Analist: ‘Aanslagen in Parijs zaaien verdeeldheid binnen IS’

Franse politie in Montrouge, waar een bomgordel werd ontdekt © REUTERS
Rudi Rotthier vanuit de VS

De aanslagen in Parijs zorgen voor problemen binnen terreurorganisatie Islamitische Staat. De ‘gematigden’ binnen de groep, meestal oudgedienden van Saddam Hoessein, die leidinggevende functies bekleden, zijn niet opgezet met wat er gebeurde.

Dat schrijft Faisal Al Yafai, journalist en analist/hoofdcolumnist voor de krant The National, die in de Verenigde Arabische Emiraten verschijnt.

Er zijn, schrijft hij, twee misvattingen die men geregeld ziet in analyses van IS. De ene misvatting is dat Islamitische Staat een totaal irrationeel fenomeen is, dat zonder grote planning functioneert en maar wat aanricht. De tweede misvatting is dat het allemaal op heel lange termijn is uitgekiend, dat de leiding ongemeen vooruitziend is, en alle reacties incalculeert.

“Maar terreurgroepen zijn ten gronde politieke bewegingen … En, zoals bij andere politieke bewegingen is er onenigheid die tot misrekeningen leidt, zijn er beslissingen die verkeerd uitdraaien”.

Dat is, stelt hij, het geval met Parijs. IS heeft de impact verkeerd ingeschat, niet zozeer in Parijs of het westen waar men volgens de verwachting reageert, maar binnen de organisatie zelf.

Internationalisten versus staatbouwers

Met de recente aanslagen is IS van strategie veranderd. Binnen het jihadisme zijn er globaal twee mogelijkheden. Ofwel kun je, zoals Al-Qaeda deed, uitvalbasissen zoeken en vandaar aanslagen beramen, met als doel invloed uit te oefenen en het westen zover te brengen “de moslimwereld te verlaten”. IS, daarentegen, legde tot dusver de nadruk op een staat, het kalifaat, die wetten doet naleven en terrein verovert of verdedigt, een soort droomland voor jihadisten.

In dat opzicht, schrijft Al Yafai, zijn de aanslagen in Parijs verwarrend. Waarom zou men een oorlog en represailles willen uitlokken op het moment dat men probeert een staat uit te bouwen en te verdedigen?

“Eén antwoord is dat de Parijse aanvallen de IS-versie vormen van buitenlandse politiek”. “De groep hoopt dat men door landen te treffen een verandering in militaire aanpak bereikt. Het gevolg schijnt echter te worden dat er militair nog harder zal worden opgetreden”.

“Maar de misrekening van IS gaat verder dan dat, en slaat ook op de interne dynamiek van de groep”.

Het licht laten branden

“Door Parijs aan te vallen heeft IS misschien de voorkeur gegeven aan degenen binnen de groep die de globale jihad willen, eerder dan aan degenen die het meer beperkte doel van een staat nastreven. Dit spanningsveld loopt tussen wat overblijft van het regime van Saddam Hoessein binnen IS, de leden van zijn inlichtingendienst en de militairen die bij IS de beslissingen op het terrein treffen, en degenen die vanuit de rest van de wereld komen om jihad te voeren. De eerste groep schijnt macht te willen herwinnen binnen een natie-staat. De andere groep wordt aangestookt door dromen over een globaal apocalyptisch conflict. Na Parijs zullen de aanhangers van de globale jihad zich gesterkt voelen, en wordt het politieke doel van het opbouwen van een staat minder waarschijnlijk.”

“Parijs betekent voor IS misschien het begin van de verbrokkeling. Tot dusver had IS als terreurgroep succes omdat het de fouten van Al-Qaeda vermeed. De organisatie smeedde geduldig allianties, buitte de verdeeldheid uit in Irak en Syrië, veroverde en behield territorium, en maakte dat de lichten binnen het kalifaat bleven branden. Door een globale jihad te voeren wordt dat anders. Dat lokt vergelding uit, het doet nieuwe vijanden ontstaan en plaatst een kleine groep rebellen tegen de grote overmacht van de beschaafde wereld. Dat kan ideologisch comfortabel zijn voor IS. Maar politiek is het dodelijk. Vraag dat maar aan Al-Qaeda”.

Partner Content