Lia van Bekhoven
‘Britse parlementsleden vergissen zich als ze denken dat een stropdas respect afdwingt’
Britse parlementsleden zijn niet langer verplicht een stropdas te dragen. Het veroorzaakte zowat een revolutie, schrijft Lia van Bekhoven. ‘Zoals katten met urine hun territorium afbakenen, fungeren stropdassen in Engeland als signalen voor waarschuwing of herkenning.’
Nog een paar dagen en de Britse volksvertegenwoordigers mogen op zomerreces. De 650 kamerleden lopen op hun tandvlees. Het afgelopen parlementaire seizoen was een van de meest bewogen in jaren. Alsof de brexitonderhandelingen, terreuraanslagen, de brand in de West-Londense woontoren en het dolend leiderschap van premier May niet voldoende waren, kwam daar vorige maand ook nog eens een onverwachte wijziging bij in de kledingvoorschriften. De beslissing van de voorzitter van het lagerhuis om mannelijke volksvertegenwoordigers te ontheffen van de verplichting een stropdas te dragen, heeft er behoorlijk ingehakt.
‘Britse parlementsleden vergissen zich als ze denken dat een stropdas respect afdwingt.’
Revolutie om de stropdas
Britse kamerleden ontkennen allergisch te zijn voor de 20ste eeuw (aan de 21ste eeuw zijn ze nog niet toe). Klopt, het gebruik van mobiele telefoons en iPads in de debating chamber is toegestaan. Maar elektronisch stemmen is nog steeds niet mogelijk, pruiken van de klerken zijn pas in februari afgeschaft en parlementariërs blijven elkaar aanspreken met ‘my right honourable friend the member for Uxbridge and South Ruislip‘, als ze Boris Johnson bedoelen.
In die wereld is de stropdas een heilig onderdeel van het protocol. Schrap dat kledingstuk en je reduceert de moeder der parlementen tot het niveau van een goedkoop gelambriseerde raadszaal in de provincie. De Daily Telegraph waarschuwde voor een verschrikkelijke toekomst van ‘kamerleden in teenslippers en korte broek.’
Tenminste een Tory zei te weigeren vragen te beantwoorden van dasloze collega’s. ‘Wie zegt dat brexit de politieke agenda domineert?’, twitterde Liberaal-Democraat Tom Brake die het onderwerp had aangeslingerd. ‘Mijn vraag over de stropdas heeft de traditionalisten wakker geschud. Revolutie!’
Zoals katten met urine hun territorium afbakenen, fungeren stropdassen in Engeland als signalen voor waarschuwing of herkenning.
‘Stropdassen zijn politiek beladen’
Stropdassen zijn politiek beladen. Zoals katten met urine hun territorium afbakenen, fungeren stropdassen in Engeland als signalen voor waarschuwing of herkenning. Het zijn uithangborden. Zo herkennen mannen die lid zijn van dezelfde herensocieteit elkaar aan hun stropdas.
Ik werd me daar pas van bewust toen ik op een avond een nieuwslezer en een politicus dezelfde das zag dragen. Het was er een met zalmroze en groene strepen. Ze zijn de dracht van leden van de akelig exclusieve Garrick club, bleek. De kleuren waren handig, zei een vriend, ‘omdat ze verbergen hoe de heren tijdens de lunch gemorst hebben met de zalm en komkommer’.
Wat voor sommigen een bevrijding is, vooral bij temperaturen van 30 graden in een antiek geventileerd parlement, is voor anderen een verarming.
Dasloosheid reduceert respect voor het parlement, klinkt het. Mark Zuckerberg is nog nooit in een das gezien en geniet waarschijnlijk veel meer respect.
Dasloosheid reduceert ‘het respect voor het parlement’, zei kamerlid Peter Bone. Een veelzeggende opmerking, vond ik, omdat het impliceert dat er nog steeds politici zijn die denken dat de Britse kiezer ontzag voor hun soort heeft. Terwijl het respect voor Mark Zuckerberg die nog nooit in een stropdas gezien is en waarschijnlijk voor het laatst een overhemd droeg op zijn bar mitzvah, vele malen groter is.
Lange verhouding met stropdassen
Nou hebben de Britten een lange en lastige verhouding met stropdassen. Het duurde jaren voordat modekoning Beau Brummel (we spreken 1800) de Engelse heer ervan overtuigd had de hoge hakken en kanten bloezen in de kast te laten, ten gunste van een onopvallend shirt van goede snit en een stoffen doek om de nek. Brummel had stijl. Hij was zo beroemd om zijn goede smaak dat hij publiek trok bij het aankleden. Zijn gestoei met de witte doeken om zijn hals, voorloper van de stropdas, kon uren duren.
Begrijpelijk dus dat kamerleden, een demografie die weet niet uit te blinken in elegantie en voor wie de verplichting van een das een houvast is in het mijnenveld van de herenmode, zoveel moeite heeft dat kledingstuk op te geven. Dat standbeeld van Beau Brummel in het hartje van Londen staat er niet voor niks.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier