Lia van Bekhoven
‘Tijdens corona stuiterde Boris Johnson als een kapotte winkelwagen van de ene crisis naar de andere’
‘De verhoren vorige week waren dramatisch, maar niet verrassend’, schrijft Lia van Bekhoven vanuit Londen over de getuigenissen die te horen waren in het onderzoek dat in het Verenigd Koninkrijk momenteel gevoerd wordt naar de aanpak van de coronapandemie.
De psychologie heeft er vast een term voor, voor mensen die zich identificeren met een personage uit een roman. Er schijnen miljoenen mensen rond te lopen die zich in hun dagelijks leven laten inspireren door Ivan Karamazov (uit De Gebroeders Karamazov van Dostojevski), Hamlet ( van Shakespeare) of Katniss (uit The Hunger Games). De onrechtvaardigheden die mij aangedaan zijn in mijn jonge tienerjaren gaven me een sterk gevoel van verbondenheid met Assepoester. Of met Mariska de Circusprinses. Want ouders die je verplichten om af te wassen op oneven dagen, die hielden niet genoeg van je om je geboorteorders te kunnen zijn. Zulke wreedheden betekenden vast dat ik ook als baby te vondeling gelegd was.
De fictieve held van Boris Johnson is de burgemeester uit de film Jaws, uit 1975. Voor de Britse oud-premier is bestuurder Larry Vaughn van Amity Island, zoals hij regelmatig in zijn weldadig gehonoreerde speeches vertelt, ‘de echte held van het verhaal’. In de thriller van regisseur Steven Spielberg is Vaughn de man die niet buigt voor de bange werkelijkheid, maar ze ontkent. Geconfronteerd met geruchten over een gigantische haai in het water, doet burgemeester Vaughn in Jaws het tegengestelde van wat je verwacht. Hij weigert de stranden te sluiten. Want lege stranden zijn slecht voor de economie. ‘Het is een prachtige dag’, staat Vaughn de media te woord. ‘De stranden zijn open. Mensen genieten’. Onder Vaughn geen afrasteringen en geen veiligheidsmaatregelen.
Bij het juridisch onderzoek naar het coronabeleid van de Britse regering onder Johnson, dat al maanden speelt maar vorige week zijn voorlopige climax bereikte, was Jaws niet ver weg. Terwijl elders in Europa de grenzen dicht gingen om het virus te beperken, bleven de Britse open. De Italianen, die in februari 2022 de eerste virusgevallen registreerden, hadden andere landen gesmeekt maatregelen te nemen. ’Er werd gelachen om de Italianen’, zei de op een na hoogste regeringsambtenaar gevraagd naar de respons in Downing Street. In Groot-Brittannië bleef alles doordraaien. Het was business as usual.
Toen in februari 2020 de eerste alarmbel geluid werd over corona, deed Johnson het af als ‘onzinnige flauwekul van de media’, en ging twee weken op vakantie. De premier had een boek af te schrijven over Shakespeare, een dure echtscheiding te regelen, en was politiek geobsedeerd met de Brexit. Een internationale gezondheidscrisis van het soort dat een keer in de honderd jaar voorkomt, kon wachten.
Later zou Johnson zeggen, volgens de aantekeningen van zijn wetenschappelijke adviseur, dat corona ‘de manier is waarop de natuur omgaat met oude mensen’. De premier was bereid de bejaarde generatie onder de bus te gooien teneinde de economie open te houden. Zij hadden hun lot te accepteren. Om later, soms minuten later, door te slaan naar de andere kant en strikte, vrijheidsbeperkende maatregelen te overwegen. ‘We zijn een vreselijke, tragische grap’, zei de kabinetschef over de reactie van Londen op de pandemie in 2020.
Britse bestuurders waren niet de enigen die in het duister tastten over de nieuwe pandemie. Bijna geen enkel land was voorbereid, overal hielden wetenschappers hun handen omhoog en trokken overwerkte ambtenaren verkeerde conclusies.
Maar er is een verschil tussen fouten maken omdat je de juiste informatie niet hebt en het stoere, realiteit-ontkennende, chaotische machismo van de burgemeester uit Jaws. In Londens hoogste regeringsregionen heerste ‘dystopische ontwrichting’. Er was een luiheid en arrogantie, onkunde en onbekwaamheid die je zelden buiten een satirische TV-show tegenkomt. Er werd gelogen over rampenplannen die niet bestonden, maar er was vooral minachting; minachting onderling en voor de regeringsleider. Adviseurs en ministers noemden elkaar ‘nutteloze fuck pigs’ en ‘pieces of shit’ en niet af en toe, maar voortdurend. Schelden was de voertaal van medewerkers ‘die permanent in staat van oorlog verkeerden’.
Het enige waar woordvoerders, wetenschappers en adviseurs het over eens waren, was dat Johnson, volgens de beleefdste -of tenminste de minst vernietigende- omschrijving, ‘niet de vaardigheden bezat die nodig zijn voor een crisis’.
De premier kon geen knopen doorhakken en stuiterde als een kapotte winkelwagen van de ene crisis naar de ander. De meest voorkomende verwijzing naar Johnson was ‘the trolley’; het plaatje van een winkelwagentje was in de WhatsApp-groepen de meest gebezigde emoji. ‘Boris Johnson was een egoïstische fantast die zijn baan niet aankon, een winkelkarretje dat voortdurend van richting veranderde’, zei professor psychologie Stephen Reicher. ‘Hij negeerde coronadeskundigen als ik omdat hij geen waarde hechtte aan mensenlevens’.
‘Er was geen menselijkheid’, beaamde waarnemend kabinetschef Helen MacNamara. In de empathie-vrije werkomgeving van Downing Street werd over vrouwen heen gepraat, daarbuiten werden ze genegeerd. Er werd langer geproken over het gevolg van afstandsregels op de fazantenjacht, dan op de impact ervan op eenoudergezinnen en opvangcentra.
De verhoren vorige week waren dramatisch, maar niet verrassend. Iedereen die de Britse politiek oppervlakkig volgt, weet dat Johnson veel capaciteiten heeft, maar dat ethisch gedrag en doortastend leiderschap er niet bijzitten. Waren ze schokkend? Zeer. Zeker omdat ze niet op zich staan, maar symptomen zijn van een diepere malaise in de Britse bestuurscultuur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier