#ChinaTargets: hoe het Chinese repressieapparaat wereldwijd dissidenten intimideert

© ICIJ
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Interne overheidsdocumenten en interviews met meer dan 100 slachtoffers van Chinese onderdrukking in 23 landen onthullen de sinistere tactieken die China gebruikt om critici buiten zijn grenzen het zwijgen op te leggen.

Omgeven door wapperende Chinese en Franse vlaggen stapten president Xi Jinping en zijn echtgenote in mei 2024 onder een regenachtige Parijse hemel uit het vliegtuig. Aan het begin van hun vijfdaagse tournee om de banden met Europa aan te halen, werd het echtpaar hartelijk begroet door een massa Chinese omstanders. Die zwaaiden met rode vlaggen terwijl artiesten traditionele drakendansen uitvoerden op het geluid van trommels en gongs.

Aan de andere kant van de stad rinkelde plots de telefoon van Jiang Shengda. De 31-jarige leider van de activistische organisatie Le Front de la Liberté en Chine bereidde zich op dat moment net voor om honderden demonstranten toe te spreken op de Place de la République in de Franse hoofdstad. Shengda was het gewend om voor een grote menigte te spreken. Maar die dag stond hij voor een dilemma.

Het was zijn moeder die belde, vanuit Peking, ruim 8000 kilometer verderop. Jiang vermoedde al waarom: de Chinese politie dwong haar om te bellen, vertelde hij het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ) in een interview. ‘Ze was zeker van plan om de boodschap van de Chinese overheid over te brengen dat ik niet betrokken mocht zijn bij publieke activiteiten tijdens het bezoek van Xi Jinping.’

Shengda besloot niet op te nemen.

De druk die op de jonge activist wordt uitgeoefend, maakt deel uit van een geraffineerde, wereldwijde campagne van de Chinese overheid om leden van de diaspora te intimideren. Daar bestaat een term voor: transnationale repressie.

105 getuigenissen

Jiang is een van de honderden Chinezen die in het buitenland wonen en die het doelwit zijn geworden van de Chinese overheid, zowel direct (door hacken en surveilleren) als indirect (door familieleden, vrienden en zelfs voormalige leraren te ondervragen).

ICIJ en zijn mediapartners –waaronder Knack, De Tijd en Le Soir – interviewden de voorbije tien maanden 105 mensen in 23 landen die het doelwit zijn geweest van de Chinese overheid omdat ze in het openbaar en privé kritiek hadden geuit op het regeringsbeleid van Peking.

Onder de getuigen die we spraken, zijn er Chinese en Hongkongse politieke dissidenten, en leden van onderdrukte Oeigoerse en Tibetaanse minderheden. Ze staan in Peking op de radar omdat ze opkomen voor de rechten van de etnische minderheden in China. Of omdat ze andere thema’s aankaarten die door de Chinese Communistische Partij (CCP) als taboe worden beschouwd, zoals de Falun Gong-beweging en de onafhankelijkheid van Taiwan en Hongkong.

© ICIJ

‘Dit is een relatief nieuw monster’

De interviews maken deel uit van China Targets, een internationaal onderzoek onder leiding van het ICIJ dat nieuw licht werpt op de enorme schaal van China’s wereldwijde onderdrukkingscampagne.

‘De Communistische Partij is in essentie niet veranderd’, zegt China-expert Michael Kovrig, een voormalige Canadese diplomaat. ‘Wat wel veranderd is, zijn haar mogelijkheden. Ze kan meer, dus doet ze meer.’

Het ICIJ-onderzoek toont ook de veeleer slappe reactie van overheden in veel democratische landen waar Chinese dissidenten hun toevlucht hebben gezocht. Volgens Kovrig ontbreekt het de inlichtingendiensten en politie in die landen aan expertise over Chinese pressietactieken.

‘Dit is een relatief nieuw monster’, zegt Kovrig. ‘Ze weten niet hoe ze het moeten bestrijden.’

China verwerpt de beschuldigingen van transnationale repressie als ‘ongegrond’ en ‘gefabriceerd door een handvol landen en organisaties om China zwart te maken’. Dat zegt Liu Pengyu, een woordvoerder van de Chinese ambassade in Washington, D.C. Hij reageert dat er ‘niet zoiets bestaat als “de grenzen overgaan” om zogenoemde dissidenten en overzeese Chinezen in het vizier te nemen.’

‘Ook al wonen we nu in een vrij land, we zijn nog steeds bang om onze mond open te doen.’

Jiang Shengda, Chinees activist in Frankrijk

Bevroren bankrekeningen

De helft van de 105 getuigen die we interviewden, gaf aan dat de intimidatie door de Chinese overheid zich uitbreidde naar hun familieleden in China. Die werden naar verluidt onder druk gezet en ondervraagd door agenten van de politie of inlichtingendiensten. Meerdere slachtoffers getuigden dat dat gebeurde nadat ze hadden deelgenomen aan protestacties of openbare evenementen in het buitenland.

60 van de 105 ondervraagden stelden dat ze de indruk hadden bespioneerd te worden door Chinese officials. 27 beweerden het slachtoffer te zijn van online lastercampagnes en 19 zeiden dat ze verdachte berichten hadden ontvangen of pogingen tot hacking vermoedden. Sommigen gaven aan dat hun bankrekeningen in China en Hongkong waren bevroren.

22 mensen zeiden dat ze fysieke bedreigingen hadden ontvangen of waren mishandeld door aanhangers van de Chinese Communistische Partij.

© ICIJ

Vrees voor vergeldingsacties

Uit de interviews blijkt dat de meesten de Chinese bedreigingen helemaal niet hadden aangegeven bij de overheid van hun gastland. Uit vrees voor Chinese vergeldingsacties, of omdat ze geen vertrouwen hadden in het vermogen van de autoriteiten om te helpen. Zij die wél aangifte hadden gedaan, hadden de indruk dat de politie hun zaak niet verder opvolgde. Of ze kregen te horen dat de politie niets kon ondernemen omdat er geen bewijzen waren van mogelijke misdrijven.

‘Pas wanneer ze mijn dode lichaam zien, zullen ze iets doen’, zegt Nuria Zyden, een Oeigoerse vrouw uit Dublin die aan de politie had gemeld dat ze gevolgd was door drie Chinese mannen.

Archief veiligheidsfunctionaris

ICIJ kon ook de hand leggen op interne overheidsdocumenten uit China. Zoals een presentatie van 84 slides uit 2013, gelekt uit het digitale archief van een veiligheidsfunctionaris in Xinjiang. Het document geeft instructies aan binnenlandse veiligheidsfunctionarissen om geheime methoden te gebruiken om elke activiteit die de Chinese Communistische Partij in gevaar zou kunnen brengen op te sporen en in de kiem te smoren.

De presentatie werd met ICIJ gedeeld door Adrian Zenz, directeur China-studies bij de Amerikaanse stichting Victims of Communism Memorial Foundation. ICIJ vergeleek de richtlijnen uit het gelekte document met de getuigenissen van de 105 slachtoffers. Vaststelling? De Chinese overheid gebruikt vergelijkbare methoden om ook dissidenten in het buitenland te onderdrukken.

‘De ladder uit het huis trekken’

Eén methode beschreven in het gelekte document heet ‘emotionele beïnvloeding van verwantschap’: druk uitoefenen op familieleden van verdachten om hun activisme te stoppen. Volgens de richtlijnen kunnen ouders en kinderen elkaar beïnvloeden, en kunnen echtgenotes hun partner ontmoedigen om zich in te laten met risicovolle activiteiten.

Een andere methode heet dan weer ‘de ladder uit het huis trekken’: activisten verbieden om terug te keren naar China. Ook daarvoor vond ICIJ aanwijzingen. Tijdens een stiekem opgenomen verhoor zei een Chinese agent tegen de ouder van een dissident in de VS dat als hun kind doorging met schrijven over politiek gevoelige onderwerpen, het China niet meer binnen zou mogen.

Andere tactieken beschreven in de presentatie zijn het ‘afsnijden van zuurstof’ (proberen de financiële inkomsten van de geviseerden te beknotten en hun bankrekeningen te controleren); ‘het creëren van wederzijds wantrouwen en achterdocht tussen medeplichtigen’; het monitoren van het internet en het ‘onmogelijk maken om met de buitenwereld te communiceren’. En tot slot: het uitpluizen van ‘immoreel gedrag’. ‘Niemand is heilig en niemand is immuun voor fouten’, klinkt het in een richtlijn.

‘De Communistische Partij is in essentie niet veranderd. Wat wel veranderd is, zijn haar mogelijkheden. Ze kan meer, dus doet ze meer.’

Michael Kovrig, China-specialist en voormalig Canadees diplomaat

De Grote Leider

Nadat Jiang Shengda het telefoontje van zijn moeder had genegeerd, sprak hij op de Parijse Place de la République een menigte van Tibetaanse en Hongkongse actievoerders toe. ‘Ze eisen dat we onze mond houden tijdens het bezoek van Xi Jinping aan Frankrijk’, zei Shengda. ‘Zulke bedreigingen maken deel uit van transnationale repressie, die slechts een verlengstuk is van [China’s] tirannie.’

Kort na zijn toespraak belde Shengda zijn ouders. Die vertelden hem over de waarschuwing die ze hadden gekregen: ‘Je zoon heeft in het buitenland dingen gedaan die tegen de Chinese wetten ingaan. We konden het door de vingers zien. Maar deze keer komt de Grote Leider. Als hij tijdens het bezoek van Xi iets doet wat de grote leider in verlegenheid brengt, zal het moeilijk zijn voor ons om het op te lossen.’

© ICIJ

‘Bang om onze mond open te doen’

Een hele tijd gebeurde er niets. Maar in maart dit jaar kreeg Shengda opnieuw een bericht van zijn vader. Bleek dat er alweer veiligheidsofficials bij zijn ouders waren komen aankloppen.

Ditmaal wilden ze dat Shengda niet langer contact hield met een bekende activist in Italië, ‘Teacher Li’, die bijna 2 miljoen volgers had verzameld op X.

‘Desnoods zouden ze jou wel bellen en ontmoeten op de plek waar je bent’, kreeg Shengda van zijn vader te horen.

Shengda had de boodschap begrepen, zegt hij. ‘Mijn interpretatie? “Als we jou willen vinden, zullen we je vinden – eender wanneer.’

Volgens Shengda gebruikt China dezelfde tactiek ook bij andere activisten. ‘Ook al wonen we nu in een vrij land, we zijn nog steeds bang om onze mond open te doen.’

Dit artikel is een inkorting en bewerking van het ChinaTargets-openingsartikel door Scilla Alecci van het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten.

Partner Content