Eric Storm
‘Catalonië leert ons dat ook Vlaanderen in de Europese Unie nooit onafhankelijk zal worden’
De mislukte afscheiding van Catalonië heeft vooral duidelijk gemaakt dat de de Europese Unie economisch enorm belangrijk is. Een regionale onafhankelijkheid betekent dan ook economische zelfmoord. En dat geldt ook voor Vlaanderen.
Inmiddels is duidelijk geworden dat de afscheiding van Catalonië mislukt is. Zelfs de belangrijkste hoofdpersonen, zoals de voorzitter van het Catalaanse parlement Carme Forcadell en de vicepresidentvan de regionale regering, hebben erkend dat de onafhankelijkheidsverklaring van 27 oktober ‘symbolisch’ was en geen juridische effecten heeft. Als een moderne Don Quichot volhardt alleen Carles Puigdemont in zijn verzet.
Macht en internationale erkenning
Het is dus tijd om de balans op te maken en vooral naar de economische gevolgen van de mislukte afscheiding te kijken. Op basis daarvan wordt namelijk duidelijk dat een afscheiding binnen de huidige kaders van de Europese Unie in feite onmogelijk is.
De afscheiding mislukte echter in de eerste plaats – wat eigenlijk van tevoren duidelijk was – om politieke redenen. Het ontbrak de regio-regering simpelweg aan macht om de op 27 oktober uitgeroepen onafhankelijkheid ook daadwerkelijk effectief te maken. Tegenover een Spaanse staat die beschikt over financiële slagkracht, een leger, een politiemacht en een justitieapparaat en die bovendien de wet aan zijn zijde heeft, staan de separatisten machteloos.
De les van Catalonië: ook Vlaanderen zal in de Europese Unie nooit onafhankelijk worden
Eric Storm, nationalisme-expert verbonden aan de Universiteit van Leiden
Mogelijk net zo belangrijk is dat de Catalaanse republiek door geen enkel land erkend werd. Ook dat viel vanwege de precedentwerking van tevoren te voorzien. Een regio die op eigen houtje – en in strijd met de grondwet – een referendum over afscheiding organiseert zal zelden als onafhankelijke staat geaccepteerd worden.
Blijvende economische schade
Maar er was nog een cruciale ontwikkeling die de positie van de separatisten danig ondermijnde. Toen een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring een reële optie werd, verplaatsten zo’n honderd bedrijven per dag hun statutaire zetel naar andere delen van Spanje. De grootste, internationaal opererende bedrijven vertrokken als eerste, waaronder zes van de zeven Catalaanse ondernemingen uit de IBEX 35, de Spaanse beursindex. Inmiddels hebben meer dan 2500 vaak middelgrote ondernemingen hun voorbeeld gevolgd.
Deze bedrijven vertegenwoordigen ongeveer 30% van het Catalaanse bruto binnenlands product van de regio en zijn goed voor een evenredig deel van de werkgelegenheid. Uiteraard is deze verplaatsing in de eerste plaats een papieren exercitie. Maar in ongeveer de helft van deze ondernemingen heeft ook al besloten om op hun nieuwe adres de vennootschapsbelasting te gaan afdragen. Waarschijnlijk volgt het hoofdkantoor dan ook. Ironisch genoeg vertrokken de meeste naar Madrid. De economische schade voor Catalonië is nu dus al aanzienlijk en blijvend van aard.
Europese Unie onmisbaar
Waarom namen bedrijven deze maatregel? Er vallen een aantal specifieke oorzaken aan te wijzen. Zo wilden sommige ondernemers de informele boycot van Catalaanse producten door consumenten elders in Spanje omzeilen. Anderen waren benauwd dat ze zowel aan de Catalaanse als aan de Spaanse overheid belastingen zouden moeten afdragen.
De belangrijkste reden was echter zonder twijfel de noodzaak om binnen de Europese Unie te blijven. Een onafhankelijk Catalonië zou buiten de Unie terecht komen en dat kunnen veel bedrijven zich niet veroorloven. Uiteraard geldt dit voor banken en verzekeraars; zij moeten een beroep kunnen doen op noodleningen van de Europese Centrale Bank.
De eerste beursgenoteerde onderneming die vertrok was echter Oryzon. Dit biochemische bedrijf moet absoluut onder het Europese Geneesmiddelenbureau blijven vallen om te kunnen overleven. Het heeft immers geen zin alleen voor de Catalaanse markt nieuwe medicijnen te ontwikkelen.
Ook een internetbedrijf als Lleida.net heeft Europese certificaten nodig voor zijn webdiensten en verplaatste dus ook zijn hoofdvestiging. Dit maakt duidelijk dat het tegenwoordig voor grote en middelgrote bedrijven vrijwel onmogelijk is om buiten de juridische kaders van de Europese Unie te opereren en dit is misschien wel de belangrijkste les van het mislukte Catalaanse experiment.
Maar zou een door de centrale regering geautoriseerd referendum, zoals veel commentatoren voorstellen om een uitweg uit de impasse te vinden, wel een optie zijn? Dit zou de situatie niet wezenlijk veranderen. Ook dan zou Catalonië immers buiten de Europese Unie belanden.
Onafhankelijkheid is economische zelfmoorg
Volgens de door Europa gehanteerde Prodi-doctrine moeten nieuwe staten via de normale kanalen toetreding tot de Unie vragen. Dit impliceert een (tijdelijk) verblijf buiten de Europese Unie en dus ook het instellen van grenscontroles en importheffingen en het verstoren van grensoverschrijdende productieketens.
Ironisch genoeg vertrokken de meeste bedrijven van Catalonië naar Madrid.
Dit zou economische zelfmoord zijn. Voor Catalonië zou dit betekenen dat bedrijven niet alleen hun hoofdzetel zullen verplaatsen, maar ook (grote) delen van de productie. Met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid.
Een alternatief zou zijn om in de tussentijd deel uit te maken van de Europese Vrijhandelsassociatie, waardoor Europese regels van kracht blijven en toegang tot de interne markt gegarandeerd is. Toetreding kan echter alleen met toestemming van alle leden – en alle lidstaten van de EU – en het ligt niet voor de hand dat er met een regio wordt onderhandeld nog voordat deze daadwerkelijk onafhankelijk is.
Dit houdt in dat afscheiding binnen de Europese Unie geen reële optie is. En dit geldt dus ook voor Vlaanderen. Zolang Europa de regels niet aanpast om afscheiding mogelijk te maken binnen de Unie, zal een eigen staat een droom blijven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier