Gérald Papy
Charlie Hebdo: Er zal een voor en een na de aanslag in Parijs zijn
De aanslag op Charlie Hebdo dwingt onze leiders om nieuwe beleidsvormen uit te vinden om het samenleven te beschermen, schrijft Gérald Papy, adjunct-hoofdredacteur van LeVif/L’Express.
De aanslag op de zetel van Charlie Hebdo heeft een gigantische schok teweeg gebracht. De vrijheid van meningsuiting, de democratie en Frankrijk werden als doelwit gebruikt. De antwoorden op deze daad zullen ongetwijfeld ons dagelijks leven beïnvloeden.
Frankrijk en Parijs hadden geen dergelijke terroristische aanval meer gekend sinds 1995, toen een reeks aanslagen tussen juli en oktober acht doden eisten. Het trauma in Frankrijk en Europa na de aanval tegen het satirisch weekblad Charlie Hebdo dat het leven kostte aan 12 personen is dan ook zeer groot.
Het onderzoek zal de verantwoordelijken van deze aanslag moeten onthullen. Een klopjacht om de drie daders en hun eventuele medeplichtigen terug te vinden, werd in gang gezet. De feiten: volgens getuigen riepen de daders ‘Allah Akbar’; de gebruikte bewapening (AK 47-Kalachnikovs en zelfs een raketwerper) suggereren ook dat het om criminelen met een zekere ervaring gaat. Op dit moment lijken de islamistische terroristen, buiten de georganiseerde misdaad en terroristische groeperingen die actief zijn in Frankrijk, het meest in staat een dergelijke aanslag te plegen.
De context: Charlie Hebdo is het belangrijkste satirisch weekblad van Frankrijk en werd in een recent verleden bedreigd omwille van de publicatie van karikaturen van de profeet Mohammed: in 2006 na een eerste verschijning van 12 tekeningen in de Deense krant Jyllands-Posten; in 2011 na de aankondiging van de invoering van de sharia in Libië en de overwinning van de islamitische partij Ennahda in Tunesië en in 2012 na de uitzending van de film ‘Innocence of Muslims’ in de Verenigde Staten. In 2011 werd de zetel van het weekblad aangevallen met een molotovcocktail en gedeeltelijk in brand gestoken.
Ander contextelement: Frankrijk kan geraakt zijn omwille van zijn deelname aan de oorlog tegen het islamistisch terrorisme in Mali (tegen Al-Qaeda in de islamitische Maghreb), in Nigeria (tegen de groep Boko Haram) en in Irak en Syrië (tegen de Islamitische staat). Door Charlie Hebdo en Parijs als doelwit te nemen, verenigen de terroristen koele wraak en onmiddellijke represailles.
Met de aanslag van woensdag overschrijdt het islamitisch terrorisme een nieuwe drempel in de afschuw. Het zou niet meer om operaties gaan van de verkeerdelijk genoemde ‘lone wolves‘ in de stijl van Mohammed Merah in Toulouse in 2013 of Medhi Nemmouche in 2014 in het joods museum in Brussel maar om een soort oorlogsverklaring tegen Europa met betrekking tot de strijd van het Westen tegen de Islamitische staat.
De toekomst zal uitwijzen of de daders van het bloedbad in Parijs ‘opgeleid’ werden in het Iraaks-Syrisch oorlogsgebied, of ze recent teruggekomen zijn uit dat conflictgebied of ze ‘gewoonweg’ inspiratie gevonden hebben in het haatdiscours van IS-kalief Abu Bakr al-Baghdadi.
Hoe dan ook zal de aanslag van Parijs de houding van Europa tegenover islamistische groeperingen in de wereld wijzigen, de veiligheidsvoorzieningen beïnvloeden en de leiders dwingen om nieuwe beleidsvormen uit te vinden om het samenleven te beschermen.
Aanslag op Charlie Hebdo
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier