Charles Michel verdedigt zich tegen kritiek na incident met Von der Leyen in Ankara
Op Facebook stelt Charles Michel dat sommige beelden van de ontmoeting met Erdogan reacties en soms harde interpretaties hebben uitgelokt en ‘de indruk wekken dat ik ongevoelig zou zijn geweest voor de situatie’. Maar ‘niets is minder waar’, schrijft de Belgische Europese Raadsvoorzitter.
De Europese Raadsvoorzitter Charles Michel heeft zich woensdagavond in een reactie op Facebook verdedigd tegen de kritiek die hij kreeg voor zijn reactie op het incident met Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen in Ankara.
Toen von der Leyen en Michel dinsdag werden ontvangen door de Turkse president Recep Tayyip Erdogan bleek dat von der Leyen op een sofa moest plaatsnemen, terwijl haar collega Michel een stoel naast Erdogan aangeboden kreeg. Terwijl de Commissievoorzitster met een handgebaar uiting gaf aan haar verbazing, deed Michel er het zwijgen toe. Hij krijgt nu het verwijt dat hij had moeten ingrijpen.
Op Facebook stelt Charles Michel dat sommige beelden van de ontmoeting met Erdogan reacties en soms harde interpretaties hebben uitgelokt en ‘de indruk wekken dat ik ongevoelig zou zijn geweest voor de situatie’. Maar ‘niets is minder waar’, schrijft de Belg.
Volgens Michel veroorzaakte de strikte interpretatie van de protocolregels door de Turkse diensten een ‘schrijnende situatie’, namelijk ‘de verschillende, zelfs kleinerende, behandeling van de voorzitter van de Europese Commissie’.
‘Toen we de betreurenswaardige aard van de situatie inzagen, hebben we ervoor gekozen om dit niet te verergeren door er een publiek incident van te maken, en om voorrang te geven aan de inhoud van de politieke discussie die we, Ursula en ik, met onze gastheren aangingen.’
Michel zegt te betreuren dat de indruk is gegeven dat hij onverschillig zou hebben gestaan ten aanzien van protocollaire onhandigheid die von der Leyen moest ondergaan. ‘Zeker gezien het feit dat ik mij vereerd voel deel te nemen aan dit Europese project waarbij twee van de vier grote instellingen worden geleid door vrouwen, Ursula von der Leyen en Christine Lagarde, en ook fier ben dat het een vrouw was die mij – als eerste in de geschiedenis – heeft opgevolgd als premier van België.’
De Europese Raadsvoorzitter is naar eigen zeggen ook bedroefd dat deze situatie ‘het grote en nuttige geopolitieke werk’ dat in Ankara is verricht en waarvan Europa hopelijk ‘de vruchten zal plukken, overschaduwt’.