Colombiaanse ex-president formeel beschuldigd van fraude en manipulatie van getuigen

Het Colombiaanse parket heeft de voormalige Colombiaanse president Álvaro Uribe formeel beschuldigd van fraude en het beïnvloeden van getuigen. Het is de eerste keer in de geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse land dat een voormalig staatshoofd in de beklaagdenbank moet plaatsnemen.

Uribe wordt ervan beschuldigd ‘geld en andere voordelen te hebben aangeboden aan bepaalde getuigen van criminele daden om de waarheid te verdoezelen’, in een zaak die hem in verband brengt met paramilitaire groeperingen. Dat blijkt uit de aanklacht van procureur Gilberto Villarreal.

De zaak tegen Uribe is het gevolg van een onderzoek dat in 2012 werd opgestart en al verschillende opvallende wendingen kende. In 2020 werd de invloedrijke rechtse politicus in dat dossier al een tijd onder huisarrest geplaatst. Uribe voerde als president van 2002 tot 2010 een hard beleid tegen de linkse guerrillagroepen die in het land actief waren.

Maar hij wordt er zelf ook van verdacht banden te onderhouden met drugshandelaars en extreemrechtse paramilitaire organisaties. Uribe heeft die link altijd ontkend. Volgens zijn advocaten zou de ex-president in die zaak enkel maar contact hebben opgenomen met getuigen, opdat ze de waarheid zouden vertellen.