Biograaf Jonathan Israel: ‘Volgens Spinoza kan de gemeenschap sneller bedreigd zijn door de eigen burgers dan door externe vijanden’
In een tijd waarin de democratie onder druk staat, heeft de vrijdenker een belangrijke rol te vervullen, zegt Spinoza-biograaf Jonathan Israel. Filosofe Tinneke Beeckman vroeg hem uit.
‘Een vrijdenker is iemand die strijdt tegen buitensporige controle door de overheid, of door een andere autoriteit’, zegt de Britse historicus Jonathan Israel. ‘Iemand die vrijuit wil denken, spreken én publiceren. Zonder censuur of dwang.’
Israel publiceerde vorig jaar de bejubelde biografie Spinoza. Life & Legacy en komt in november op De Nacht van de Vrijdenker spreken over de Nederlandse filosoof Baruch Spinoza en diens ideeën over vrijheid, democratie en de massa.
‘Maar met die definitie kan “vrijdenker” ook slaan op een anarchist’, vervolgt Israel ons zoomgesprek. ‘Of op iemand die immorele, schadelijke ideeën over de samenleving verkondigt. Voor mij, en ik denk ook voor Spinoza, betekent vrijdenker iemand die het recht op vrije mening combineert met een ethische integriteit. Dat impliceert rationeel beargumenteerde opvattingen over ethische en politieke posities. Vrijdenker heeft wellicht niet voor iedereen ook deze ethische dimensie.’
Op welke manier is dat vandaag nog relevant?
Jonathan Israel: Het aantal democratische landen neemt af, het aantal autocratisch geregeerde landen neemt toe. In die laatste categorie heerst een dwang om je te conformeren. Privé durft men wel dingen te zeggen die men publiek niet meer zou herhalen. In zo’n situatie heeft de vrijdenker een belangrijke plaats. Onlangs sprak ik met een Chinese collega. Hij vertelde dat zijn landgenoten een onderscheid maken tussen wat ze zeggen tegen iemand die ze privé vertrouwen, en wat ze durven of willen zeggen als ze in een ruimere groep zijn. Openlijk zeggen ze vaak het omgekeerde van wat ze eigenlijk denken.
‘Tijdgenoten vonden de denkbeelden van Spinoza schokkerend en hatelijk.’
In uw biografie benadrukt u Spinoza’s afkomst, en het traject dat zijn Joodse voorouders hebben afgelegd, om zijn liefde voor vrijheid te begrijpen.
Israel: Spinoza was afkomstig van een Sefardisch-Joodse familie uit Portugal, die zich na 1497 gedwongen tot het christendom bekeerde. Maar de familieleden bleven in het geheim wel trouw aan het joodse geloof: ze namen een crypto-joodse houding aan en leefden naar buiten toe als christenen. Veel voormalige Joodse families hebben zo moeten leven door de inquisitie in de 16e en 17e eeuw. Veel familieleden van Spinoza – voorouders, tantes, ooms, andere leden – zijn gearresteerd, enkele werden zelfs tot de brandstapel veroordeeld. Die vreselijke vervolgingen hebben een schaduw over de hele familiegeschiedenis geworpen. Vanaf zijn kindertijd moet Spinoza, die leefde van 1632 tot 1677, zich daar bewust van zijn geweest. Volgens mij heeft dat zijn verlangen naar vrijheid van denken en geweten bevorderd. Daarom kwam zijn familie ook naar Amsterdam, waar hij geboren werd. Die stad was het meest vrij.
Spinozisten Herman De Dijn en Tinneke Beeckman: ‘Spinoza kan troost bieden in deze tijden’
In 1656 werd de 23-jarige Spinoza door de rabbijnse autoriteiten uit de Joodse gemeenschap verbannen. Hij moest alleen verder. Hoe stond hij toen tegenover dat joodse geloof?
Israel: Spinoza’s verbanning was een gevolg van zijn weigering om aan de strikte, controlerende regels van die raad te gehoorzamen. Veel orthodoxe joden zouden zeggen dat hij geen lid meer was van de Joodse gemeenschap. Maar zijn houding tegenover het joodse geloof was genuanceerder. Als kind volgde Spinoza les aan de Joodse school, waar hij Hebreeuws studeerde en de Bijbelse teksten las volgens de Sefardische traditie. Daarbij leerde hij veel middeleeuwse Joodse denkers kennen, zoals Maimonides, Gersonides – die ook een beetje een vrijdenker was – Abraham Ibn Ezra en anderen. Dat merk je aan zijn complexe Bijbelkritiek: Spinoza beargumenteert omstandig waarom Mozes de Pentateuch niet kon hebben geschreven. Of hoe de Bijbel teksten bevat uit verschillende perioden, geschreven door uiteenlopende auteurs. In zijn bibliotheek, zoals die in 1677 na zijn dood werd teruggevonden, stonden vooral Latijnse boeken, enkele Nederlandstalige en een twintigtal Hebreeuwse boeken.
Spinoza paste zijn naturalisme – God en natuur vallen samen – consequent toe. Hij meende bijvoorbeeld dat het Joodse volk niet uitverkoren kon zijn.
Israel: In Joodse kringen was hij erg berucht voor die claim. Die past bij een van zijn belangrijkste ideeën: dat de mensheid één entiteit is, in morele zin. Er valt geen enkele hiërarchie te bedenken, ook geen sociale, die de ene groep hoger zou plaatsen dan een andere.
Spinoza was ook een politieke denker en een vroege voorstander van de democratie. Hoe zag zijn democratie eruit?
Israel: Sommige commentatoren twijfelen eraan of Spinoza wel zo’n belangrijke bijdrage aan de opkomst van de democratie leverde. Maar ik ben overtuigd van wel. Hij schreef lang voordat er een democratisch systeem was in West-Europa. In Athene had je wel een soort democratie in de 5e eeuw voor Christus, maar de Griekse filosofen waren er geen voorstander van. Spinoza was wel een filosofische voorstander.
Nu, vragen over de grondwet, over verkiezingen, over het politieke spel waren nog niet aan de orde. In Spinoza’s democratie was de hoogste waarde van de politiek het welzijn van de mensen in het geheel, de ‘salus populi’. De staat moet het algemeen belang dienen, bijvoorbeeld door vrede te bewaren en oorlog te vermijden. Daarnaast was Spinoza erg op zijn hoede voor partijdige belangen, zoals die van militairen of de adel. Bovenal wilde hij de macht van religieuze autoriteiten intomen.
Om dat algemeen belang te dienen, moet je dus een einde maken aan de monarchie. Spinoza hield niet van erfelijke macht, zoals de stadhouders in Nederland die hadden. Wie het best geschikt is voor een functie, moet verkozen kunnen worden. Spinoza verwerpt ook de aristocratische republiek, waarbij slechts een kleine minderheid alle macht heeft. Wanneer onvoldoende mensen politieke inspraak hebben, draait je aristocratische republiek uit op een oligarchie. Dat wilde hij niet.
Hij voorzag een wetgevende macht met grote raden. Daarin zijn uiteenlopende visies op de samenleving vertegenwoordigd. Beslissingen zijn het gevolg van overleg. Die raden controleren de overheid. In al die aspecten blijkt dat Spinoza oprecht een democratische denker was.
Spinoza lijkt wel ambivalenter als hij het heeft over de massa. Hij weet dat fanatisme niet alleen op de mensen wordt uitgeoefend, maar soms door de massa wordt aangestuurd.
Israel: De massa of ‘multitude’ is erg belangrijk. Hier speelt het joodse middeleeuwse denken. In een samenleving zijn er twee groepen. Een deel kan onafhankelijk denken, dat is een kleine minderheid. Een groot deel van de mensen zijn onwetend of slecht geïnformeerd. In zijn Politiek Traktaat noteert Spinoza dat de gemeenschap sneller bedreigd kan zijn door de eigen burgers dan door externe vijanden. Wat hij bedoelt, wordt duidelijk als je aan nazi-Duitsland of aan de Verenigde Staten vandaag de dag denkt. Een democratisch bestuur kan door een meerderheid van de eigen burgers omvergeworpen worden.
‘Spinoza hield niet van erfelijke macht, zoals de stadhouders in Nederland die hadden.’
Dat klinkt makkelijk elitair. Wat bedoelde Spinoza juist met de ‘onwetenden’?
Israel: Als Spinoza de ‘vulgus’ gebruikt, doelt hij niet op mensen van een bijzondere economische of sociale groep. Spinoza bedoelt wel wie niet onafhankelijk kan denken, wie geen dieper inzicht heeft. Dat heeft weer niets met een intellectuele elite of met hogere opleidingen te maken. Spinoza wilde wel degelijk gewone burgers aan de macht zien. Mensen uit Spinoza’s eigen kring hadden bijvoorbeeld vaak geen universiteit genoten. Dat gold ook voor Jarig Jelles, die het voorwoord schreef van Spinoza’s Opera Posthuma.
‘Vulgus’ slaat dus niet op wie arm of rijk zou zijn, of op wie veel of weinig gestudeerd zou hebben. Onder ‘vulgus’ valt iedereen die onder invloed is van een ideologie. Of die macht nastreeft uit eigenbelang. Zoals koningen, bisschoppen, sommige aristocraten en anderen. Vaak zijn zij de ergste ‘onwetenden’. Je kunt een boer zijn in Spinoza’s tijd en toch een helder inzicht hebben in hoe het er in de wereld aan toegaat. Veel mensen konden ook lezen, en zich informeren.
Spinoza werd ook vervloekt als een duivelse denker. Terwijl hij toch vooral de rede, democratie en vrijheid verdedigt.
Israel: Hij was inderdaad ontzettend gehaat. Spinoza wilde geen atheïst worden genoemd. Dat betekende voor hem dat hij geen ethische visie meer zou hebben. Maar zijn denken is wel seculier. Hij verdedigt een soort ‘ware religie’, met naastenliefde en rechtvaardigheid als principes. Maar hij beperkt de macht van de geïnstitutionaliseerde godsdienst wel heel sterk. Hij stelt God en natuur aan elkaar gelijk. Hij gelooft niet in mirakels, niet in het bovennatuurlijke. Niet in demonen of duivels. God denkt niet, beslist niet, grijpt niet in het leven van mensen in. Dus alles wat religieuze leiders beweren, klopt niet. Daarom was Spinoza dynamiet, om Nietzsches favoriete uitdrukking te hernemen. Niemand kon met zulke boodschappen wegkomen zonder verontwaardiging en haat op te roepen. ‘Caute’ – ‘wees voorzichtig’ – was dan ook zijn motto. In zijn boeken schreef hij vaak omfloerst. In zijn brieven was hij directer.
Dus de man die als Jood werd geboren en openlijk Joods had kunnen zijn, wilde dat niet, en bevond zich als vrijdenker opnieuw aan de rand van de samenleving?
Israel: Ja. Maar Spinoza was geen geïsoleerd individu. Hij was de leider van een ondergrondse organisatie. Die leek een beetje op de crypto-joodse geheime synagogen in Portugal en Spanje in de 16e en 17e eeuw, waar mensen hun onderricht op een geheime manier met elkaar deelden. Dat is wat Spinoza en zijn vrienden ook deden. Hij was erg invloedrijk in deze kleine verborgen gezelschappen. Maar voor de meeste tijdgenoten waren zijn denkbeelden schokkend en hatelijk.
Was zijn invloed dan beperkt, of is dat een misvatting?
Israel: Tot de jaren 1960 schreven onderzoekers nog dat Spinoza weinig invloed zou hebben gehad op latere generaties denkers. Dat is totaal verkeerd en erg misleidend. Meteen na zijn overlijden had zijn werk een enorme impact, dus vanaf de 17e en 18e eeuw. Gottfried Wilhelm Leibniz en Pierre Bayle waren intens met zijn denken bezig. Dat gold voor heel veel denkers, in veel landen, op allerlei manieren. Vaak werd dat echter bewust verborgen gehouden. Ofwel door vrijdenkers die vreesden dat ze verbannen, gecensureerd of gestraft zouden worden. Of door religieuze auteurs, zoals de Franse bisschop Huet of Jean Le Clerc in de Nederlanden. Zij waren erop gebrand om Spinoza’s ideeën te weerleggen en deden dat uitvoerig. Maar ze vermeldden zijn naam niet. Ze wilden lezers niet naar Spinoza’s oorspronkelijke werk leiden. Maar de rol van Spinoza’s ideeën was dus erg betekenisvol.
Heeft Spinoza de bal soms ook behoorlijk misgeslagen?
Israel: Zeker. Vooral in zijn standpunt over vrouwen. In zijn Politiek Traktaat sloot hij vrouwen uit van de democratie. Hij overleed voor hij dat werk kon afmaken en werkte zijn ideeën dus niet helemaal uit. We weten wel dit: voor Spinoza moesten deelnemers aan het democratische proces, aan verkiezingen en debatten, onafhankelijk zijn. Kinderen en bedienden vielen uit de boot. En vrouwen ook. Deze visie weerspiegelt de sociale realiteit in zijn tijd. Vrouwen waren verschrikkelijk onderworpen aan mannen, en aan hun echtgenoten. Ze hadden wettelijk amper vrijheid, als je kijkt naar de burgerlijke wetten in Frankrijk, Engeland, of Duitsland. Voor de hedendaagse lezer zijn die beperkingen schokkend.
U hebt met Spinoza. Life and Legacy een monumentale biografie geschreven. Hebt u nu het gevoel dat u hem een beetje kent? Dat het raadsel Spinoza wat opgehelderd is?
Israel: Wel, niemand kan iemand kennen die in de 17e eeuw leefde. Zelfs mensen uit je eigen tijd begrijpen kan al lastig zijn. Maar door de jaren heen heb ik veel over Spinoza nagedacht, en veel over hem gesproken met nauwe collega’s en vrienden. Als ik in Nederland ben, wandel ik graag langs paden waar hij wellicht ook gelopen heeft. Of ik sta buiten aan zijn huis in Rijnsburg en zie de plek waar hij binnen en buiten liep. Dus je kunt wel een zekere intimiteit ervaren met iemand die eeuwen geleden geleefd heeft. Of dat denk ik toch graag.
Filosofe Tinneke Beeckman: ‘Verontwaardiging kan gevaarlijk zijn. Iemand is het, en je vraagt je meteen af of jij het ook niet moet zijn’
De Nacht van de Vrijdenker vindt op 23/11 plaats in De Vooruit, Gent. Sprekers: Jean-Paul Van Bendeghem, Liesbeth Van Impe, Thomas Hertog, Joris Hessels
Jonathan Israel
1946: Geboren in Londen.
Studeerde geschiedenis aan de universiteit van Cambridge, werd daarna onderzoeksassistent in Oxford.
1985-2001: Hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan University College in Londen.
2001-2016: Hoogleraar moderne Europese geschiedenis aan het Princeton Institute of Advanced Studies in de VS.
Schreef tientallen boeken over de geschiedenis van Nederland, de verlichting en het Europese jodendom.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier