
Boycot tegen Amerika: is het zinvol om geen producten uit de VS meer te kopen?
Van Tesla over McDonald’s en Coca-Cola tot Jack Daniel’s: wereldwijd groeit de weerstand tegen Amerikaanse producten en bedrijven. Maar is het meer dan een symbolisch signaal? Experts wegen de economische en geopolitieke gevolgen af.
De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen zal niet meer via X communiceren omdat ‘dit communicatiekanaal niet langer in lijn ligt met de waarden van de NMBS’. Velen waren het spoorwegbedrijf voorafgegaan en hadden het vroegere Twitter al de rug toegekeerd.
Ondertussen viseren vandalen automerk Tesla, dat net als X in handen is van de rijkste man ter wereld, Elon Musk. In het Luikse Awans werden op het bedrijfsterrein van Tesla auto’s beklad met hakenkruisen, in Berlijn werden vier Tesla’s in brand gestoken, in Den Haag werd er op de ruiten van een Tesla-showroom ‘nee tegen nazi’s’ en ‘fuck off fascist’ gespoten.
Als rechterhand van president Donald Trump slankt Musk met de botte bijl het Amerikaanse overheidsapparaat af. Bovendien mengde hij zich in de verkiezingen van onder meer Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en steunde daarbij rechts-extremistische partijen. Maar het verzet richt zich niet langer alleen tegen de bedrijven van Musk.
Zo introduceerde Salling, de grootste Deense supermarktgroep, een label voor Europese producten, zodat de klanten makkelijker Amerikaanse varianten kunnen boycotten. Het is een reactie op de aankondiging van Trump dat hij Groenland wil kopen, dat administratief deel uitmaakt van het koninkrijk Denemarken.
In Canada worden in supermarkten massaal Amerikaanse producten uit de rekken gehaald en wint de ‘Buy Canadian’-beweging terrein. Op Facebook – een Amerikaans product – worden Canadese alternatieven gesuggereerd voor Amerikaanse merken als Kraft, Campbell’s en Starbucks. Dat is het gevolg van de hoge invoertarieven die Trump uitvaardigde voor Canadese producten en vooral van zijn uitspraken dat Canada de 51e staat van de VS moet worden.
Vanuit economisch perspectief is het heel eenvoudig: het is nooit zinvol om handel te belemmeren.’
Bruno Merlevede, professor internationale handel (UGent).
In Europa wordt er ook steeds meer opgeroepen om Amerikaanse producten te boycotten, zeker sinds Trump dreigde met een invoertaks van 200 procent op alcoholische dranken uit Europa. Vooral in wijnproducerende landen als Frankrijk en Italië is er sprake van om niet alleen de Amerikaanse whisky Jack Daniel’s te boycotten, maar ook McDonald’s, Airbnb en Ford.
Bij ons publiceerde de krant De Morgen enkele weken geleden een lijst met als titel ‘Wil je afscheid nemen van Amerikaanse producten zoals Netflix of Facebook?’ De lijst biedt Europese alternatieven voor iPhone, Dell, KitchenAid, Levi’s, Nike, Disney+, Coca-Cola, Pepsi, Google, Gmail, Instagram, WhatsApp enzovoort. Allemaal om u ‘op weg te helpen’, zoals in het begeleidende artikel staat en daarmee is de boodschap meteen duidelijk.
‘Teslaschaamte’ of concurrentie? Waarom Tesla van zijn pluimen verliest
Zware sancties
Is dit de comeback van de boycot? ‘Was die weg?’ kaatst professor internationale economie Glenn Rayp (UGent) de bal terug. Hij maakt een onderscheid tussen economische sancties, die door regeringen worden uitgevaardigd, en economische boycots, die vooral door consumenten worden gedragen. ‘Maar ze hebben gemeen dat ze de handel, investeringen, reizen enzoverder willen stilleggen om zo druk uit te oefenen en een bepaalde doelstelling te bereiken.’
Het gebruik van economische sancties is de voorbije 20 jaar sterk toegenomen, vertelt Rayp. ‘Het meest sprekende voorbeeld zijn de zware sancties tegen Rusland. Dat ging niet alleen over economische sancties, maar ook hun financiële tegoeden in het buitenland werden bevroren en Rusland werd uitgesloten van het internationale betalingsverkeer. Ook tegen Iran werden er zware sancties genomen.’
Of die sancties enig resultaat hadden, is een andere vraag. ‘Die tegen Iran hebben een enorme impact als het de bedoeling was om te voorkomen dat het land kernwapens zou produceren’, zegt Rayp. ‘Maar als het de bedoeling was om Iran van de internationale gemeenschap uit te sluiten, waren ze minder doeltreffend, want Iran drijft nog steeds handel met bijvoorbeeld China en India.’ Hetzelfde geldt voor Rusland: ‘De sancties doen Rusland pijn, maar ik denk dat er toch meer van werd verwacht.’
Zo komt Rayp tot een eerste conclusie: ‘In de periode van de Koude Oorlog, vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991, had je duidelijke economische blokken en was het eenvoudig: als je uit de westerse markt werd gestoten, werd het problematisch. Maar sindsdien leven we in een multipolaire wereld: als je nu wordt uitgesloten, zijn er alternatieven. Dat zie je met Rusland. De westerse landen legden zware sancties op, maar Rusland kon handel blijven drijven met onder meer China, India en Turkije.’
Brood van de bakker
Economische sancties tegen een land hebben nog enigszins effect, maar de gevolgen van een boycot die uitgaat van consumenten zijn gering. ‘Je weet toch waar het woord “boycot” vandaan komt?’ vraagt professor economische geschiedenis Erik Buyst (KU Leuven). ‘Het komt van Charles Boycott, een Britse landeigenaar in Ierland die, aan het einde van de 19e eeuw, zijn pachters zo slecht behandelde dat ze hem collectief in de ban deden.
‘Ze zorgden ervoor dat niemand de vrijgekomen gronden wilde pachten, niemand nog voor hem wilde werken, zelfs zijn post werd niet meer besteld. Uiteindelijk hebben de Ieren hun slag thuis gehaald. Boycott is met de staart tussen de benen naar Engeland teruggekeerd. Die boycot was dus zeer succesvol.’
Maar niet alle boycots kennen zo’n duidelijk succes, weet ook Buyst: ‘Vanaf de jaren 1960 was er een boycot tegen Zuid-Afrika als protest tegen het apartheidsregime. Dat is uitendelijk een lange slijtageslag geworden, de apartheid is pas in 1990 afgeschaft.’
Dan rijst automatisch de vraag: hoe zinvol is een boycot? ‘Vanuit economisch perspectief is het heel eenvoudig’, zegt professor internationale handel Bruno Merlevede (UGent). ‘Het is nooit zinvol om handel te belemmeren. Want waarom wordt er handel gedreven? Ik zal het nog eenvoudiger stellen: waarom koop je brood bij de bakker? Omdat het brood bij de bakker goedkoper en lekkerder is en je je tijd niet moet steken in het zelf bakken. Natuurlijk zijn de beweegredenen om tot een boycot over te gaan niet van economische aard. Een regering doet het vaak om geopolitieke redenen, voor consumenten is het een vorm van protest in de hoop dat het zorgt voor verandering. Maar of het werkt?’
‘Het businessmodel van Tesla is: op grote schaal produceren om kosten te drukken. Als de verkoop zakt, komt dat verdienmodel op de helling te staan.’
Erik Buyst, professor economische geschiedenis (KU Leuven).
Gentse Coca-Cola
Eenvoudig is zo’n boycot in elk geval niet. Neem de boycot van Amerikaanse producten – maar wanneer is een product Amerikaans? Zijn alle merken die op het lijstje van De Morgen staan Amerikaans? Merlevede: ‘Er is hier in Gent een bottelarij van Coca-Cola en natuurlijk gaat de winst die daar gemaakt wordt naar het hoofdkantoor in de VS, maar kun je de Coca-Cola die hier wordt gebotteld Amerikaans noemen? Als wij morgen geen Coca-Cola meer drinken, treffen we niet zozeer de VS maar vooral de mensen die in de Gentse vestiging werken.’
‘En nog iets,’ zegt Buyst, ‘laten we niet vergeten dat pakweg de helft van de Amerikanen niet voor Trump heeft gestemd. Wil je ook hen treffen? Is het zinvol om de VS als geheel te willen straffen? Als dat al zou kunnen, want de Amerikaanse economie is erg gesloten: amper 10 procent van het bbp is afhankelijk van de export. Amerika kan een boycot dus makkelijk overleven.’
Rayp is het daarmee eens en zegt dat een boycot eerder ‘een signaal is van politieke afkeer en afkeur. In Canada komen de consumenten nu in groten getale in beweging om geen Amerikaanse producten meer te kopen, misschien in de hoop dat het bij iemand in de Amerikaanse regering doordringt dat de Canadezen niet ingenomen zijn met de Amerikaanse houding?’
Wat vindt men er in Canada zelf van? ‘Ik denk niet dat de boycot zal werken zoals velen hier hopen dat hij zal werken’, zegt socioloog Barry Eidlin (McGill University, Montreal). ‘Het kan Trump en zijn regering niets schelen wat de Canadezen denken van hun beleid en uitspraken. Vaak zijn boycots niet zozeer een efficiënte politieke actie, maar eerder een uiting van individuele morele verontwaardiging.’
Zijn collega Shelley Boulianne (Mount Royal University, Calgary) formuleert het zo: ‘Veel burgers voelen zich machteloos in de huidige geglobaliseerde politieke wereld. Maar uit onderzoek blijkt dat zelfs activiteiten die weinig inspanning vergen, zoals berichten plaatsen op sociale media of meedoen aan een boycot, burgers kunnen helpen om zich sterker te voelen.’
Hitlermobiel
De meeste experts zien dus maar weinig effecten van een consumentenboycot tegen een land, zeker tegen een economische grootmacht als de VS, maar dat is anders als het tegen een bedrijf is gericht.
Eén voorbeeld uit een zeer lange rij: toen brouwerijreus AB InBev in de VS in een campagne voor zijn biermerk Bud Light een transgender influencer in beeld bracht, reageerde de rechts-conservatieve consument vol afgrijzen en er werd opgeroepen om voortaan geen Bud Light meer te drinken. De verkoop van Bud Light zakte in elkaar en AB InBev verloor zo’n 20 miljard euro aan beurswaarde. Tegenwoordig maakt Bud Light reclamespots met luide, blanke mannen en een barbecue in de hoofdrol. Tussen haakjes: dit voorbeeld leert ons ook dat een boycot niet altijd uit progressieve of linkse hoek komt, zoals vaak wordt gedacht.
‘In het voorbeeld van Bud Light zie je wat er speelt: de aandeelhouderswaarde’, zegt Rayp. ‘Grote beursgenoteerde bedrijven zijn zeer gevoelig voor een boycot. Als hun belangrijkste beleggers, zoals pensioenfondsen, de gevolgen van zo’n boycot merken aan hun rendement, dringen die natuurlijk aan op een bijsturing van het beleid.’
We zien het nu ook met Tesla. De elektrische auto van Elon Musk wordt tegenwoordig al eens omschreven als een ‘swasticar’ of ‘Hitlermobiel’. Rayp: ‘Vijf jaar geleden was de aankoop van een Tesla nog een voorbeeld van een goede daad. Je toonde ermee dat je iets wilde doen tegen de opwarming van de aarde. Het was toen ook nog Tesla of niets, er bestond geen valabel alternatief voor een goede en goedkope elektrische wagen. Vandaag is dat heel anders. Er zijn nu wel goede alternatieven, en Musk heeft zich in de politiek gesmeten. Een Tesla kopen is nog altijd een statement, maar wel van een heel andere aard dan vroeger: je weet nu wie je steunt.’
De voorbije maanden zakte het Tesla-aandeel met meer dan 40 procent. De tegenvallende verkoop had zeker ook te maken met de figuur van Musk. ‘Dat gaat Tesla pijn doen’, zegt Buyst, ‘want ze worden gemaakt in giga-fabrieken waar enorm veel wagens van de band rollen. Dat is hun businessmodel: op grote schaal produceren om kosten te drukken. Als de verkoop zakt, komt hun verdienmodel op de helling te staan.’
De vraag is of Elon Musk, met een geschat vermogen van 300 miljard dollar, het zich aantrekt dat er minder Tesla’s worden verkocht. ‘Musk heeft zo’n groot vermogen dat hij niet wakker ligt van het verlies van enkele tientallen miljarden’, zegt Rayp. ‘Bovendien zit hij nu aan de knoppen van de Amerikaanse economie. Het lijkt er steeds meer op dat er in de VS een regime van oligarchen aan de macht is, die zichzelf kunnen bevoordelen. Musk kan een pak overheidsbestellingen in domeinen als defensie, ruimtevaart en informatica bij zijn eigen bedrijven plaatsen. Dat levert hem misschien meer winst op dan het verlies met Tesla.’
Schadelijke retoriek
Bij dat alles is het opmerkelijk dat zij die uit onvrede met het beleid en de uitspraken van president Trump oproepen tot een boycot van Amerikaanse producten, vaak dezelfde nationaal-egoïstische en economisch schadelijke retoriek gebruiken als de de verfoeide president. ‘Make America Great Again’ wordt in Canada beantwoord met ‘Buy Canadian’, in India ‘Make in India’, in Mexico werd dat ‘Hecho en México’ (Geproduceerd in Mexico), in Turkije ‘Yerli ve Milli’ (Lokaal en Nationaal).
Meer en meer landen plooien op zichzelf terug. President Emmanuel Macron benadrukte het belang van Europese zelfvoorziening, waarbij évidemment voor Frankrijk een eersterangsrol is weggelegd. Onze minister van Defensie, Theo Francken (N-VA), denkt dan weer aan een eigen Belgische defensie-industrie. Om het met de beeldspraak van Merlevede te zeggen: ‘Iedereen wil zijn eigen brood bakken.’
‘Als je verdeeld reageert tegen zo’n economisch agressief land als de VS onder leiding van Trump, verlies je zeker.’
Glenn Rayp , professor internationale economie (UGent).
‘Het komt allemaal neer op protectionisme’, zegt Buyst. Lang werd gedacht dat het protectionisme, waarbij de eigen markt wordt afgeschermd van het buitenland, dood en begraven was, maar Buyst zag het heropleven met de bankencrisis in 2008: ‘Toen de banken gered moesten worden, was het ieder voor zich. Er is toen zelfs een ruzie uitgebroken tussen Nederland en België over de redding van Fortis, kun je nagaan hoe ver het nationaal egoïsme ging. Tijdens de coronacrisis hebben we het opnieuw gezien. Er was toen een tekort aan mondmaskers, vaccins en nog meer en de eerste reflex van de landen was: we moeten voor onszelf zorgen.’
‘Tussendoor was er de eerste ambtstermijn van Trump, die toen ook al met handelstarieven afkwam om de Amerikaanse markt af te schermen’, vervolgt Buyst. ‘Wat we nu merken, was dus al langer aan het broeien, en Trump zet daar nu een turbo op. En wat zien we? Alle landen denken eerst en vooral aan zichzelf.’
‘Dat zien we inderdaad ook met de ‘Buy Canadian’-beweging’, zegt Eidlin. ‘Dat gaat niet alleen om het boycotten en economisch straffen van de VS. Het is ook een vorm van Canadees nationalisme: we laten zien dat we onze eigen boontjes kunnen doppen en dat we niet van plan zijn om ons door Trump te laten annexeren. Tegelijkertijd zie ik dat de Canadese overheid en bedrijven zich meer en meer oriënteren op Europa en andere delen van de wereld om hun blootstelling aan de Amerikaanse markt te verminderen.’
Dat is volgens Rayp ook de richting die er moet worden uitgegaan: ‘We zouden veel meer druk op de VS kunnen zetten als de EU, Canada, Verenigd Koninkrijk, Mexico, Brazilië, Australië, Japan enzovoort beter zouden samenwerken. Noem het een samenwerking van de slachtoffers, een handelsfront tegen de VS.’
Onbetrouwbare bondgenoot
‘Klinkt allemaal goed,’ zegt Buyst, ‘maar eenvoudig zal dat niet zijn. Kijk naar het handelsakkoord tussen de Europese Unie en de vier Mercosur-landen Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay. Dat akkoord was een ware lijdensweg, 25 jaar is daarover onderhandeld. Ook bij ons was er verzet tegen, de ene keer door partijen als de PVDA-PTB, de PS en Ecolo, de andere keer door de landbouworganisaties.’
En vandaag is dat nog steeds zo. Buyst: ‘Toen Commissievoorzitter Ursula von der Leyen enkele weken geleden naar India trok met het oog op meer samenwerking, schoten onmiddellijk een aantal belangengroepen in een kramp omdat ze vrezen dat daarmee aan hun belangen zal worden geraakt. Zo’n handelsfront is een uitstekend idee, maar we mogen niet naïef zijn.’
Rayp weet dat ook, maar vraagt voorzichtig: ‘Mag ik de huidige situatie even vergelijken met wat Europa heeft meegemaakt in de periode 1935-1939? De politieke verdeeldheid die toen heerste, heeft kansen geboden aan de nazi’s. Je hoort me niet zeggen dat de VS zo agressief zijn als de nazi’s, maar Trump heeft toch gezegd dat de Europese Unie is “opgericht om de VS te naaien”. Na zo’n uitspraak kun je de VS toch niet meer vertrouwen als bondgenoot?’
‘We waren op weg naar een open samenleving, met goede betrekkingen tussen de landen, zeker op economisch vlak’, vervolgt Rayp. ‘Dat lijkt met de VS moeilijk te worden, maar moeten we daarom het hele idee opgeven? Moeten we niet proberen om dat doel te realiseren met andere landen? Ik denk dat we geen keuze hebben. Want als je verdeeld reageert tegen zo’n economisch agressief land als de VS onder leiding van Trump, verlies je zeker.’