Een paus in extra time: het onverwachte leiderschap van Franciscus

Franciscus belandde van de ene crisis in de andere. Dat multi-orgaanfalen werd hem fataal. © Belga
Walter Pauli

Tijdens de twaalf jaar van zijn pontificaat wist paus Franciscus veel katholieke gelovigen te enthousiasmeren. Tegelijk bleek een fundamentele vernieuwing van de katholieke kerk een te weerbarstige operatie. Zelfs voor een paus.

Toen op 13 maart 2013 bekend werd dat de Argentijn Jorge Bergoglio tot nieuwe paus was verkozen en de naam Franciscus had aangenomen, heerste er een zeker gevoel van opluchting. Het zag ernaar uit dat de katholieke kerk een minder verkrampte koers zou gaan volgen, en meer zou openstaan voor een snel veranderende wereld.

Paus Benedictus XVI had een goede maand eerder, op 11 februari, aangekondigd dat hij zou aftreden. Hij achtte zich ‘geestelijk en lichamelijk’ niet meer in staat om nog langer paus te zijn. Benedictus’ beslissing werd op begrip en zelfs bewondering onthaald. Kwatongen noemden het ‘het verstandigste dat hij als paus had gedaan’. Benedictus verhuisde als pontifex emeritus naar het klooster Mater Ecclesia binnen de muren van het Vaticaan, waar hij verbleef tot zijn dood in 2022. Het maakte meteen dat zijn opvolger de eerste paus zou zijn in 700 jaar die zou moeten leven met een levende voorganger.

Die nieuwe paus was dus de 76-jarige Jorge Bergoglio, aartsbisschop van Buenos Aires. Bergoglio was de eerste niet-Europese paus in meer dan 1200 jaar, de eerste Zuid-Amerikaan (en bij uitbreiding ook de allereerste paus uit een land ten zuiden van de evenaar) en de eerste jezuïet die paus werd. Met Franciscus – nog nooit had een paus zich zo genoemd – koos Bergoglio dan weer een naam die verwees naar de stichter van de franciscanen.

Franciscus was ten slotte het eerste migrantenkind dat tot paus werd verkozen. In 1929 had zijn grootvader Mario Bergoglio de oversteek gemaakt naar de nieuwe wereld. Het maakte voor Italiaanse landverhuizers  niet uit of de bestemming New York of Buenos Aires was: het leven ginds beloofde in elk geval beter te zijn dan in hun arme uithoek in Piemonte en het fascistische Italië.

Inhaalbeweging

Toen Franciscus bij zijn bezoek aan België in 2024 ook de universiteit van Leuven aandeed, had rector Luc Sels het over ‘de enige wereldleider die zich nog het lot van de vluchtelingen aantrekt’. Dat is zo. Al enkele maanden na zijn verkiezing, op 8 juli 2013, bezocht hij het ‘vluchtelingeneiland’ Lampedusa. Er was weinig zalvend of verhullend aan de pauselijke toespraak: ‘Wij hebben de zin voor broederlijke verantwoordelijkheid verloren’, zo wierp hij de Europese politici voor de voeten. ‘De cultuur van de welvaart maakt ons ongevoelig voor de hulpkreten’, en uiteindelijk mondt dat uit ‘in een globalisering van de onverschilligheid.’

Franciscus bekeek migratie bij voorkeur vanuit de positie van de migranten zelf.

Franciscus bekeek migratie bij voorkeur vanuit de positie van de migranten zelf. Hij benaderde wel meer wereldproblemen van beneden naar boven. Kikvorsperspectief is een ongewone opstelling voor een paus.

Vandaar dat hij als Argentijnse paus doelbewust gezorgd heeft voor een grote inhaalbeweging voor de niet-westerse continenten. Bij promoties tot kardinaal kregen niet-westerse kerkleiders voorrang, men werd niet automatisch meer kardinaal omdat men bijvoorbeeld aartsbisschop was van een traditionele zetel als Mechelen-Brussel.

Het overkwam André-Joseph Léonard, en die is daar tot vandaag verbitterd over. In een interview in Le Vif in 2014 schamperde Léonard op het franciscanisme en de katholieke ecologische liefde voor de schepping (de natuur) en de schepselen (dieren en planten). Eén jaar later kondigde Franciscus Laudatio Si af, de allereerste ecologische encycliek ooit. Als paus verstond hij ook de kunst van het kaltstellen van balorige bisschoppen en kardinalen.

Subversief

Wie Franciscus’ optreden als paus wil begrijpen, moet zijn leven kennen. Pauselijke overlijdensberichten hebben de neiging dat leven pas echt te laten beginnen bij het conclaaf dat hen verkoos. Bergoglio had al 77 levensjaren op de teller toen hij Franciscus werd. Dat lange en grotendeels voltooide leven kan niet afgedaan worden als een prelude op zijn pontificaat: Franciscus was een paus in extra time. Historisch correcter is het dus om het perspectief om te keren, en zijn bijna twaalf jaren als paus te zien als een onverwacht bijkomende laatste episode aan een sowieso al heftig leven.

De vijf kinderen die Mario Bergoglio en Regina Maria (ook een dochter van Italiaanse migranten) op de wereld zetten, waren dus Argentijnen. Ze groeiden op in een groot land met een complexe geschiedenis. Tussen 1976 tot 1983 kreunde Argentinië onder een militaire junta. Als provinciaal van de Argentijnse jezuïeten moest ook hun oudste zoon Jorge Bergoglio kant kiezen. Het waren jaren dat 7000 à 8000 linkse opposanten ‘verdwenen’. Dat was eenvoudigweg nodig, zo schreef juntaleider Jorge Videla nog in 2012, om de strijd te kunnen winnen van ‘de linkse subversie’.

Iedereen kon subversief zijn. Zoals Esther Ballestrino, een oudere vrouw die Bergoglio’s overste was geweest toen hij in zijn jonge jaren als chemicus werkte in de laboratoria van Hickethier-Bachmann. Ballestrino was een drijvende kracht achter de zogenaamde Dwaze Moeders , de vrouwen die op het Plaza de Mayo uitleg eisten bij de verdwijning van familieleden. Bergoglio hielp haar bij het verbergen van haar deels marxistische bibliotheek. Het mocht niet baten. In december 1977 pakte de politie Esther Ballestrino op. Haar lichaam werd teruggevonden op een strand. Ze was eerst gemarteld en dan vanuit een militair vliegtuig levend in zee geworpen.

Vrouwen in de kerk

Esther Ballestrino liet diepe indruk na op Jorge Bergoglio. Voor zover een katholieke priester een feminist kan zijn, is hij dat geweest. Hij heeft ervoor gezorgd dat vrouwen tot op de hoogste Vaticaanse posten werden benoemd. In 2012 benoemde hij de Italiaanse zuster Simona Brambilla tot prefect (‘minister’) van de Dicasterie van Instituten van Gewijd Leven en voor Gemeenschappen van Apostolisch Leven. Dat is een hele mond vol voor ‘het ministerie van religieuzen’, dus van alle abdijen, kloosters en religieuze huizen, of ook: van alle paters, broeders en zusters wereldwijd. Een vrouw promoveren tot een absolute topfunctie in het Vaticaan kan een paus wel, een vrouw wijden als eenvoudig parochiepastoor niet.

Bergoglio heeft ervoor gezorgd dat vrouwen tot op de hoogste Vaticaanse posten werden benoemd.

Dat is en blijft uitgesloten, zelfs als Franciscus dat had gewild. Paus Johannes-Paulus II heeft met het apostolisch schrijven Ordinatio Sacerdotalis in 1994 het exclusief mannelijke priesterschap (ongeveer) verheven tot dogma: ‘dat de Kerk op geen enkele manier bevoegd is om aan vrouwen de priesterwijding te verlenen en dat alle gelovigen van de Kerk zich aan dit standpunt dienen te houden als zijnde definitief’. De paus die beslist om daarmee te breken, weet dat hij een nieuw schisma veroorzaakt. Die prijs heeft Franciscus nooit willen betalen.

Antichrist

Bij zijn talloze pogingen tot hervorming en beslissingen ging hij nochtans vaak onstuimig te keer, als een gaucho uit de Argentijnse pampa’s. Die my way or the highway-aanpak heeft hem zijn leven lang parten gespeeld. Franciscus verstond niet alleen de kunst om vriendschappen te sluiten, maar nog meer om vijanden te maken.

En dat terwijl de feitelijke marges voor kerkelijke verandering hoe dan ook bijzonder smal zijn, zelfs voor een paus. Een voorbeeld. Nadat Franciscus had beweerd dat atheïsten die een goed leven hebben geleid ook door Jezus worden gered en in de hemel belanden, werd hij prompt gecorrigeerd door Thomas Rosica, een van de Vaticaanse woordvoerders: ‘Niet-gelovigen gaan wel degelijk naar de hel.’ Al snel bleek dat figuranten zoals Rosica de dekking genoten van de top van de Curie, zelfs van een invloedrijk conservatief-traditioneel netwerk daarbuiten.

Bij zijn talloze pogingen tot hervormingen ging Franciscus vaak onstuimig te keer, als een gaucho uit de Argentijnse pampa’s.

Sleutelfiguren zoals de Duitse kardinaal Gerhard Müller, zijn Amerikaanse collega Raymond Leo Burke of de Italiaanse aartsbisschop Carlo Viganò vielen Franciscus ad hominem aan, onder meer omdat ze niet akkoord gingen met een te toegeeflijk discours jegens homo’s en gescheiden mensen, of wegens meningsverschillen over puur theologische kwesties. Ze riepen zelfs op tot zijn afzetting.

Franciscus sloeg terug. Müller werd ontslagen als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer en Viganò werd zelfs geëxcommuniceerd, al gebeurde dat pas nadat de voormalige aartsbisschop de paus eerst tot ‘antichrist’ had uitgeroepen.

Eenvoudige stijl

Voor zichzelf was Franciscus strikt.  Ook als paus kenmerkte eenvoud zijn bestuursstijl. Na zijn verkiezing weigerde hij in de pauselijke appartementen te wonen, hij verkoos een eenvoudig logies in het Domus Sancta Martha, het Vaticaanse gastenhuis. Dat lag in de lijn van wat hij in Buenos Aires had gedaan. Toen hij na de dood van de oude kardinaal Antonio Quarracino in 1998 aartsbisschop werd van Buenos Aires (in 2001 werd hij ook kardinaal), weigerde Bergoglio zijn intrek te nemen in het daarvoor bestemde aartsbisschoppelijk paleis. Hij verkoos een eenvoudig kamer in het centrum van Buenos Aires, in het appartementsgebouw waar de administratie van het aartsbisdom zat.

Er was een goede reden waarom hij eerst in Buenos Aires en dan in Rome weigerde om te doen wat al zijn voorgangers deden: recepties bezoeken, politici een ereplaats gunnen in een volkse massaprocessie enzovoort. Nadat in 1983 in Argentinië de democratie was hersteld (of toch een behoorlijk corrupte variant ervan) leefde hij op gespannen voet met presidenten als Carlos Menem (1989-1999) en Christina Fernandez de Kirchner (2007-2015). Bergoglio vond dat ze meer opkwamen voor persoonlijk profijt dan voor het algemeen belang, daarom het volk naliepen in plaats van het te leiden, en intussen veel geld veil hadden voor priesters en bisschoppen: officieel om de kerk te helpen, in werkelijkheid kochten ze steun en betaalden ze zwijggeld.

Hij had ontdekt dat zelfs Quarracino in het geheim geld toegestopt kreeg van Menem. Het scherpte bij hem argwaan aan voor een kerk die te sterk aanleunt bij de macht, voor priesters die uit zijn op luxe en zelfs praal, titels en eerbetuigingen.

De confrontatie

Het Vaticaan liep er ook na de pausverkiezing van Franciscus helaas vol van. Zijn voorganger, Benedictus XVI, was decennialang een man van het apparaat geweest en had als paus oogluikend toegestaan dat in het Vaticaan een kliek van apparatsjiks ongeveer deed wat ze wilde. Dat is trouwens een oud zeer binnen de Vaticaanse Curie, maar er was geen houden meer aan. Zeker in de nabijheid van de opvolger van Petrus – ooit een visser in het meer van Galilea – geldt het gezegde: ‘de vis begint aan de kop te stinken’.

In 2014, één jaar na zijn verkiezing, koos Franciscus voor de openlijke confrontatie met zijn eigen hiërarchie. Tijdens zijn kersttoespraak voor de Vaticaanse administratie beschuldigde hij de Curie van vijftien hoofdzonden, die varieerden van ‘spirituele alzheimer’ over ‘mentale verstarring’ tot ‘een cultuur van de roddel’. Media stonden bol van berichten over een paus die het Vaticaan publiek vernedert. Terwijl het in werkelijkheid nog erger was dan Franciscus dacht. In 2019 publiceerde de Franse onderzoeksjournalist Frédéric Martel Sodoma, over de schaduwkanten van het Vaticaan. Het boek sloeg in als een bom.

Op basis van getuigenissen van 41 kardinalen, 52 bisschoppen en 45 nuntii concludeerde Martel dat veel openlijk homofobe kardinalen en (aarts)bisschoppen in het Vaticaanse appartement samenleefden met knappe, jongere, mannelijke ‘assistenten’, dat gigolo’s er binnen en buiten lopen, dat binnen de Curie het gebruik van gay datingapps wijdverspreid is, dat seksueel misbruik er schering en inslag is. De auteur verweet Franciscus en de kerk in het algemeen dat ze een zwijgcultuur in stand houden die juist aantrekkelijk is voor pedofielen en andere seksuele delinquenten. Franciscus reageerde dat er in het Vaticaan ‘een sfeer van flikkerigheid’ hangt.

Nooit genoeg

Elke leider heeft zijn beperkingen, en die van Franciscus is dat hij een instelling leidde die al decennialang bijzonder hypocriet was geweest over seksualiteit: de leer was streng voor de gelovigen, terwijl veel te veel priesters en religieuzen al te lankmoedig waren voor zichzelf, en zich daarbij bezondigden aan flagrante overtredingen van burgerlijke en kerkelijke wetten en regels. Zelfs een authentieke paus krijgt zo veel oneerlijkheid niet rechtgetrokken. Zelfs al verschenen er almaar nieuwe berichten over alweer een bisschop of andere prelaat die door Franciscus werd ontslagen, het was nooit genoeg.

Elke leider heeft zijn beperkingen, en die van Franciscus is dat hij een instelling leidde die al decennialang bijzonder hypocriet was geweest over seksualiteit:

Het kón ook nooit voldoende zijn. Door zijn kerk, haar dogma’s en wetten niet af te vallen, daalde zijn credibiliteit in een kritische, op seksualiteit gefocuste samenleving.

Zijn levenseinde was daarvan een pijnlijke illustratie. Euthanasie is nog altijd een no-gozone volgens de katholieke leer. Zelfs palliatieve zorg is geen echte optie voor een paus, want de kruisdood van Jezus blijft het ultieme argument dat het zinvol is om te lijden tot het bittere einde. Dan gebeurt wat we de voorbije weken zagen plaatsvinden in het Gemelli-ziekenhuis: de trage evolutie naar het onvermijdelijke einde, en intussen keek de wereld naar een oude man die niet anders kon dan zijn eigen aankomende dood afwachten. Zijn Romeinse artsen lieten Franciscus niet echt langer leven. Ze lieten hem vooral langer sterven.

Waarbij men zich vanop afstand de vraag kan stellen of de dood van deze paus een symbolische voorafname is van het mogelijk onvermijdelijke lot van zijn kerk – toch in het Westen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content