Rudi Rotthier vanuit de VS
Bin Ladens briefwisseling toont grootse terreurplannen, en bezorgdheid over het klimaat
Osama bin Laden wilde een bestand met Pakistan sluiten, de Oegandese president Museveni laten vermoorden, en een aanslag in de VS beramen die dodelijker zou zijn dan wat sigaretten in dat land aanrichten. Hij maakte zich zorgen over de opwarming van het klimaat en liet de terreurgroep Al-Shabaab weten dat ze palmbomen moest planten.
Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u met een boeiend achtergrondverhaal een unieke inkijk in de stad of streek waar hij op dat moment resideert.
Toen Navy Seals, Special Forces, in de nacht van 1 op 2 mei 2011 met twee helikopters naar de Pakistaanse garnizoensstad Abbottabad vlogen, wisten ze niet wat ze zouden vinden. De Amerikaanse geheime diensten volgden al enige maanden een verdachte compound, met zijn 3.500 vierkante meter groter dan de compounds in de omgeving, beveiligd met dikkere en hogere muren. Ook: de compound was niet met communicatienetten verbonden. Men wist, op basis van lucht- en satellietbeelden en van spionage ter plekke, dat er op die 3.500 vierkante meter aan tuinbouw gedaan werd, dat er kippen werden gehouden, en een koe, dat er wekelijks een geit werd afgeleverd, en vaker melk, dat er kinderen speelden, en volwassenen rondliepen, mannen, zowel als vrouwen. Enkele van de vrouwen gingen af en toe op reis, waarbij ze dan wel over telefoons beschikten.
De bewoners van de compound leefden een sober, wellicht een armoedig bestaan, zonder airco in de zomer en met nauwelijks verwarming in de winter. Men had ook geobserveerd dat een opgeschoten figuur eindeloos ijsbeerde. Die figuur droeg er zorg voor dat hij of zij ofwel onder een afdak bleef ofwel een cowboyhoed droeg zodat vanuit de lucht geen identificatie mogelijk was. Dat kon Al-Qaeda-leider Osama bin Laden zijn, dacht men. Binnen de geheime diensten van de VS was men daar, afhankelijk van de specialist, tussen 40 en 65 procent zeker van.
Notaboek
De tocht van de Navy Seals verliep niet rimpelloos. Een van de helikopters stortte neer. Maar het doelwit bleek inderdaad Osama bin Laden te zijn. Nadat ze hem hadden gedood en geïdentificeerd, verzamelden de Seals zoveel mogelijk documentatiemateriaal. Ze brachten tienduizenden documenten mee, in papieren versie en op computer, en ook een notaboek. Een jaar later werden zo’n 150 pagina’s aan documenten vrijgegeven, en dit jaar nog eens 8 brieven uit de correspondentie van Bin Laden. De 8 brieven dienden als bewijsmateriaal voor een rechtbank in Brooklyn, New York, die in maart Abid Naseer schuldig bevond aan het plannen van een aanslag tegen een winkelcentrum in het Engelse Manchester.
De brieven, en het vrijgegeven materiaal is maar een fractie van wat er is gevonden, kregen maar traag en uiteindelijk relatief weinig aandacht. Eerst werden ze gepubliceerd en gedeeltelijk vertaald door gespecialiseerde websites. Vervolgens werden ze geanalyseerd voor het tijdschrift Foreign Affairs. En deze week beschreef columnist David Ignatius in The Washington Post hun inhoud.
Het beeld, zowel in de brieven die Osama ontving als die hij verstuurde, is er een van crisis. Hij zat, weten we nu, al sinds 2005 in zijn compound vast. Het geld was niet rijkelijk voorhanden. Hij kon de twee Pakistaanse broers of neven die met hun familie bij hem ingetrokken waren, die de inkopen deden en voor een deel ook als koerier werkten, amper 100 dollar per maand betalen (hij had hen, volgens hun overlevende echtgenotes, wel een stuk land beloofd). Losgeld voor weer eens een gijzelaar was welgekomen, al was men ook beducht voor het risico dat het geld inhield. Men vreesde, schreef een van zijn correspondenten, dat het papiergeld met “schadelijke stoffen of straling” behandeld kon zijn, “niet te zien met het blote oog”. Liever dan ziekte te riskeren besloot Al-Qaeda om het geld in banken te wisselen. Dat was niet zo eenvoudig voor gezochte terroristen, het bracht behalve tijdverlies ook risico op ontdekking mee.
Drones, drones, drones
Maar veel grotere kopzorgen brachten de Amerikaanse drone-aanvallen. In hun brieven leggen zijn corresponden uit welke ‘broeders’ nu weer, samen met echtgenote(s) en kinderen, het leven gelaten hebben.
“Een spionagevliegtuig moet lussen beginnen maken zijn”, schreef een van de meest actieve correspondenten van Bin Laden, Atiyah Abd al-Rahman, over een van de dodelijke drone-aanvallen. “Meer in het bijzonder die karakteristieke cirkels die we allemaal kennen, en die alle broeders hebben meegemaakt. Iedereen weet dat als een vliegtuig zo begint te draaien, dat het dan zal toeslaan”.
Het enige wat de aanvalsdreiging vermindert, noteerde hij, is slecht weer: “Soms zijn er minder vliegtuigen omdat er donder, wind, wolken en dergelijke zijn, maar als de hemel uitklaart komen ze terug”. Het middenkader van Al-Qaeda was grotendeels weggeveegd door de drones en kan maar moeilijk vervangen worden. “Ze gaan sneller dood dan we ze kunnen vervangen”.
Atiyah Abd al-Rahman, een Libische specialist in explosieven, had zich als tiener bij Bin Laden had aangesloten, en was langzaamaan opgeklommen tot de derde in rang van Al-Qaeda, en de belangrijkste operationale figuur op het terrein. Enkele maanden na de dood van zijn mentor kwam hij zelf bij een drone-aanval om het leven.
De drones waren niet zijn enige probleem.
Terreurcellen verdwenen spoorloos in Engeland of Denemarken. Om nog te zwijgen van de ongedisciplineerde rijke Arabieren, die, schreef Atiyah, “ongeveer doen wat ze waar ze zin in hebben en die vooral op de markten te vinden zijn. Ze zijn niet geassocieerd met een bepaalde groep en hebben geen aanhankelijkheid. Soms nemen ze met een Talibanfractie deel aan de jihad, terwijl anderen helemaal niet aan de jihad deelnemen. Een oplossing voor het probleem dat we met hen hebben, ontgaat ons, maar we doen ons best. God geve ons succes”.
Micro- en macromanager
Er is vaak gesuggereerd dat Osama bin Laden in zijn laatste jaren, en eigenlijk sinds de aanslagen van 11 september, uitgerangeerd was, te geïsoleerd om nog impact te kunnen hebben en nog feitelijk te kunnen besturen. Maar de brieven tonen het tegendeel. Hij en Al-Qaeda hadden nog grootse ambities en plannen. Hij wilde zich zowel met het grote als met het kleine bemoeien, als macro- en micromanager.
Hij wilde vooral op de hoogte blijven. Hij was op zoek naar “een broeder” die de documenten van WikiLeaks voor hem kon downloaden. Hij ontving, in zijn laatste maanden en weken, berichten over de Arabische Lente en hoe ze dictators als Ben Ali in Tunesië en Moebarak in Egypte ten val bracht.
“In het algemeen”, schreef Atiyah Abd al-Rahman, “denken we dat de veranderingen verregaand zijn, en dat er positiefs in zit, als het God belieft”. Rahman spoorde Osama aan om zijn vreugde uit te spreken over “de val van deze tirannen. Je zou de revoluties tegen verdrukking, corruptie, misdaad en tirannie kunnen ondersteunen”. Atiyah meldde ook dat hij Al-Qaedamensen naar Libië had gestuurd en dat daar een “jihadistische renaissance” aan de gang was.
In een brief die dateert van 26 april 2011, geen week voor zijn overlijden, en die al in 2012 werd vrijgegeven, gaf Bin Laden zijn reactie. Die Arabische Lente is de belangrijkste gebeurtenis in eeuwen voor de natie (van islam), schreef hij. En ze biedt Al-Qaeda de gelegenheid om de “ware ideologie” te verspreiden.
Hij vond dat Al-Qaeda de Moslimbroeders niet te fel moet afwijzen. Want deze beweging, “die voor halve oplossingen kiest”, en die bereid is aan het on-islamitische democratisch proces deel te nemen, telt steeds meer leden die wel de voor de ware ideologie opteren, vooral bij de jongeren. “Een belangwekkende groep binnen de Moslimbroeders is Salafistisch en de terugkeer van de Moslimbroeders naar de ware islam is een kwestie van tijd, als Allah het wil. Denk eraan mild te zijn met de zonen van de natie die zovele decennia verkeerd gestuurd zijn”.
De grote aanslag
Zijn isolatie in Abbottabad had ontegensprekelijk grote nadelen. Correspondenten smeekten hem bijna om audioboodschappen, of andere boodschappen, om wat dan ook als teken van leven. “De mensen hebben het nodig: om hen gerust te stellen over hun opdrachten enzovoort, om hen aan te manen gehoorzaam te zijn, geduldig en vastberaden, om hen een opkikker te geven en goed nieuws”.
Men zeurde hem ook aan de oren over Somalië en de terreurgroep Al-Shabaab. Kon hij hen zelf niet iets laten weten?
Bin Laden probeerde te argumenteren dat Al-Qaeda zich, bij gebrek aan middelen, maar ook omdat dit het beste is, moest concentreren op de grote vijand, Amerika.
In brieven die hij in mei 2010 naar medestanders stuurde, schetste hij zijn ambities.
“Ik benadruk ten eerste dat het hoofddoel achter de oorlog met Amerika ons glashelder voor ogen moet staan. Het doel is dat Amerika zijn kwaad stopt – zoals de joden ondersteunen – en de moslims met rust laat zodat ze een echte islamitische staat kunnen oprichten. De infidels (ongelovigen, red.) moeten hun agressie tegen de islam en de moslims stoppen.”
De jihad van onder meer Al-Qaeda schiet tekort, vond Osama. Er zijn 4.000 Amerikanen gesneuveld in Irak en 1.000 in Afghanistan. Dat zijn veel te weinig doden om politieke impact te hebben. Ook de kost in banen en belastingen is voor te klein om voor een omwenteling in de VS te zorgen. “De balans van angst moet veranderen”. Tijdens de oorlog in Vietnam stierven 57.000 Amerikanen en dat was op zich nog “onvoldoende voor een politieke koerswijziging. Elk jaar sterven 400.000 (vierhonderd duizend) mensen van tabak, wat een gigantisch aantal is als je het vergelijkt met de oorlogen in Irak en Afghanistan, maar toch zijn er geen massaprotesten om te eisen dat de tabakbedrijven hun deuren sluiten”. Om een vergelijkbaar effect te hebben als in Vietnam zou men in Afghanistan het honderdvoud aan Amerikanen moeten doden, berekende Bin Laden in een van zijn brieven. Maar beter nog is het de Amerikanen in eigen land aan te pakken, hun politiek en economie aan te beschadigen. Wat nodig is, bechrijft hij in een latere brief, is een nieuwe “grote operatie in Amerika die de veiligheid en de zenuwen van 300 miljoen Amerikanen aantast”. Zo’n operatie was volgens de brieven in de maak. In augustus 2010 vroeg hij aan de al enkele keren geciteerde Atiyah Abd al-Rahman hoe het gesteld was met “de grote operatie in Amerika”.
Stuwdam, olifant
Vergelijk het met een stuwdam, schreef hij in een van zijn brieven. Af en toe zetten tirannen een sluispoort open, zodat dorpen met lemen hutten weggeveegd worden. En dan zijn er goede zielen die proberen burgers van de waterdood te redden. Maar zou het niet makkelijker zijn en energie besparen om degenen die de sluispoorten openen aan te pakken en te bestraffen, en de sluizen te sluiten?
Of inzake Palestina/Israël. Vergelijk het met een olifant, aldus Bin Laden, “die via een gigantische kraan vanop een schip in de Middellandse Zee in ons huis wordt gedropt”. De olifant draait en keert en maakt brokken, en menners proberen met een stok van 60 centimeter het dier onder controle te krijgen. Maar men weet dat een olifant niet gehoorzaamt aan een dergelijke stok. Dat probeert men al 60 jaar maar het werkt niet. Je moet het schip aanpakken om het probleem van de olifant op de lossen, zodat het de olifant weer wegtakelt. Het schip is Amerika, expliqueerde hij.
Bin Laden was blijkbaar tuk op vergelijkingen en beeldspraak. “Als je een broeder kent die veel afweet van poëzie, laat het weten”, schreef hij aan zijn adjunct.
Die wierp tegen dat al die grote plannen tegen Amerika niet zo goed vielen bij de leden van Al-Qaeda in Jemen. Die zien niet zoveel brood, zo meldde hij, in drie jaar voorbereiding op een aanslag in het verre Amerika, terwijl ze elke dag een robbertje kunnen vechten met vijanden die veel dichterbij zijn.
Onderhandelen
Het lijkt er niet op dat Osama zich veel gelegen liet liggen aan de tegenwerping van de “broeders uit Jemen”. In het kader van de concentratie op Amerika probeerde hij tussenpersonen te vinden (bij de geheime diensten van Pakistan) om over een bestand met dat land te onderhandelen. Ook zou er, dat schreef dan weer Atiyah Abd al-Rahman, contact geweest zijn met de Britse regering (die dat ontkent) over de terugtrekking van Britse troepen uit Afghanistan, in ruil voor de belofte van Al-Qaeda dat het niet langer Britse belangen zou viseren.
Veel in de brieven gaat niet over de grote lijnen. Een correspondent wijst erop dat het aantal vergissingen in Al-Qaeda-boodschappen geminimaliseerd moet worden. Iemand heeft gesproken over de Amerikaanse president Franklin, terwijl Benjamin Franklin nooit president is geweest. “Zo lijkt het alsof we niets van politiek begrijpen”.
Bin Laden zit in zijn maag met Al-Shabaab. Die Somalische terreurorganisatie wil onder de koepel van Al-Qaeda opereren, andere leiders van Al-Qaeda zijn voor de idee gewonnen (misschien omdat Al-Shabaab geld aan de organisatie wil bijdragen), maar Bin Laden is niet enthousiast. Al-Shabaab is te onzorgvuldig, vindt hij, ze doodt te veel onschuldige moslims. Hij geeft enkele richtlijnen. Dat ze soefi’s “die zich neutraal opstellen” met rust laten. Over onderwijs voor meisjes (of dat toegelaten moet worden) mogen ze zelf beslissen. Dat ze ophouden met bomen te kappen. Laat ze voor irrigatie zorgen, en palmbomen aanplanten, oliepalmen importeren, die brengen veel op. Laat de oogst manueel gebeuren, dan is er veel tewerkstelling. Hoe meer tewerkstelling en hoe beter de economie, hoe meer steun er van de bevolking komt voor “de zaak”. En die fruitgaarden zijn relatief immuun tegen aanvallen, de irrigatie is gemakkelijk te herstellen. “De broeders in Somalië” moeten gewaarschuwd worden voor klimaatsverandering, met droogtes en overstromingen. “Daar tegen op te treden is de verantwoordelijkheid van de leiders”. Dus: geen bomen kappen of exporteren.
In zijn aanbevelingen wordt Bin Laden soms heel concreet: het zou goed zijn mocht Al-Shabaab een dodelijke aanslag tegen Museveni plegen. De president van Oeganda heeft zijn steun gegeven aan acties tegen Al-Shabaab, en dan is een tegenreactie vanzelfsprekend.
(Negen maanden na de dood van Bin Laden werd Al-Shabaab onder de koepel van Al-Qaeda toegelaten.)
Klimaatvserandering was blijkbaar een thema dat Bin Laden ter harte ging. In een latere boodschap, geschreven nadat er in Pakistan gigantische overstromingen waren geweest, noteerde hij: “In bijvoegsel een verslag over klimaatsverandering, in het bijzonder de overstromingen in Pakistan. Gelieve dat door te sturen naar Al-Jazeera“.
In een groot deel van de latere correspondentie boog hij zich over de tienjarige herdenking van 11 september, hoe Al-Qaeda aan mediaherdenkingen zou kunnen deelnemen, op Al-Jazeera of op Amerikaanse zenders, en hoe het zat met copyright op beeldmateriaal. Hij heeft die tiende verjaardag niet gehaald.
Door Rudi Rotthier vanuit Toledo, VS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier