Bestorming Capitool: was Mike Pence banger voor Trump dan voor de meute die hem wilde ophangen?

Mike Pence. © Belga Image
Rudi Rotthier vanuit de VS

Het onderzoek naar de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 levert bijna dagelijks nieuws op. Een intrigerende tussentijdse suggestie: Mike Pence was tijdens de bestorming beducht voor de geheime dienst die hem wou redden.

Een van de redenen voor de stroomversnelling waarin het onderzoek van de speciale commissie van het Huis van Afgevaardigden is beland, is puur electoraal: in november wordt een nieuw Huis gekozen, en de verwachting is dat de Democraten hun meerderheid zullen verliezen. In dat geval zullen de Republikeinen de commissie opdoeken of begraven. Men kan dus maar best resultaat boeken voor november.

Tweede reden: toen de commissie geformeerd werd, leek ze te botsen op de oppositie van de Trumpgetrouwen, die desnoods – zoals Steve Bannon – gevangenis verkozen boven medewerking aan een officiële commissie.

Dat front van oppositie brokkelt af. Zelfs felle Trumpgetrouwen zien op tegen de juridische kost van obstructie, of kiezen de weg van de minste weerstand, en verlenen enige medewerking. De minder Trumpgetrouwe medewerkers hebben er soms helemaal geen probleem mee om voluit mee te werken. De commissie kan dus veel meer getuigenissen optekenen dan eerst gedacht. Wat die honderden getuigen precies onthullen, moeten we afwachten, maar enkele commissieleden toonden zich al opgetogen over de voorlopige resultaten.

Parlementsleden zoeken dekking terwijl Trumpaanhangers het Capitool binnendringen op 6 januari 2021
Parlementsleden zoeken dekking terwijl Trumpaanhangers het Capitool binnendringen op 6 januari 2021© GettyImages

De onderzoekscommissie plant in juni acht hoorzittingen plus een videopresentatie met resultaten.

Een spilfiguur

Het nieuws van de afgelopen week concentreerde zich weer op Mark Meadows, de laatste stafchef van president Donald Trump.

Hij is een van de Trumpgetrouwen die gedeeltelijke medewerking aan de commissie verleende. Dat wil zeggen: hij werkte mee en gaf materiaal door tot hij die medewerking staakte. CNN kon beslag leggen op de 2319 sms’jes die Meadows tussen verkiezingsdag in november 2020 en de eedaflegging van Joe Biden op 20 januari 2021 toegestuurd kreeg of zelf verstuurde. Nog ruim 1000 berichten uit die periode speelde hij volgens CNN niet door aan de commissie.

Ook: een medewerkster van Meadows, Cassidy Hutchinson, legde aan de commissie uit dat een van de toplui van de geheime dienst, Anthony Ornato, Meadows vooraf had gewaarschuwd voor potentieel geweld op 6 januari 2021. Of Trumps stafchef iets had aangevangen met die informatie wist ze niet.

Meadows was op allerlei manieren een spilfiguur. Hij was voortdurend in de nabijheid van de president, hij was de substituut-Trump voor aanhangers die wisten dat Trump zelf niet sms’t. Zelfs zoon Donald Trump jr. ging via Meadows om zijn vader op 6 januari tot actie tegen de bestormers te bewegen. Meadows ving suggesties op en nam deel aan Trumps telefoontjes om druk uit te oefenen op verkiezingsverantwoordelijken. Bovendien zocht hij naar tewerkstellingsmogelijkheden voor het post-Trumptijdperk.

Mark Meadows en Donald Trump op 21 oktober 2020
Mark Meadows en Donald Trump op 21 oktober 2020© Reuters

De sms’jes die hij naar de commissie doorspeelde, tonen een veelheid aan pogingen om de verkiezingsuitslag aan te vechten (sommige daarvan waren al eerder bekend, onder meer die van Ginni Thomas, echtgenote van lid van het Hooggerechtshof Clarence Thomas). Hij werd door sympathiserende parlementsleden bestookt met vruchteloze verzoeken om echt bewijsmateriaal van fraude. Op 6 januari ontving hij de paniekerige berichten van parlementsleden, die vreesden voor hun hachje. Ook de doorgaans zo militante Marjorie Taylor Greene, kersvers parlementair op dat moment, was die dag beducht voor het geweld: ‘Zeg alsjeblieft aan de president om de mensen te kalmeren. Dit is niet de manier om iets op te lossen’, schreef ze Meadows. Even later diezelfde dag zag ze al kans om de schuld voor de bestorming bij anderen te leggen dan de aanhangers van Trump: ‘Mark, we denken dat de aanvallers niet onze mensen zijn. We denken dat het om Antifa gaat, die zich gekleed hebben als Trumpaanhangers’.

Enkele dagen later, op 17 januari, suggereerde ze dat Trump de staat van beleg kon afkondigen. ‘In privégesprekken met leden (van het Huis), zeggen meerderen dat de enige manier om de Republiek te redden erin bestaat dat Trump de staat van beleg afkondigt’. ‘Ik weet niets over die dingen’, voegde ze toe, ‘Ik wilde het hem gewoon vertellen. Ze stalen de verkiezingen. Dat weten we allen. Ze zullen vervolgens ons land vernietigen’.

De korte bocht

Er was de voorbije dagen nog een bron van informatie over 6 januari en de dagen die op de bestorming volgden.

De naderende publicatie van het boek ‘This will not pass’ van Jonathan Martin en Alexander Burns levert bakken materiaal op. In de gelekte of voorgepubliceerde delen van het boek van deze twee journalisten van The New York Times valt te lezen hoe de top van de Republikeinse Partij onmiddellijk na de bestorming ‘de buik vol had’ van Trump. In een eerste publicatie, in The New York Times zelf, werd duidelijk hoe de top-Republikein in het Huis, Kevin McCarthy, in opgenomen telefoongesprekken, beloofde dat hij de president zou aanraden ontslag te nemen. De top-Republikein in de Senaat, Mitch McConnell, was in de uren na de bestorming, zo blijkt uit andere passages die in The Washington Post verschenen, bijna vrolijk dat Trump nu eindelijk voltooid verleden tijd zou zijn.

‘Ik voel me opgebeurd dat die kerel eindelijk zichzelf helemaal in diskrediet heeft gebracht’, zei hij in de nacht van 6 januari aan Jonathan Martin. ‘Hij zette een pistool tegen zijn hoofd en haalde de trekker over. Kon niet op een beter moment gebeurd zijn’.

Maar bij Kevin McCarthy iets eerder, bij McConnell iets later, zorgde realisme en overlevingsinstinct er toch weer voor dat ze in het gelid vielen voor Trump, na een korte, scherp bocht. McCarthy ging nederig, nog voor het eind van januari 2021, naar Mar-a-Lago om opnieuw in de gunst van Trump te komen. McConnell verklaarde rond die tijd dat hij in 2024 op Trump zou stemmen als die opnieuw de Republikeinse presidentskandidaat zou zijn.

Pence en zijn limousine

Een kleine, speculatieve, maar interessante passage in de onthullingen betreft Trumps vicepresident Mike Pence.

Pence speelde op 6 januari een cruciale rol. Hij zat vanaf 13 uur de gezamenlijke sessie van Huis van Afgevaardigden en Senaat voor die de uitslag van de presidentsverkiezingen moest bekrachtigen in het voordeel van Joe Biden.

Kort daarvoor had Trump de Stop The Steal-manifestatie toegesproken aan het Witte Huis, en de hoop uitgesproken dat Pence ‘het juiste’ zou doen, namelijk de verkiezingsuitslag tegenhouden. ‘Want als Mike Pence het juiste doet, winnen we de verkiezingen’. Hij had vervolgens zijn aanhang opgeroepen om naar het Capitool te vertrekken. Hij zou met hen gaan, beloofde hij. Wat hij niet deed, omdat, zei hij later, zijn geheime dienst hem niet wilde laten vertrekken.

Even voor hij de sessie van het Capitool voorzat, had Pence bekendgemaakt dat hij zijn (ceremoniële) rol in die bekrachtiging zou spelen. Daarmee ging hij, waarschijnlijk voor het eerst in vier jaren als vicepresident, in tegen de wensen en plannen van de president. Het is de vraag hoelang een eventuele obstructie van Pence tegen de uitslagen van enkele staten de bekrachtiging van de nieuwverkozen president had kunnen tegenhouden: uren, dagen, of weken.

Terwijl woedende Trumpaanhangers het Capitool bestormden en innamen (en daardoor de bekrachtiging zelf vertraagden), werden Pence, zijn familie en zijn medewerkers door de geheime dienst ontzet, naar een ondergrondse ruimte gebracht waar een limousine op hem wachtte. Pence weigerde te vluchten.

Bestorming Capitool: was Mike Pence banger voor Trump dan voor de meute die hem wilde ophangen?
© Reuters

‘Ik stap niet in die auto’. Dat zinnetje van Mike Pence, voor het eerst opgetekend in het boek I Alone Can Fix it, leidt sindsdien een eigen leven. Twee Washington Post-journalisten, Carol Leonnig en Philip Rucker, noteerden het in hun midden 2021 verschenen boek. Later werd de uitspraak uit meerdere bronnen bevestigd.

Dat Pence zo hardnekkig in het Capitool wou blijven, wekt enige verwondering, want de Trumpsupporters die het gebouw hadden bestormd, wilden duidelijk zijn vel. ‘Hang Mike Pence’-geroep was herhaaldelijk en luid hoorbaar. Er werden nep-galgen opgericht om de slogan kracht bij te zetten.

De chronologie van de affaire is verhelderend.

Om 13 uur was de gezamenlijke sessie van Huis en Senaat geopend.

Om 14u20 moesten de parlementsleden om veiligheidsredenen hun werkzaamheden afbreken. Woedende manifestanten waren het parlementsgebouw binnengedrongen.

Terwijl de manifestanten de kop van Pence eisten, kregen ze een schouderklopje uit het Witte Huis. Om 14u24 verstuurde president Trump een tweet: ‘Mike Pence had de moed niet om ons Land en onze Grondwet te beschermen’.

Dat zweepte zijn aanhang nog meer op tegen Pence.

Om 14u26 loodste de geheime dienst Pence naar de beveiligde, ondergrondse zone, waar de limousine wachtte.

Maar tot driemaal toe weigerde Pence in de limousine te stappen, telkens met datzelfde zinnetje: ‘I’m not getting in that car’, ik stap niet in die auto. De geheime dienst bleef druk uitoefenen om wél te vertrekken, en Pence bleef weigeren. Leonnig en Rucker tekenen op wat Pence als reden gaf: het laatste wat de vicepresident wilde, was dat de aanvallers van het Capitool zijn gezelschap in 20 voertuigen op de vlucht zouden zien gaan. ‘Dat zou hen genoegdoening geven.’

Zijn topmedewerker Marc Short zei sindsdien: ‘Hij wilde niet dat onze overzeese tegenstanders een autocolonne met 15 voertuigen zouden zien die het Capitool ontvluchtte’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Signaal van hogerhand’

Nu komt Jamie Raskin, Democratisch lid van het Huis van Afgevaardigden en prominent lid van de onderzoekscommissie naar de bestorming van het Capitool, met een alternatieve verklaring.

De gebeurtenissen van 6 januari 2021, zegt hij, waren het sluitstuk van Trumps pogingen om de verkiezingsuitslag en de winst van Joe Biden ongedaan te maken. Trump oefende druk uit op kiesverantwoordelijken om in zijn voordeel tussen te komen. Het meest bekende doelwit was Brad Raffensperger, de minister van Binnenlandse Zaken van de staat Georgia. Trump suggereerde, in een opgenomen en gelekt telefoongesprek, dat zijn partijgenoot Raffensperger 11.780 stemmen zou ‘vinden’ zodat Trump in Georgia Biden met één stem verschil kon verslaan. Trump probeerde, zegt Raskin, het leger zover te krijgen stemmachines in beslag te nemen. Hij probeerde een nieuwe minister van Justitie te installeren die meegaander zou zijn om in te grijpen. Dat alles leverde niets op en de laatste strohalm voor het kamp dat Trump aan de macht wou houden werd de parlementszitting van 6 januari. Mike Pence moest degene worden die het kiesresultaat tegenhield.

Toen Pence weigerde, knakte die laatste strohalm.

Op het moment dat Trump de massa toesprak aan het Witte Huis was niet bekend dat Pence zou weigeren de rol te spelen die Trump van hem verwachtte.

Toen ze het Capitool bereikten, scandeerden de manifestanten al ‘hang Mike Pence’, zegt Raskin. Hoe wisten zij dat Mike Pence, de trouwe rechterhand van Trump, het doel was van hun woede? Hoe wisten zij dat ze nep-galgen moesten oprichten om de dood van Pence te symboliseren? Het signaal daartoe ‘kwam duidelijk van hogerhand’. ‘Men probeerde hem van de scene te verwijderen, terwijl Trump overwoog de krijgswet af te kondigen’.

Raskin noemt ‘Ik stap niet in die auto’ een van de meest angstaanjagende zinnetjes uit de Amerikaanse geschiedenis.

Jamie Raskin, lid van de onderzoekscommissie naar de bestorming van het Capitool.
Jamie Raskin, lid van de onderzoekscommissie naar de bestorming van het Capitool.© GettyImages

Raskin blijft in een interview met MSNBC eerder cryptisch over wat er precies is aangetoond van wat hij beweert. Hij zegt niet met zoveel woorden dat de geheime dienst, of een van de topfiguren ervan, de al genoemde Tony Ornato, Pence uit de weg wou. Ornato, ongebruikelijk genoeg, was naast lid van de geheime dienst ook een politiek adviseur van Trump.

Maar het is in elk geval een samenloop van omstandigheden die door de commissie onderzocht wordt.

Pence kan de officiële reden aanhalen: hij wou niet de indruk geven te vluchten. De geheime dienst kan gezond verstand pleiten: als de massa de kop van de vicepresident eist, kun je die kop maar beter beveiligen.

Maar Pence wou misschien ook de bekrachtiging van de uitslag zo snel mogelijk laten gebeuren. De geheime dienst zou hem weghalen en misschien samenzweerders enkele extra uren geven om hun plannen te voltooien.

Marc Short, destijds topadviseur van Pence, ontkent in alle toonaarden dat er iets anders speelde dan dat hij geen wegrijdende autokaravaan wou tonen. Carol Leonnig, coauteur van het boek waarin het zinnetje opduikt, is minder stellig: ‘We weten niet of Pence dacht dat er een staatsgreep gebeurde. Wat we wel weten is dat Pence superwantrouwig was en hardnekkig verkoos te blijven’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content