Brein achter aanslagen van 22 maart 2016 stond op Franse jihad-hitlijst
Parijs heeft in het grootste geheim het brein achter de aanslagen in Brussel en Parijs laten executeren. De Franse journalist Matthieu Suc onderzocht hoe samenwerkende geheime diensten Oussama Atar en nog zes IS-kopstukken opspoorden.
De makers van de serie Homeland zouden er zo een nieuw seizoen over kunnen schrijven. Na de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs, waarbij 130 mensen omkwamen, stelde de Franse inlichtingendienst DGSE een lijst op met zeven personen die verantwoordelijk waren voor het bloedbad. Samen met collega-inlichtingendiensten spoorden de Fransen de terroristen op in Syrië, de Amerikanen executeerden ze met hun drones. De laatste naam die van de ‘hitlist’ werd geschrapt, is die van Oussama Atar, ook wel Abou Ahmad al-Iraqi of ‘de Belg’ genoemd. De Belgische terrorist van Marokkaanse afkomst was ook het brein achter de aanvallen in Brussel, die aan 32 mensen het leven heeft gekost. Hij is in november 2017 bij een luchtaanval in Syrië uitgeschakeld.
In Frankrijk, maar ook in België en Nederland zijn nog meerdere slapende cellen aanwezig.
Matthieu Suc, onderzoeksjournalist bij het Franse webmagazine Mediapart en auteur van het onlangs verschenen boek Terreurspionnen, bracht het nieuws naar buiten. Suc kwam er ook achter dat het kalifaat buitengewoon goed was georganiseerd en zelfs een eigen geheime dienst had. Met de executie van Oussama Atar, die verantwoordelijk was voor de buitenlandse tak van de dienst, lijkt het ‘aanslagenbureau van de IS’ op sterven na dood. Toch blijft het kalifaat gevaarlijk, zegt Suc.
U onthulde dat de Fransen zeven kopstukken hebben laten elimineren. Parijs treedt liever niet naar buiten over de executies. Waarom niet?
Matthieu Suc: De Fransen zijn inderdaad erg discreet geweest in hun communicatie, zij spreken liever van ’toeslaan op strategische locaties’. Dat komt omdat ze niet willen uitspreken dat ze opdracht geven tot moord. Deze terroristen hebben geen proces gehad. Toch heeft de minister van Defensie destijds gezegd dat het om vijanden van de republiek gaat, en dat ze op represailles kunnen rekenen.
Daar komt bij dat het niet alleen om vergelding draait: de jihadi’s zijn ook om preventieve redenen opgespoord en geëlimineerd. De diensten wilden voorkomen dat er meer aanslagen worden gepleegd. Bovendien is het niet altijd duidelijk wie wat waarom doet: als een Amerikaan een IS-kopstuk in het vizier heeft, gaat hij zich niet afvragen of die op een Franse hitlist staat of dat hij 13 november aan het wreken is, dan drukt hij gewoon op de knop. Een andere reden om voorzichtig te zijn, is dat het na een droneaanval lastig te bewijzen is of iemand ook echt niet meer leeft. Sommige doodverklaarde terroristen zijn al uit de dood herrezen.
Wie zijn deze zeven mannen en wat was hun aandeel in de aanslagen?
Suc: Ergens bovenaan op de lijst stonden Mohamed al-Adnani, de nummer twee en woordvoerder van het kalifaat, en zijn rechterhand Abou al-Bara al-Iraki. De man die de commando’s trainde, Abou Walid al-Souri, werd als een van de eersten getraceerd in februari 2016. Er stonden ook oudgedienden op, zoals Boubaker el-Hakim. Hij was in 2000 een van de oprichters van de Buttes Chaumont-cel in Parijs. Daar voegden zich later de gebroeders Kouachi bij, de daders van de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo. De Fransen richtten zich ook op de meer uitvoerende types, zoals Abou Maryam al-Iraki, die zich bezighield met het plannen van de reizen van jihadisten naar Europa. Abou Mahmoud al-Chami was de technische man. Hij had verstand van explosieven en kwam naar België om daar de bomgordels te maken die zijn gebruikt in de Parijse cafés en concertzaal Le Bataclan.
Pas na die 13e november 2015 realiseerde het Westen zich hoe hard de IS kon toeslaan. Waarom zo laat?
Suc: Voor de aanslagen van 11 september 2001 hadden de Amerikanen ook niet door waar Al-Qaeda toe in staat was. Dat heeft allerlei oorzaken. Geheime diensten overlegden nauwelijks en zaten elkaar soms dwars. Enorm zonde, want vaak is het zo dat iedereen een deel van de puzzel in handen heeft, maar niemand de stukjes naast elkaar legt. Zo ging dat in Europa voor 13 november ook.
De Franse diensten hebben het jihadisme heel lang onderschat. Zij associeerden religieus fanatisme met ouderwetse werkwijzen, terwijl binnen de IS veel kennis over geavanceerde wapens en technologieën aanwezig is. Ook over propaganda trouwens. De inwoners van het kalifaat krijgen fragmenten uit de film Mission Impossible te zien, die duidelijk moeten maken dat jihadi’s net als Tom Cruise aan stalen kabels kunnen hangen.
De inlichtingendiensten hebben zich bovendien blindgestaard op jonge terroristen die het veldwerk deden, het kanonnenvoer. Achter hen staan veteranen met veel militaire kennis, die in Syrië en Irak hebben gevochten.
Welke geheime diensten werkten mee aan deze klopjacht?
Suc: Na de aanslagen in Parijs werden alle landen die ook een doelwit van IS zouden kunnen zijn, wakkergeschud. Het was een enorme aansporing om samen te werken. De hoofdrol was weggelegd voor de Amerikanen, de Britten, de Israëliërs en de Russen, maar ook de Chinezen hebben meegedaan. De Fransen hebben vooral veel inlichtingen verstrekt.
Hebben de Belgische diensten een speciale rol gespeeld?
Suc: Daar ben ik niet goed achter kunnen komen, maar Parijs werkt nauw samen met Brussel. Ik ben in mijn onderzoek wel meerdere Belgen tegengekomen. Zo was er ene ‘Iliass de Belg’, Iliass Azaouaj, een spion die namens de Belgische en Marokkaanse inlichtingendiensten infiltreerde in het kalifaat. Hij werd ontmaskerd nadat iemand stiekem genomen foto’s van ‘broeders’ op zijn computer had ontdekt. Vlak voor zijn executie toonde hij berouw. Hij werd daarna gedwongen mee te doen aan een zelfmoordoperatie, maar toen Azaouaj op de knop drukte, ging zijn bomgordel niet af. Het was een test, om te kijken of hij wel echt aan de goede kant stond.
Hoe zat de geheime dienst van het kalifaat in elkaar?
Suc: ‘Amniyat’, ook wel ‘AMNI’ genoemd, had twee takken. Het interne bureau hield zich bezig met het opsporen van infiltranten en het toepassen van de sharia. De externe club organiseerde aanslagen in het buitenland en zorgde ervoor dat de jihadi’s naar Europa kwamen, bijvoorbeeld door ze mee te sturen in de stroom vluchtelingen. Wie op pad ging, moest voor zijn vertrek trouw zweren aan Al-Adnani.
De Fransen hoorden overigens voor het eerst van het bestaan van deze inlichtingendienst van de veroordeelde Syriëganger Nicolas Moreau. Hij liet in verhoren iets vallen over deze organisatie. Vermoedelijk was het Abdelnasser Benyoucef, een Algerijn die in Frankrijk opgroeide, die met het idee voor een aanslagenbureau kwam. Hij fluisterde kalief Abou Bakr al-Baghdadi in het oor dat hij vooral de Fransen te grazen moest nemen en hoe hij dat moest aanpakken.
Het aanslagenbureau bestaat niet meer en chef Atar is dood. Moeten we in Europa nog bang zijn voor grote aanslagen?
Suc: De Franse inlichtingendienst denkt dat een grote aanslag zoals in november 2015 er niet meer in zit, omdat het kalifaat de mensen en de middelen niet heeft. Volgens mij is dat niet het geval en zijn ze in Syrië alweer bezig een nieuw aanslagenbureau op te richten.
Daarnaast zijn er nog andere gevaren. In Frankrijk, maar ook in België en Nederland zijn meerdere slapende cellen: jihadi’s die naar Syrië hadden gewild maar die het land niet inkwamen. Hun probleem is dat ze moeilijk aan wapens kunnen komen: handelaren staan niet te springen om hun waar aan terroristen te verkopen.
Dan heb je nog degenen die onder de radar blijven, en hun informatie van allerlei instructiefilmpjes op internet halen. Dat zijn de mensen die een mes uit de keukenla grijpen, of toeslaan met een busje. Het gevaar is nog niet geweken.
Beluister Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier