De Oekraïense eerste minister Arseni Jatsenjoek heeft vrijdag gedreigd met zijn volledig kabinet te zullen aftreden, twee dagen na het vertrek van de minister van Economie. Jatsenjoek ligt onder vuur voor het gebrek aan tastbare vooruitgang in de hervormingen.
“We zijn aangekomen als een verenigde groep en we zullen blijven werken als een verenigde groep”, aldus Jatsenjoek voor de parlementsleden. “Als men (het parlement, nvdr) beslist dat dit team moet worden aangepast, zullen we samen vertrekken.”
Dat ultimatum lijkt direct gericht aan president Petro Porosjenko. Hij onderstreepte de avond voordien “de noodzaak van een onmiddellijke herinitialisatie” van de regering, tijdens een ontmoeting met de ambassadeurs van de G7.
Strijd tegen corruptie ondergraven
In Oekraïne woedt een nieuwe politieke crisis, die uitbrak na het verrassende ontslag van de minister van Economie. Bij de Westerse landen is daarover ongerustheid ontstaan. De crisis lijkt ook de voorzetting van de Westerse financiële hulp aan het land te ondergraven. Oekraïne heeft dat geld hard nodig, want maakt al twee jaar een zware economische crisis mee.
Aivaras Abromavicius, van Litouwse afkomst en genaturaliseerd tot Oekraïner, kondigde woensdag zijn ontslag als minister van Economie aan en beschuldigde een invloedsrijk parlementslid ervan de hervormingen van zijn ministerie te blokkeren en de strijd tegen corruptie te ondergraven. De minister was populair in het Westen en in het zakenmilieu.
De aankondiging noopte Porosjenko en Jatsenjoek – tussen wie de breuklijn zich steeds duidelijker aftekent – ertoe de ambassadeurs van de G7 te ontmoeten. Zij verklaarden zich “heel ontgoocheld” over het ontslag van de minister. (Belga/NSK)
