er dringt zich een radicale ommekeer op om hier een einde aan te maken. De vraag is nu maar of minister Nzimande de daad bij het woord kan voegen.
Er is een oproep om de campus van Fort Hare een tijdlang te sluiten en het resultaat van het juridisch onderzoek af te wachten. Dat is ijdele hoop. Meer campussen voor hoger onderwijs moeten dan dichtgaan. Jansen stelt dat de criminele bendes zich weer zullen organiseren en dat de pogingen tot chantage en beroving niet zullen ophouden. Daarenboven ontneem je dan docenten en studenten academisch onderwijs, met name in regio’s waar de armoede schrijnend is en onderwijs de enige manier is om een levenswaardig bestaan op te bouwen. De kost voor de gemeenschap is veel te hoog wanneer een universiteit maandenlang de deuren sluit.
Het verlies van academisch en maatschappelijk aanzien, de moeilijkheid om een safe place voor alle betrokkenen te scheppen is evenwel van dien aard dat wel iets moét gebeuren. Wie wil nog naar een campus gaan waar achter elke hoek gevaar schuilt. Het toxische klimaat aan universiteiten in Limpopo en KwaZulu-Natal, waar bestuurders en professoren verstrikt zitten in netten van een steeds gevaarlijker en meedogenloze maffia, zorgt er ook voor dat academische projecten stilvallen en kredietverstrekkers niet langer geneigd zijn om te investeren in hoger onderwijs. Dat is nefast, vooral ook voor de plaatselijke bevolking die verstoken zal blijven van kennis en kunde.
De Universiteit van Fort Hare is een instelling met internationaal aanzien. Een van de hoofdsprekers op het congres van het Gents Centrum voor het Afrikaans en de Studie van Zuid-Afrika, Prof. Susan Smith, was in oktober 2022 nog te gast aan de Universiteit Gent. Zij is er aangesteld als professor Afrikaanse letterkunde. Ik kan en wil mij zelfs niet inbeelden hoe bedreigend het moet zijn op een campus te moeten werken waar niemand de persoonlijke veiligheid kan garanderen.
Minister Nzimande heeft vorige maand op een persconferentie, inderhaast georganiseerd op de Fort Hare-campus, het toenemend geweld veroordeeld en de nodige maatregelen afgekondigd. Benieuwd hoeveel indruk het bezoek heeft gemaakt op de goed georganiseerde maffia. Zakenlui spreken intussen hun afschuw uit. In een mediaverklaring is te lezen: “Fort Hare holds great historical significance as the intellectual and political cradle of some of Africa’s most notable figures. Its rightful place is that of being the citadel of African and particularly black scholarship excellence, an honour it has been denied in recent years by corruption and mismanagement”.
Post-apartheid Zuid-Afrika beleeft een diepe crisis, op velerlei gebieden, een noodtoestand die grotendeels maar niet uitsluitend met corruptie en geldzucht te maken heeft. Met een kloof tussen arm en rijk die almaar dieper wordt, energiecrisis, politieke impasse, torenhoge werkloosheid, seksueel geweld, economische recessie. Sociale ongelijkheid is de beangstigende uitdaging waartegen het land aankijkt. De toenemende dehumanisering, die de voorbije tijd wel heel dichtbij komt in mijn eigen leefwereld in Zuid-Afrika en waarover Antjie Krog (in 2021 gastschrijver aan de Universiteit Gent) het heeft, moet internationaal zorgen baren. Het land beleeft een maatschappelijke deficit waarbij nu ook het hoger onderwijs in de brokken deelt. Geen maatschappelijke sector blijft buiten schot. Letterlijk dan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier