Australische bosbranden teisteren Unesco-werelderfgoed
Australische brandweerlieden proberen controle te krijgen over grote branden die al 40 procent van de bossen op Fraser Island teisteren. Het eiland aan de oostkust van het land is een toeristische trekpleister en is geclassificeerd als Unesco-werelderfgoed.
De branden braken zes weken geleden uit op het grootste zandeiland ter wereld. Maandag worden temperaturen tot 34 graden verwacht, waardoor de brandweer vreest dat de branden nog zullen uitbreiden. ‘De vegetatie op Fraser Island is extreem droog, en is dus zeer brandbaar’, verklaart lokaal verantwoordelijke James Haig. Niet alleen de hoge temperaturen maken het voor de brandweerlieden moeilijk om de vlammen te bestrijden, er zijn ook moeilijk te bereiken branden in het noorden van het eiland.
Al 74.000 hectaren of 42 procent van het eiland is aangetast door bosbranden. Momenteel zijn geen huizen verwoest, maar omdat de vlammen in de richting van bevolkte delen van het eiland trekken, verbieden de autoriteiten toeristen de toegang tot het eiland.
Een tiental waterbommenwerpers is ingezet. Enkelen hebben als doel sites van Aboriginals te beschermen.
Ook op andere plaatsen in de deelstaat Queensland woeden momenteel branden. Dat is ook het geval in New South Wales, de deelstaat met hoofdstad Sydney. Daar braken al een vijftigtal bosbranden uit.
De zomer van 2019-2020 staat te boek als de “zwarte zomer”. De schade door bosbranden brak alle records, na een van de heetste en droogste jaren sinds de weermetingen begonnen.