China en Panama Papers: offshores van de elite, een gifmoord en Jackie Chan
Familieleden van acht huidige en voormalige leden van het Permanente Comité van het Chinese Politbureau (dat is het hoogste beslissingsorgaan in China) hebben geheime offshore bedrijven. Het gaat onder meer om de schoonbroer van huidig president Xi Jinping en om een aangetrouwde kleinzoon van Mao Zedong.
Gu Kailai maakte zich maandenland zorgen over een geheim dat een einde dreigde te maken aan haar comfortabele leven en aan de klim van haar echtgenoot Bo Xilai naar de bovenste regionen van China’s politieke leiderschap. Daarom zette ze de stap naar actie. In een hotelkamer van de zuidelijke stad Chongqing mengde ze thee met rattenvergif terwijl Neil Heywood, een Britse zakenpartner, dronken en uitgeteld op het bed lag. Ze druppelde het mengsel in Heywoods mond, het hotelpersoneel vond zijn lichaam twee dagen later.
Uiteindelijk bekende Gu de moord, ze zei dat ze tot de daad gedreven was omdat Heywood ermee dreigde om een duister geheim te onthullen: een offshore rekening aan de andere kant van de wereld die miljoenen dollar waard was. Als de Brit onthuld zou hebben dat zij een bedrijf op de Britse Maagdeneilanden gebruikte om het bezit van een villa in Zuid-Frankrijk te verbergen, dan zou het onmogelijk worden voor haar man, Xilai, om lid te worden van het Permanente Comité van het Politbureau, een instelling van minder dan tien mannen die zich aan de absolute top van de politieke macht in China bevinden.
Uiteindelijk kon niets Gu’s geheim beschermen. Haar streven naar offshore anonimiteit eindigde in de dood van Heywood en gevangenisstraffen voor haar en haar echtgenoot, wat bijkomende munitie leverde voor wie zich zorgen maakte over de manier waarop de Chinese elites belastingparadijzen gebruiken om hun rijkdom te verbergen.
De verwanten van president Xi Jinping en Mao
De gelekte documenten en hun bijkomende details over de buitenlandse rekeningen van Gu, onthullen ook een pak nieuwe informatie over de offshore bedrijven van de families van andere machtige Chinezen. Zo blijkt dat een schoonbroer van de huidige president Xi Jinping (hij is ook voorzitter van de Communistische Partij en opperbevelhebber van het leger en wordt ook wel Voorzitter van Alles genoemd) bedrijven gehad heeft in belastingparadijzen.
Ook verwanten van zeven andere mannen die deel uitgemaakt hebben van het Permanente Comité, waarvan er twee momenteel zetelen, hebben belangen in offshores. Een van die verwanten is een aangetrouwde kleinzoon van Mao Zedong, de stichter van de Volksrepubliek China.
Het is geen geheim dat veel van de kinderen en kleinkinderen van de revolutionaire helden van China het gemaakt hebben in de bedrijfswereld. De Chinese economie is de tweede grootste ter wereld en telt honderden miljardairs. Weinigen weten echter in welke mate een deel van de Chinezen met de beste politieke connecties, gebruik gemaakt hebben van offshore netwerken om hun bezittingen te verbergen voor de publieke opinie.
Een van de hooggeplaatste Chinese klanten van het advocatenkantoor is Deng Jiagui, schoonbroer van de opperste leider Xi Jinping, die van de strijd tegen corruptie zijn handelsmerk heeft gemaakt. Deng Jiagui verwierf een offshore bij Mossack Fonseca in 2004 en nog twee in 2009. Het is onduidelijk waarvoor deze bedrijven – Supreme Victory Enterprises Ltd, Best Effect Enterprises Ltd. en Wealth Ming International Ltd. – gebruikt werden. Deng Jiagui reageerde niet op het verzoek van ICIJ om commentaar.
Een andere prominente klant is de dochter van Li Peng, Chinees premier van 1987 tot 1998. Internationaal is de naam Li Peng vooral verbonden aan de bloedige onderdrukking van het protest op het Tien An Men plein in 1989. Zijn dochter, Li Xiaolin, en haar echtgenoot zijn eigenaar van Cofic Investments, een bedrijf dat in 1994 opgericht werd op de Britse Maagdeneilanden.
In interne mails leggen de advocaten van Li uit dat het kapitaal van het bedrijf afkomstig was van het faciliteren van de export van industriële uitrusting van Europa naar China. De documenten tonen aan dat het eigenaarschap jarenlang verhuld was doordat ze gebruik maakten van aandelen aan toonder. Dat zijn fysieke, anonieme aandelen: wie ze letterlijk in handen heeft, is de eigenaar ervan. Deze soort aandelen werden lang beschouwd als een uitstekend instrument voor witwaspraktijken en andere onfrisse transacties.
Andere (voormalige) leden
De vijf andere huidige of voormalige leden van het Permanente Comité met familieleden die banden hebben met offshore activiteiten zijn:
Zhang Gaoli, huidig lid van het Permanente Comité. Zijn schoonzoon Lee Shing Put was aandeelhouder in bedrijven die op de Britse Maagdeneilanden opgericht werden: Zennon Capital Management, Sino Reliance Networks Corporation en Glory Top Investments Ltd.
Liu Yunshan, huidig lid van het Permanente Comité. Zijn schoondochter Jia Liqing was directeur en aandeelhouder van Ultra Time Investments Ltd., een bedrijf dat in 2009 opgericht werd op de Britse Maagdeneilanden.
Zeng Qinghong, vice-president van China van 2002 tot 2007. Zijn broer Zeng Qinghuai was directeur van het bedrijf China Cultural Exchange Association Ltd., dat opgericht werd in Niue en in 2006 hervestigd werd naar Samoa.
Hu Yaobang, intussen overleden, stond aan het hoofd van de Chinese Communistische Partij van 1982 tot 1987. Zijn zoon Hu Dehua was aandeelhouder, directeur en eigenaar van Fortalent International Holdings Ltd., een bedrijf dat in 2003 opgericht werd in de Britse Maagdeneilanden. Hu Dehua gebruikte voor de registratie het adres waar zijn vader woonde als partijleider.
Mao Zedong, leidde de Volksrepubliek China van 1949 tot aan zijn dood in 1976. Zijn aangetrouwde kleinzoon Chen Dongsheng richtte in 2011 Keen Best International Limited op in de Britse Maagdeneilanden, een bedrijf waarvan hij de enige directeur en aandeelhouder was. Daarnaast staat hij aan het hoofd van een verzekeringsmaatschappij en van een veilinghuis voor kunst.
Communisme en kapitalisme: één front
Uit de gelekte documenten blijkt hoe de Chinese elite offshores gebruikt om de discretie over hun financiën te verzekeren. Niet alle offshore handelingen zijn illegaal, maar bedrijven die opgericht worden op de Britse Maagdeneilanden en elders kunnen wel gebruikt worden om de financiële relaties tussen politieke elites en rijke beschermheren te versluieren, om bezittingen te verbergen, belastingen te ontlopen en om anonieme aandelenaankopen mogelijk te maken. Ze maken het ook mogelijk dat hooggeplaatste personen in eigen land bedrijven oprichten zonder dat hun naam eraan verbonden wordt.
Deze technieken maken deel uit van het arsenaal instrumenten dat gebruikt wordt om de raderen van het Chinese kapitalisme met communistische karakters gesmeerd te laten draaien. Naast de politiek genetwerkte “prinsen” telt Mossack Fonseca ook Chinese superrijken onder zijn cliënteel, zoals Shen Guojun, stichter van de supermarktketen Intime. Shen was, samen met kungfu-ster Jackie Chan en anderen, aandeelhouder van Dragon Stream Limited, in 2008 opgericht in de Britse Maagdeneilanden. Shen Guojun, Jackie Chan en Kelly Zong Fuli reageerden niet op de vragen van ICIJ om commentaar.
Het Panamese advocatenkantoor – dat beschouwd wordt als een van de vijf grootste oprichters van offshorebedrijven ter wereld – zette in augustus 1989 Mossack Fonseca Secretaries Limited op in Hongkong. Het eerste kantoor in China zelf opende in 2000. Vandaag zijn er volgens de website kantoren in acht steden op het vasteland.
Background check
Uit de analyse van de gelekte documenten blijkt dat Mossack Fonseca factureerde voor meer dan 16.300 bedrijven die waren opgericht via de kantoren in Hongkong en China. Die bedrijven vertegenwoordigden 29 procent van Mossack Fonseca’s bedrijven op wereldschaal en maakten van heel China de belangrijkste markt voor het advocatenkantoor. Hongkong is wereldwijd het drukste kantoor.
De internationale regels die witwaspraktijken moeten voorkomen, vereisen van tussenschakels zoals Mossack Fonseca dat ze extra grondig onderzoek doen om er zeker van te zijn dat het kapitaal van regeringsfunctionarissen en hun verwanten niet tot stand kwam door corruptie. Sommige klanten, zoals Shi Youzhen, de vrouw van Wahaha-magnaat Zong Qinhou, werden onderworpen aan “enhanced due diligence”, inclusief onderzoek naar bezittingen onder haar offshores.
Andere Chinese klanten werden aanvaard zonder uit te zoeken of ze al dan niet banden hadden met toppolitici, zo blijkt uit analyse van de documenten. Niemand in de firma lijkt Deng Jiagui geïdentificeerd te hebben als de schoonbroer van Xi Jinping toen Mossack Fonseca hem hielp om in 2004 en 2009 offshores op te zetten op de Britse Maagdeneilanden.
Witte handschoenen: over een handel die fataal afliep
Gu Kailai slaagde er meer dan een decennium in om haar offshore bedrijf in de Cariben geheim te houden, waardoor ook haar villa aan de Middellandse Zee onzichtbaar bleef. Gu en haar echtgenoot Bo Xilai hadden alle kenmerken van een Chinees machtskoppel. Gu is de dochter van een voormalig generaal in het Volksleger. Ze werkte als een slagershulpje tijdens de Culturele Revolutie, maar werkte zich later op tot een succesvolle advocate. Bo is de zoon van een van de machtige Acht Ouderlingen van de Communistische Partij. Hij bestuurde de uitdijende metropolis Chongqing en was tegen 2011 kansrijk kandidaat om lid te worden van het Permanente Comité en maakte zelfs kans om de nieuwe Chinese binnenlandse veiligheidstsaar te worden.
Terwijl de haar echtgenoot een rijzende ster was, verwierf Gu een villa met zes slaapkamers in Cannes, aan de Franse Riviera. Het huis werd in 2001 gekocht met geld van Xu Ming, die daarvoor de strikte kapitaalcontroles omzeilde door te doen alsof hij een metaalbedrijf kocht, zodat hij de 3,2 miljoen dollar offshore kon storten. Het bedrijf dat het niet bestaande metaalbedrijf verkocht, kreeg een kleine commissie en stortte de rest van het bedrag door aan Russel Properties S.A., een bedrijf op de Britse Maagdeneilanden dat in het geheim in eigendom was van Gu Kailai en de Franse architect Henri Devillers. Russel Properties S.A. stortte op zijn beurt het geld aan een bedrijf in Frankrijk dat de villa aankocht en beheerde.
Op papier was er geen enkele link tussen Russel Properties en Gu Kailai of haar machtige echtgenoot. Voor Gu was Villa Fontaine St. Georges een investering waarvan ze hoopte huurinkomsten te verwerven. Later getuigde ze dat ze haar eigenaarschap wou verbergen om haar belastingen te “minimaliseren” en ‘omdat ik niet wou dat anderen wisten dat ik buitenlandse bezittingen had’.
Om de villa te beheren, deed Gu een beroep op Neil Heywood, een vriend van de familie die in Beijing rondreed met een Jaguar 007 in zijn nummerplaat. Volgens The Guardian noemde hij Gu een ‘onverbiddelijke keizerin’. Door Gu te helpen werd Heywood onderdeel van een soort bedrijfstak die zich bezighoudt met het verbergen van de buitenlandse eigendommen van rijke Chinezen. Deze stromannen, die in China bekendstaan als “witte handschoenen”, zijn vaak houder van de aandelen van de echte eigenaars in vastgoed en andere investeringen.
Wie zijn diensten aanbiedt als witte handschoen voor de zakelijke of politieke elite, kan in China rekenen op een goed inkomen. Voor Heywood liep de handel echter fataal af.
Het kaartenhuis stort in
Mossack Fonseca “erfde” Russel Properties S.A. als onderdeel van een pakket offshore bedrijven dat overgedragen werd van een andere erkend agent in 2011. Op dat moment waren de aandelen in handen van IFG Trust en IFG Secretaries, stromannen die gevestigd waren in het Britse Kanaaleiland Jersey. Het register van directeurs en aandeelhouders maakt geen melding van Gu of Devillers en er was geen zichtbare link met China. Maar dan begon het kaartenhuisje in te storten.
Gu had Heywood, die de Franse villa beheerde, een commissie beloofd op een vastgoedoperatie in Chongqing. Heywood vond echter dat hij zijn verdiende deel niet kreeg en benaderde begin 2001, volgens Gu’s getuigenis, Gu’s zoon Bo Guagua om druk uit te oefenen op de familie om meer geld te storten. Hij dreigde er volgens Gu ook mee het eigenaarschap van de Franse villa te onthullen.
Volgens de rechtbankverslagen had Gu en afspraak met Heywood op 13 november 2011 in het Lucky Holiday Hotel om het dispuut te regelen. Ze dineerden samen en gingen dan naar de kamer om nog wat te drinken. Hij dronk een halve fles Royal Salute whisky en gaf over. Daarna werd hij op het bed gesleept door een assistent van de Bo familie en vroeg hij om water. Gu mengde het rattenvergif met thee in een sojasausbeker en gaf het hem in kleine slokken. Ze wachtte tot ze zijn polsslag niet meer voelde, ging dan naar haar eigen kamer, en sliep.
Nauwelijks twee weken later, zo blijkt uit de gelekte documenten, hielp Mossack Fonseca de aandelen van Russel Properties S.A. overbrengen van de IFG stromannen naar Patrick Henri Devillers, de Franse architect die Gu geholpen had om het bedrijf op te richten in 2000. Devillers gebruikte het adres van Gu’s voormalige advocatenkantoor in Beijing op de transferdocumenten. De gerechtelijke documenten tonen dat Russel Properties oorspronkelijk 50/50 eigendom was van Gu en Devillers, via de twee stromanbedrijven op Jersey.
Het is onduidelijk waarom deze transfer zo snel na de misdaad gemaakt werd of waarom Gu’s aandelen overgemaakt werden aan Devillers. Het lijkt ook vreemd dat Devillers zijn echte naam gebruikte en gebruik maakte van Gu’s oude zakelijke adres, want daardoor liet hij zowel zijn als Gu’s vingerafdrukken na op het bedrijf. Door het verdwijnen van IFG als “tussenpersoon” kon Devillers wel direct in contact komen met Mossack Fonseca en kreeg hij directere controle over het bedrijf.
Begin 2012 verscheen Devillers’ naam geregeld in het nieuws in China, Groot-Brittannië, Frankrijk, Australië en de Verenigde Staten, vanwege zijn relatie tot Gu’s moordzaak en Bo Xilai’s corruptieproces. Toch blijkt uit de gelekte documenten dat Mossack Fonseca gedurende maanden blijkbaar van niets wist. In die periode vroeg Devillers aan Mossack Fonseca dat ze hem zouden toestaan om Russel Properties over te hevelen naar een andere offshore agent, Morgan & Morgan Trust.
Op 7 juni 2012 begon de regulator van de Britse Maagdeneilanden een onderzoek naar Russel Properties S.A. en vroeg informatie aan Mossack Fonseca over de eigenaars, directeurs en andere details. Vier dagen later verwittigde een Mossack Fonseca – medewerker haar collega’s in een interne mail dat Devillers blijkbaar gelinkt werd aan een onderzoek in China. Op 12 en 13 juli stuurde Mossack Fonseca steeds dringerder berichten naar Devillers, met verwijzingen naar de nieuwsverhalen over het Bo Xilai-/ Gu Kailai-schandaal en zijn vermoede rol daarin. ‘De artikels vermelden een persoon met uw naam en nationaliteit’, schreef het advocatenkantoor. ‘Wilt u ons informeren of u en de persoon in kwestie dezelfde persoon bent?’ Klaarblijkelijk heeft Devillers niet gereageerd.
In zijn antwoord op de vragen van de overheid van de Britse Maagdeneilanden, stelde Mossack Fonseca dat ‘Patrick Henri Devillers de enige aandeelhouder en directeur van Russel Properties was en ‘ons laatste contact in verband met dit bedrijf’. Er werd geen melding gemaakt van het zich ontwikkelende schandaal in China, maar men beloofde wel een diepgaander onderzoek naar Devillers en het bedrijf.
Villa te koop
Momenteel woont Devillers in Cambodja. Zijn getuigenis werd gebruikt zowel in het proces tegen Gu als tegen Bo, maar zelf werd hij nooit beticht van enige criminele activiteit. Hij heeft niet gereageerd op de herhaalde verzoeken van ICIJ om commentaar. Bo zit een levenslange gevangenisstraf uit voor omkoping, verduistering en misbruik van macht, al houdt hij vol dat hij op een dag zijn gelijk zal halen.
Gu kreeg de doodstraf voor de moord op Heywood, maar haar straf werd in december 2015 omgezet naar levenslang.
Panama Papers is een samenwerking tussen Knack en onder meer ICIJ, Süddeutische Zeitung, MO*, De Tijd en Le Soir.
Website van ICIJ over Panama Papers
Door Alexa Olesen en Wen Yu
Vertaald door MO*, bewerkt door Naomi Skoutariotis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier