China: Xi Jinping en de gevaren van het levenslange presidentschap
Nu een grondwetswijziging hem toelaat om het roer levenslang in handen te houden, is de almacht van de Chinese president Xi Jinping compleet. Maar is zijn plucheplakken wel een teken van sterkte?
Eindelijk krijgt Xi Jinping de vrije hand om China te hervormen. Eindelijk kan de wijze leider doen wat hij wil. Wanneer het Nationaal Volkscongres, het parlement dat deze week in de Grote Hal van het Volk in Peking zijn jaarlijkse bijeenkomst houdt, de verlenging van Xi’s presidentschap goedkeurt, kan niets hem nog tegenhouden. Dan kan hij aanblijven tot 2027 of 2032, misschien zelfs levenslang, en krijgt hij alle touwtjes in handen om China sterk, stabiel en welvarend te maken.
Zo luidt althans de meest optimistische analyse van de Chinese grondwetswijziging, die een eind maakt aan de tweetermijnenlimiet voor de Chinese president. De machtsconcentratie mag dan onplezierige herinneringen aan Mao Zedong oproepen, en de Chinese ‘autocratie light’ meer richting dictatuur duwen, volgens hoopvolle analisten zal ze ook leiden tot een versterking van de Chinese (en daarmee de wereld)economie.
Het plucheplakken van Xi is niet noodzakelijk een teken van sterkte
Xi’s eenmansbewind is immers bedoeld om zijn ‘Chinese droom van nationale verjonging’ te verwezenlijken. Hij heeft daarvoor een meerjarenplan: tegen 2020 wil hij van China een ‘gematigd welvarend land’ maken en tegen 2049 een ‘modern, socialistisch welvarend land’. Ontdaan van communistisch jargon: Xi wil stapsgewijs de armoede in China uitroeien, de milieuvervuiling bestrijden en de economie hervormen, met meer nadruk op innovatie en binnenlandse consumptie.
De grondwetswijziging, zo gaat de optimistische redenering, zal die ambitieuze agenda makkelijker uitvoerbaar maken. Als lokale partijchefs weten dat ‘papa Xi’ ook na 2022 aan de macht blijft, zullen ze minder hun eigen gang durven te gaan. Veel hervormingen, zoals de broodnodige herstructurering van inefficiënte en geldverslindende staatsbedrijven, kunnen bovendien niet in vijf of in tien jaar gerealiseerd worden. Met een sterk en stabiel leiderschap is er een grotere kans op succes.
Het is een mooie theorie, die afgelopen week veelvuldig te horen was, maar China-specialisten waarschuwen: het is vooral wishful thinking. Het plucheplakken van Xi is niet noodzakelijk een teken van sterkte. Mogelijk is het juist een noodgreep. En zelfs als Xi nu meer macht heeft, is het lang niet zeker dat hij zijn zin kan doen. Bovendien, met ‘economische hervormingen’ zou de Chinese leider wel eens iets heel anders kunnen bedoelen dat wat westerse economen eronder verstaan.
Chairman of everything
Toen Xi in 2012 aan de macht kwam, werd hij gezien als een kleurloze apparatsjik, die weinig tot stand zou brengen. Maar al in zijn eerste termijn groeide hij uit tot China’s meest autoritaire leider sinds Mao Zedong, die de plak voerde van 1949 tot 1976. Hij schakelde functies aaneen als mahjongstenen: naast president, secretaris-generaal van de Communistische Partij en militair leider zit hij nog een tiental commissies voor. In 2014 kreeg hij van de Australische China-kenner Geremie Barmé de bijnaam ‘ chairman of everything‘.
Met zijn trouwe bondgenoot Wang Qishan voerde hij ook een ongezien harde campagne tegen corruptie, deels als terechte schoonmaakoperatie, deels als dekmantel om tegenstanders binnen de partij uit te schakelen. Toen Xi tijdens het partijcongres van oktober vorig jaar bovendien brak met de traditie om na zijn eerste termijn een opvolger aan te duiden, werd duidelijk dat hij niet zomaar het veld zou ruimen. De grondwetswijziging is de culminatie daarvan: Xi kan nu aanblijven zolang hij wil.
Dat doet hij niet uit persoonlijke machtshonger, zo klinkt de uitleg van de Chinese staatsmedia, maar voor het goed van de partij en dus van het land. Met een onbegrensd mandaat kan de nu 64-jarige president China internationaal nog meer op de kaart zetten, onder meer met het infrastructuurplan One Belt One Road om China’s politieke en economische invloed te vergroten. En vooral kan hij de economie, die nog altijd flink groeit maar met grote structurele problemen kampt, hervormen.
Sinds het stimuleringsprogramma tijdens de kredietcrisis van 2008 zit China op een enorme schuldenberg: volgens econoom George Magnus, medewerker van het China Centre van de Universiteit van Oxford, zal die tegen het eind van dit jaar 300 procent van het bnp bedragen. Tegelijk worden grote delen van de economie gedomineerd door wankele staatsbedrijven, die alleen met een eindeloze stroom aan overheidsgeld overleven. Dat voedt de angst voor een financiële crisis.
Ondermijning
Bij zijn eerste beleidstoespraak, in 2013, kondigde Xi een ambitieus programma van meer marktwerking en concurrentie aan, als oplossing voor de Chinese economische problemen. Maar daar is, op een sanering van de steenkool- en staalindustrie na, tot nog toe weinig van terechtgekomen. Integendeel, de invloed van de partij op bedrijven is alleen groter geworden, en verhoudingsgewijs is er meer geïnvesteerd in staatsbedrijven dan in privébedrijven.
Volgens de optimistische analyse zou dat een schijnmanoeuvre van Xi zijn geweest. De sluwe president zou, om het met een Chinese uitdrukking te zeggen, ‘naar links zijn gedraaid om naar rechts te kunnen draaien’. Eerst vergrootte hij op links zijn machtsbasis binnen de communistische partij, om daarna ongehinderd rechtse economische maatregelen te kunnen doorvoeren. Nu hij de absolute macht in handen heeft, zou niets zijn hervormingsagenda nog in de weg staan.
Dat is de populaire redenering, maar ze berust op een denkfout, zegt Xie Yanmei, politiek analist bij het consultancybureau Gavekal Dragonomics in Peking. ‘Xi heeft in zijn eerste termijn een keiharde anticorruptiecampagne gevoerd en het leger hervormd. Dat toont dat hij al geen gebrek aan macht had, en dat hij best risico’s durfde te nemen. Als hij meer marktgerichte hervormingen zou willen doorvoeren, zou hij dat al gedaan hebben.’
In de Chinese politiek, waar alles achter de schermen gebeurt, is het nooit zeker wat de juiste interpretatie van de feiten is. Zo is het ook met deze grondwetswijziging: die kan een uiting van Xi’s almacht zijn, maar evengoed een reactie op een ondermijningspoging. Dat het nieuws voortijdig gelekt werd, via de Engelstalige website van staatspersbureau Xinhua nog wel, toont op zijn minst dat niet iedereen binnen de partij het eens is met de gang van zaken.
Cijfers oppoetsen
Zelfs als Xi al zijn partijgenoten nu in zijn zak heeft, is dat geen garantie op succes, in een land waar statistieken vaak vervalst worden om de centrale leiders te plezieren. Tijdens de Grote Sprong Voorwaarts – de noodlottige economische campagne van Mao tussen 1958 en 1961 – berichtten lokale partijfunctionarissen over uitpuilende graanschuren terwijl miljoenen mensen de hongerdood stierven. De huidige situatie is uiteraard van een andere orde, maar nog altijd hebben lokale overheden er een handje van weg de economische cijfers op te poetsen.
Of je nu een privébedrijf of staatsbedrijf bent, je kunt maar beter niet ingaan tegen de lijn van de partij
‘De druk om aan de doelstellingen te voldoen, zou tot meer vervalste data kunnen leiden in plaats van minder’, schrijft Xie Yanmei in haar analyse op de website van Gavekal Dragonomics. ‘Het kan ook tot overreactie leiden, wat de markten en de sociale stabiliteit kan verstoren. Die risico’s komen voort uit Xi’s machtsconcentratie aan de top, waar de beleidsmaker almaar meer afgesloten is van kritiek of feedback, met slechte beslissingen of resultaten als gevolg.’
En zelfs als Xi iedereen meekrijgt in zijn marsrichting, leidt die waarschijnlijk niet naar hervormingen volgens de westerse betekenis. Veertig jaar na de ‘hervorming en opening’ van de Chinese economie onder Deng Xiaoping, trapt Xi op de rem van de liberalisering. In China is marktwerking geen doel, maar een instrument, dat alleen wordt toegepast zolang het de partijdoelstellingen dient. ‘Uiteindelijk blijft het de partij die beslist waar het kapitaal naartoe gaat’, zegt Xie Yanmei. ‘Of je nu een privébedrijf of staatsbedrijf bent, je kunt maar beter niet ingaan tegen de lijn van de partij.’
Dat mocht verzekeringsgroep Anbang onlangs merken, toen ze door de Chinese overheid onder curatele werd gesteld. Het conglomeraat, bij ons eigenaar van Fidea en Bank Nagelmackers, joeg de partij tegen zich in het harnas met zijn verkwistende buitenlandse acquisities. ‘Voor een stuk komt die sanctie voort uit financiële voorzichtigheid’, aldus Richard McGregor, voormalig China-correspondent van de Financial Times, in een analyse voor het Lowy Institute. ‘Maar het maakt ook deel uit van een machtsspel: de partij herinnert er de privébedrijven aan wie de baas is.’
Dat zie je ook met het voornemen om de economie meer op innovatie te laten steunen. Dat zou een stuk makkelijker gaan als er in bedrijven en aan universiteiten een open intellectueel klimaat zou heersen en een vrije uitwisseling van ideeën met het Westen mogelijk zou zijn, maar onder Xi is de repressie toegenomen en zijn westerse websites moeilijker toegankelijk dan ooit. Innovatie is belangrijk, maar ondergeschikt aan de belangen van de partij.
Terug naar Mao?
Hoe de Chinese bevolking denkt over de grondwetswijziging is niet te zeggen – de Communistische Partij doet niet aan opiniepeilingen, en gewone Chinezen hebben door de geschiedenis geleerd om over politiek te zwijgen, of alleen politiek correcte antwoorden te geven. Maar algemeen wordt aangenomen dat Xi, die China in zijn oude glorie heeft hersteld, veel krediet heeft onder de bevolking. Onderzoekers gaan ervan uit dat 60 tot 80 procent van de bevolking hem steunt.
Maar op Weibo, het Chinese Twitter, ontlokte Xi’s machtsuitbreiding een golf van kritiek, gevolgd door een opstoot van de overheidscensuur. China Digital Times, dat de censuur op sociale media in kaart brengt, stelde een ellenlange lijst van verwijderde woorden samen, zoals ‘levenslang’, ‘mijn keizer’ en ‘persoonlijkheidscultus’. Nog pijnlijker: ook het woord ‘emigreren’ werd tijdelijk in de ban gedaan, in de hoop te verbergen dat veel jonge Chinezen het land willen verlaten.
In het verleden is vaak van een Chinees compromis gesproken: de bevolking aanvaardde de alleenheerschappij van de Communistische Partij in ruil voor economische groei, maar ook in ruil voor redelijkheid. De duidelijke regels inzake opvolging, waarmee China het zwakke punt van veel autocratische regimes omzeilde, maakten deel uit van de redelijkheid. Met zijn grondwetswijziging zet Xi dat compromis op de helling, en opent hij, volgens critici, de weg voor een ’terugkeer naar de tijd van Mao’.
Xie Yanmei waarschuwt voorzichtig te zijn met die vergelijkingen met Mao. ‘Xi is helemaal geen kopie van Mao. Hij is niet verwikkeld in een Game of Thrones om macht en persoonlijke privileges te verwerven. We keren voorlopig niet terug naar de tijd van de Culturele Revolutie. Maar er zit een risico aan het samenbrengen van zo veel macht in één man. De partij valt of staat nu met Xi Jinping.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier