Conventies tonen schril contrast tussen Democraten en Republikeinen
In de afgelopen twee weken hielden zowel de Democraten als Republikeinen hun partijconventies, waarbij Joe Biden en Donald Trump officieel werden genomineerd als de respectievelijke presidentskandidaten. VS-correspondent Jeroen Kraan volgde beide: ‘Zelden hebben de partijen elkaar meer gezien als existentiële bedreiging.’
De Democratische en Republikeinse Nationale Conventies vormen een unieke kans voor Amerikaanse presidentskandidaten om de toon te zetten voor de rest van de campagne. Elke partij krijgt urenlang, verspreid over vier avonden, de mogelijkheid om prime-time zendtijd te vullen met toespraken en campagnevideo’s.
De conventies zijn elke vier jaar weer de Amerikaanse politiek in een notendop. In geen enkel ander democratisch land zouden deze propagandaspektakels zo aantrekkelijk geproduceerd zijn, noch zo volstrekt oppervlakkig. Laat staan dat ze rechtstreeks op alle grote tv-zenders van het land zouden worden getoond aan tientallen miljoenen kijkers.
Maar de conventies geven wel een onbelemmerde blik op de boodschap die beide partijen in aanloop naar de verkiezingen van 3 november hopen uit te dragen, evenals de kiezersgroepen die zij vooral hopen aan te spreken. Dit jaar bleek dat de twee grote partijen zelden meer van elkaar hebben verschild, en elkaar zelden meer hebben gezien als existentiële bedreiging.
Pandemie? Welke pandemie?
Trump-adviseur Kellyanne Conway verzon drieënhalf jaar geleden de term ‘alternative facts‘ om de onwaarachtige verklaringen van toenmalig persvoorlichter Sean Spicer goed te praten. Op de Republikeinse conventie werden dit jaar niet alleen alternatieve feiten gebezigd, het evenement leek in een alternatieve realiteit plaats te vinden. Eén waar nog gewoon grote groepen mensen bijeen kunnen komen, zonder mondmaskers en zonder afstand te houden. Trump sprak donderdag voor een af en toe luid juichend en klappend publiek van 1.500 genodigden, in de tuin van het Witte Huis. Dat was zo’n ongebruikelijk aanzicht, dat verschillende commentatoren opmerkten dat het leek alsof de toespraak al een jaar geleden was opgenomen.
Op de Republikeinse conventie werden dit jaar niet alleen alternatieve feiten gebezigd, het evenement leek in een alternatieve realiteit plaats te vinden.
Op de Republikeinse conventie werd het virus door veel sprekers ook niet genoemd, of alleen als een crisis die al achter de rug is. De economie is volgens de Republikeinen ‘sterker dan ooit’ en Trump heeft gezorgd voor een ongekende banengroei. Dat er nu nu zo’n 13 miljoen meer werklozen zijn dan in februari, en dat er dagelijks nog zo’n duizend Amerikanen overlijden door Covid-19, kwam nauwelijks ter sprake. Slechts een kleine handvol sprekers nam de moeite om sympathie uit te spreken voor mensen die vrienden of familieleden zijn kwijtgeraakt. Noemen van de dodentol was vier dagen lang taboe.
Voor de partij van Biden is het nog altijd rap groeiende aantal overlijdens door het coronavirus al het bewijs dat de kiezer nodig heeft om nooit meer de ster van een realityshow naar het Witte Huis te sturen. Keer op keer herhaalden sprekers dat Trump tijdens de pandemie heeft gefaald om het virus in te dammen, met inmiddels 180.000 Amerikaanse doden tot gevolg. ‘Het gebrek aan leiderschap van Donald Trump heeft levens en levensonderhoud gekost’, aldus Bidens running mate Kamala Harris.
Normaal zouden ook de Democraten hun conventie voor een politiek thuispubliek houden, mét gejuich, applaus en een ballonnenregen. Maar Biden en Harris spraken deze keer voor een lege ruimte. Bijkomend voordeel voor de thuiskijker: het zorgde ervoor dat de speeches een stuk minder lang duurden.
Racisme en politiegeweld
Behalve het coronavirus en de zorg waren de protesten tegen politiegeweld en racisme op beide conventies een van de belangrijkste onderwerpen. Daarbij namen de partijen tegenovergestelde posities in: de Democraten kozen kant voor de black lives matter-beweging en de Republikeinen voor de politie.
De Democraten willen politiehervormingen doorvoeren. Onder meer Kamala Harris sprak in haar conventietoespraak over ‘systemisch racisme’ in de Amerikaanse maatschappij. De protesten werden omschreven als een hoopgevende reactie daarop. ‘Toen de verschrikkingen van systemisch racisme ons land en ons geweten opschudden, besloten miljoenen Amerikanen van elke leeftijd en achtergrond voor elkaar te demonstreren en te schreeuwen om gerechtigheid en vooruitgang’, aldus gewezen first lady Michelle Obama.
De Democratische conventie vond plaats voordat de zwarte Amerikaan Jacob Blake werd neergeschoten door een agent in de stad Kenosha, en voordat daar (soms) gewelddadige protesten op volgden. Die gebeurtenissen vormden voor de Republikeinen de aanleiding om steeds weer te wijzen op ‘rellen, plunderingen’ en andere misstanden door demonstranten. Sprekers namen het volmondig op voor ‘onze wetshandhavers’ en verwezen doorgaans niet naar geweld dóór de politie, of door de zeventienjarige vuurwapenfanaat die dinsdag drie demonstranten neerschoot, waarvan er twee overleden.
Volgens de Republikeinen proberen de Democraten de Verenigde Staten af te schilderen als een racistisch land, terwijl iedereen in werkelijkheid nog zijn of haar American dream kan waarmaken. Dat is het traditionele, individualistische geluid dat de partij al anderhalve eeuw laat horen, en dat ditmaal werd uitgedragen door een opvallend grote hoeveelheid zwarte sprekers.
De Republikeinen proberen duidelijk zwarte kiezers van de Democraten weg te snoepen – 88 procent van de African Americans stemde vier jaar geleden op Hillary Clinton – of om in ieder geval de indruk van een diverse partij te wekken. In de praktijk is dat niet écht het geval: slechts één van de 53 Republikeinse senatoren en één van de 198 Republikeinse afgevaardigden in het Congres is zwart, tegen twee van de 47 Democratische senatoren en 50 van de 232 Democratische afgevaardigden. De enige zwarte Republikeinse afgevaardigde gaat na deze verkiezingen ook nog eens met pensioen. Succes bij zwarte kiezers is voor de Republikeinen dus verre van gegarandeerd.
Frontaal in de aanval
Het is een cliché dat presidentskandidaten elke vier jaar weer zeggen dat we op ‘de belangrijkste verkiezingen in een generatie’ afstevenen, maar die waarschuwingen klonken nog nooit zo schril als in de afgelopen twee weken. Bij beide partijen ging het opvallend vaak over de tegenstander. Tijdens normale campagnes – dat wil zeggen, in het tijdperk voor Trump – was het gebruikelijk voor presidentskandidaten om in toespraken niet eens de naam van hun tegenstander te noemen. Als er werd gesproken over de andere partij, dan ging dat meestal door te verwijzen naar ‘mijn opponent’. De conventies waren vooral een plek om het eigen feest te vieren en de eigen plannen voor de toekomst van het land voor te stellen.
Dit jaar hield alleen Joe Biden zich in; hij noemde president Trump niet bij naam, al ging hij wel in op de tekortkomingen van de ‘huidige president’. Maar onder meer Barack Obama, Kamala Harris en Hillary Clinton gingen frontaal in de aanval: Obama zei dat Trump zijn werk niet serieus neemt en omgaat met het presidentschap ‘als een realityshow die hij kan gebruiken om de aandacht te krijgen waar hij zo naar hongert’.
Voor de Republikeinen is Biden dan weer een cryptocommunist, een ogenschijnlijk gematigde Democraat die stieken een ‘Trojaans paard’ voor radicaal links is. ‘Joe Biden zou Amerika op een pad naar socialisme en achteruitgang plaatsen’, aldus Trumps running mate Mike Pence, die toevoegde dat het Amerika van Biden ‘niet veilig’ zou zijn.
Trump noemde Joe Biden tientallen keren in zijn toespraak van maar liefst zeventig minuten. De president sprak nauwelijks over een eigen agenda, maar definieerde zijn gewenste tweede termijn vooral door te claimen dat een stem op Trump de chaos van een Biden-regering zou voorkomen.
Geen verkiezingsprogramma
Dat het op de conventies nauwelijks gaat over beleid is geen nieuw fenomeen. Tijdens de partijfeestjes spreken politici liever over abstracte doelen (‘betere en goedkopere zorg’, ‘law and order‘, ‘het coronavirus verslaan’) dan dat ze uitleggen hoe die doelen moeten worden bereikt.
Wel maakten de Democraten in aanloop naar hun conventie een uitgebreid verkiezingsprogramma bekend, waarin onder meer ambitieuze klimaatplannen, verhoging van het minimumloon, strengere wapenwetten en versterking van het Obamacare-zorgstelsel worden voorgesteld. Hoewel het tijdens de conventie vaak bleef bij platitudes, kan de liefhebber het volledige document van 92 pagina’s doorspitten.
Na de norm-verpletterende eerste termijn van Trump hebben de Republikeinen dit jaar voor het eerst sinds 1856 helemaal geen nieuw verkiezingsprogramma opgesteld. In plaats daarvan besloot de partij om ‘enthousiast de America-first-agenda van de president te blijven steunen’.
Dat is een bevestiging van wat tijdens de vier Republikeinse conventie-avonden steeds al duidelijk werd: de partij is vooral een persoonlijkheidscultus rond Trump geworden. Niet voor niets eindigde de toespraak van Trump met vuurwerk, dat prominent zijn naam boven het Washington-monument deed verschijnen. Waar Democratische sprekers het ook regelmatig hadden over de kersverse vicepresidentskandidaat Harris, werd Pence bij de Republikeinen nauwelijks genoemd.
En de vicepresident zelf? Hij grapte dat hij voor zijn eigen moeder ‘de op één na meest favoriete kandidaat op het stembiljet’ is.
Alles over de Amerikaanse verkiezingen 2020
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier