Vrije Tribune
‘China heeft migranten nodig’
China belandt in een ernstige demografische crisis, schrijft hoogleraar Sociologie Dudley L. Poston Jr. van Texas A&M University. Eeuwenlang had het Aziatische land de grootste bevolking van de wereld, maar die krimpt nu significant.
In 2022 registreerde China meer sterfgevallen dan geboorten, en het zal binnenkort worden overtroffen door India in totale bevolkingsomvang. Volgens veel demografen is dat zelfs al gebeurd.
Als wetenschapper die al bijna veertig jaar onderzoek doet naar de demografie van China, weet ik dat de kans groot is dat die dalende bevolking zal leiden tot een economische malaise, met een groter aantal personen ten laste en minder werknemers om hen te onderhouden.
Pogingen om die trend te keren door koppels aan te moedigen om meer kinderen te krijgen, bleken niet effectief. China zal andere maatregelen moeten nemen om zijn bevolkingsprobleem op te lossen. Kortom: China heeft immigranten nodig.
Enorme uitdaging
De omvang van de demografische taak waarmee beleidsmakers in Peking worden geconfronteerd, is enorm.
In 2022 rapporteerde de Chinese regering 10,41 miljoen overlijdens en 9,56 miljoen geboorten. Het was de eerste keer dat China meer sterfgevallen dan geboorten telde sinds de Grote Sprong Voorwaarts van 1958 tot 1962. In die periode kende het land een ernstige hongersnood als gevolg van slecht economisch beleid, met 30 miljoen tot 40 miljoen meer overlijdens dan normaal.
Als de huidige trends zich voortzetten, zal China naar verwachting meer dan een derde van zijn 1,4 miljard inwoners verliezen. Volgens sommige prognoses zal het land tegen het einde van deze eeuw zelfs terugvallen tot 800 miljoen inwoners.
De impact van die verandering zal voelbaar zijn in de hele Chinese samenleving. Het land is al aan het vergrijzen; de gemiddelde leeftijd in China is nu 38, vergeleken met 28 amper twee decennia geleden. Het contrast met India is groot: daar is de gemiddelde leeftijd nu 28 jaar. In China maken mensen van 65 jaar en ouder nu 14 procent uit van de bevolking, in India is dat maar 7 procent.
Vruchtbaarheidscijfer
Als de bevolking van een land eenmaal afneemt, zijn er maar twee manieren om de trend om te keren: mensen aanmoedigen om meer kinderen te krijgen of mensen van buiten het land aantrekken.
Veel Chinese leiders denken dat ze de Chinese bevolking kunnen doen groeien door het vruchtbaarheidsbeleid van het land op te krikken. In 2015 heeft de regering zo de een-kind-politiek afgeschaft, waardoor alle stellen in China nu twee kinderen mogen krijgen. En in 2021 werd die twee-kind-politiek afgeschaft ten gunste van een drie-kind-politiek.
De hoop was dat die stappen zouden resulteren in een aanzienlijke stijging van het nationale vruchtbaarheidscijfer, dat nu 1,2 bedraagt – ruim onder het niveau van het cijfer van 2,1 kinderen per vrouw dat nodig is om de bevolking te vervangen.
Maar het beleid heeft niet geleid tot een toename van de vruchtbaarheid in China, en er is weinig reden om aan te nemen dat dat in de komende jaren zal veranderen. Dat komt omdat het grootste deel van de vruchtbaarheidsvermindering in China, vooral sinds de jaren negentig, vrijwillig is geweest en eerder het resultaat is van maatschappelijke trends dan van het beleid. Chinese echtparen willen vooral minder kinderen door de hogere kosten voor levensonderhoud en onderwijs.
De ‘lage vruchtbaarheidsval’
Ik ben van mening dat het totale vruchtbaarheidscijfer in China de komende tien jaar met 0,1 of hoogstens 0,2 zou kunnen stijgen. En vrijwel alle demografen zijn het er over eens dat het nooit met 1,0 of 2,0 zal stijgen – het soort stijging dat nodig is als China het vervangingsniveau wil bereiken.
En dan is er nog wat demografen de ‘lage vruchtbaarheidsval‘ noemen. Die hypothese uit de vroege jaren 2000 houdt in dat als het vruchtbaarheidscijfer van een land eenmaal onder de 1,5 of 1,4 zakt – dat van China ligt nu dus op 1,2 – het erg moeilijk is om dat weer op te krikken. Het argument luidt dat vruchtbaarheidsdalingen tot deze lage niveaus grotendeels het gevolg zijn van veranderingen in de levensstandaard en toenemende kansen voor vrouwen.
Daardoor is het zeer onwaarschijnlijk dat de drie-kind-politiek enige invloed zal hebben op de verhoging van het vruchtbaarheidscijfer.
Migratie
Dan blijft dus enkel immigratie over. China heeft op dit moment erg weinig inwoners die in het buitenland zijn geboren: maar ongeveer een miljoen inwoners, of minder dan 0,1 procent van de bevolking.
China heeft zelfs het kleinste aantal internationale migranten van alle grote landen ter wereld. Vergelijk de 0,1 procent van de immigranten met bijna 14 procent in de VS en 18 procent in Duitsland. Zelfs Japan en Zuid-Korea – die van oudsher geen hoge-immigratielanden zijn – hebben hogere percentages: 2 procent in Japan en 3 procent in Zuid-Korea.
Niet alleen het lage aantal immigranten is een probleem. China wordt ook geconfronteerd met het probleem van een groeiend aantal Chinezen dat naar andere landen verhuist, waaronder de VS. In 2017 trokken bijvoorbeeld zo’n 10 miljoen mensen uit China weg om in andere landen te gaan wonen en werken.
Raszuiverheid overwinnen
Als China de demografische trend wil keren, moet het land zijn immigratiebeleid dus versoepelen.
Momenteel kunnen buitenlanders het Chinese staatsburgerschap niet verkrijgen, tenzij ze kinderen zijn van Chinese staatsburgers. Ook mogen buitenlanders maar één stuk onroerend goed in China kopen, en het moet ook meteen hun verblijfplaats zijn.
Maar om het immigratiebeleid te versoepelen, zal een mentaliteitsverandering nodig zijn .
In een recent verhaal in The Economist merkt een verslaggever op hoe Chinezen ‘opscheppen over een enkele Chinese bloedlijn die duizenden jaren teruggaat.’ Dat verhaal sluit aan bij een blijkbaar diepgeworteld geloof in raciale zuiverheid van veel leiders van de Chinese Communistische Partij.
In 2017 zei de Chinese president Xi Jinping tegen Donald Trump, de toenmalige president van Amerika: ‘Wij zijn als volk de oorspronkelijke mensen: zwart haar, gele huid. We noemen onszelf de afstammelingen van de draak.’
De beste manier om deze raciale zuiverheid te behouden, geloven velen in China, is migratie beperken of verbieden.
Toch zou een soepeler immigratiebeleid niet alleen de bevolking doen groeien, maar ook de productiviteitsdaling als gevolg van de vergrijzing compenseren. Immigranten zijn doorgaans van werkende leeftijd en zeer productief; ze hebben ook de neiging om meer baby’s te krijgen dan autochtone inwoners.
De VS en veel Europese landen vertrouwen al tientallen jaren op internationale migratie om hun beroepsbevolking te versterken. Wil immigratie enige redelijke impact hebben in China, dan zal het aantal mensen dat China binnenkomt de komende tien jaar enorm moeten toenemen – tot ongeveer 50 miljoen, misschien zelfs meer. Anders zal het demografische lot van China de komende decennia elk jaar een bevolkingsverlies zijn, met meer overlijdens dan geboorten, en zal het land binnenkort een van de oudste bevolkingen ter wereld hebben.
Deze opinie is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier