Al-Qaeda, IS en Saudi-Arabië tegen houthi’s: oorlog in Jemen
Met bombardementen van een coalitie geleid door Saudi-Arabië tegen houthi-stellingen is Jemen de zoveelste staat in het Midden-Oosten die in chaos wordt gestort. Een ingewikkeld conflict met allures van een proxy-oorlog, een sektarische vete en een strijd tegen terreur. Maar wie bekampt nu wie in dit onontwarbare kluwen?
Aan staten die in totale chaos gestort worden geen tekort in het Midden-Oosten. Nu Saudi-Arabië geruggensteund door een coalitie van Arabische landen (Marokko, Egypte, Soedan, Jordanië, Koeweit, Bahrein, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten) bombardementen tegen houthi-stellingen in Jemen gestart is, vervoegt het armste land van de regio het rijtje met Syrië en Irak op kop. Voeg daar nog aanslagen door de Jemenitische tak van al-Qaeda op het Arabische Schiereiland (AQAS) en recent nog door Islamitische Staat (IS) aan toe, en het wordt een wel erg bloedige zooi met allures van een sektarische vete, een proxy-oorlog en een strijd tegen terrorisme.
Wie zijn de houthi’s?
De houthi’s verwijzen officieel naar zichzelf als ‘Ansar Allah’ of ‘supporters van God’. Toch wordt de rebellengroep doorgaans ‘houthi’ genoemd, naar de voormalige leider Hoessein Badr al-Din al-Houthi. Die trachtte met de beweging vanaf de eenmaking van Jemen in de jaren ’90 het zaidisme – een tak van de sjiitische islam – nieuw leven in te blazen. Tot 1962 heersten de zaidieten (nu goed voor ongeveer een derde van de bevolking van 28 miljoen) namelijk bijna 1.000 jaar lang over het noorden van Jemen onder het imamaat. In 2004 werd Hoessein gedood en nam zijn jongere halfbroer Abdul Malik al-Houthi het roer over.
Een sektarische vete?
Het lijkt op het eerste gezicht opmerkelijk dat de zaidieten, die geen meerderheid in Jemen vormen, zo lang de leiding hadden over de noordelijke regio. Maar de ideologische verschillen tussen hen en de soennitische sjafitische meerderheid zijn niet zo groot als in het geval van Irak en Iran. Zo stelt nieuwssite Al Jazeera dat beide groepen gedurende eeuwen in dezelfde moskeeën hun gebed deden.
Maar toen Jemen in 1990 eengemaakt werd en de sjiitische president van het vroegere Noord-Jemen, Ali Abdullah Saleh, zijn leiderschap ook daar voortzette, vond hij het nodig zich tegen de soennitische invloed van Saudi-Arabië te beschermen.
De zaidistische school van al-Houthi die in de noordelijke provincie Saada het licht zag, werd zo door Saleh gesteund. Hij zag er brood in religieuze strijders op te leiden als verzet tegen de expansiedrift van het soennitische buurland. In de beginperiode van het nieuwe Jemen, werden de Saudi’s er herhaaldelijk van beschuldigd stukken land langs de nog niet officiële grenzen in te palmen.
Houthi-pion aan de kant geschoven
Of het hier werkelijk om de tegenstelling tussen sjiieten en soennieten ging, valt nog te betwijfelen. Allicht stond de bescherming van het territorium voorop. Want toen in 2000 beide staten een akkoord tekenden over waar de grenzen nu precies getrokken zouden worden, werden Jemen en Saudi-Arabië bevriende landen.
Saleh had niet langer baat bij een houthi-pion in het militaire spel dat met de millenniumwisseling achter hem gelaten werd. Maar de rebellenbeweging ging niet akkoord met de eis van de president om de wapens – waarmee hij de groepering zelf gevoed had – neer te leggen. In 2004 werd Hoessein al-Houthi gedood in de eerste strijd in Jemen voor meer autonomie in de provincie Saada en voor de bescherming van de religieuze en culturele tradities van de zaidieten tegen de invloed van soennitische islamisten.
Nog vijf van zulke rebellies volgden onder leiding van de jongere halfbroer Abdul Malik al-Houthi, tot Saudi-Arabië in november 2009 tijdens de zesde oorlog besloot in te grijpen. Drie maanden later werd een staakt-het-vuren bereikt, bemiddeld door Qatar.
Meer inspraak
Niet veel later speelden de houthi’s snel in op de Arabische Lente die ook Jemen bereikte, door zich bij de protestacties doorheen het land aan te sluiten. Maar samen met revolutionaire jongerenbewegingen en de Zuidelijke Beweging van separatist Hiraak al-Janoubi verzetten de houthi’s zich tegen de eenmansverkiezing die Abd Rabbuh Mansur al-Hadi tot nieuwe president omdoopte.
De houthi’s, ondertussen zowel door sjiieten als soennieten gesteund, namen de hoofdstad Sanaa en andere gebieden in het noorden in. De voornaamste eis was een nieuwe regering waarin de verschillende facties van Jemen beter vertegenwoordigd waren.
Iets wat regeringspartij al-Islah (Jemenitische Congregatie voor Hervorming: een islamistische partij die hervormingen wil doorvoeren in alle aspecten van het leven op basis van de islamitische principes en leer) van generaal Ali Mohsen al-Ahmar niet zo ziet zitten. Die vreest namelijk dat de houthi’s hun zaidistische imamaat weer willen installeren en hem en zijn partij zullen vervolgen. Al-Ahmar leidde onder Saleh namelijk de strijd tegen de rebellen tussen 2004 en 2010.
Steun van Saleh
Hoewel al-Ahmar aanvankelijk tevreden was met de steun van de houthi’s aan de omverwerping van Saleh – zijn neef en rivaal, die altijd hoopte al-Ahmar te verliezen in de strijd tegen de rebellen – lijkt dat gevoel als sneeuw voor de zon te zijn verdwenen. Zo beschuldigen de Verenigde Staten Saleh er volgens de BBC van de houthi’s te steunen in hun overname van Sanaa. Dat in een poging de legitimiteit van de overheid te doen wankelen en instabiliteit te creëren om een coup te kunnen organiseren. Ook huidig president Hadi – gesteund door de VS – beschuldigt zijn voorganger ervan de politieke transitie in Jemen te proberen dwarsbomen. Iets wat Hadi sinds 2012 tracht te vermijden door loyalisten van Saleh uit belangrijke posities in de overheid en het leger te weren. In november 2014 legde de VN-Veiligheidsraad bovendien sancties op aan Saleh en twee houthi-leiders, omdat die de vrede en stabiliteit van Jemen bedreigden en het politieke proces tegenwerkten.
Ook soennitische aanhang
De stabiliteit is inderdaad zoek geraakt. De houthi’s en de overheid konden niet tot een compromis komen, waarop de rebellen hun opmars voortzetten in centrale en westelijke delen van het land die voornamelijk soennitisch zijn. De volgende stap zou het innemen van de strategische zuidelijke havenstad Aden zijn, waarheen Hadi ondertussen gevlucht was. Maar op 26 maart 2015 startte Saudi-Arabië met een coalitie bombardementen tegen houthi-stellingen om die opmars te staken.
Meer dan van echt sektarisch geweld – houthi’s hebben namelijk ook aanhang onder soennieten die van de regering met spelers uit het oude regime af willen – is er wellicht sprake van een vete tussen salafisten en houthi’s: een doorgang voor potentiële regionale of internationale invloeden die het conflict mee vorm zullen geven.
Een proxy-oorlog?
Dat laatste sterkt het idee van een proxy-oorlog tussen regionale en sektarisch tegengestelde grootmachten Saudi-Arabië (soennieten) en Iran (sjiieten) in Jemen.
Sowieso zag Saudi-Arabië de controle niet echt zitten van een religieuze speler, die niet deel uitmaakt van de overheid, over gebieden net voorbij de grens (de provincie Saada), gebieden die nooit goed binnen het de visie van het koninkrijk pasten.
Maar behalve dat, baarden de houthi’s het buurland zorgen omwille van de mogelijke Iraanse invloed. Die regionale sjiitische macht wordt er namelijk van beschuldigd financiële en militaire steun te bieden aan de zaidistische rebellen. Iets wat beiden ontkennen.
Waarom steun Iran houthi’s onderuit zou halen
De beschuldigingen zijn echter niet recent en dateren al sinds begin jaren 2000, toen Jemen en Saudi-Arabië elkaar de hand schudden. Toch is het belasten van de houthi’s met vermeende ideologische links met de Iraanse sjiieten een gevoelige kwestie, zo schreef onderzoeker Lucas Winter van het Combating Terrorism Center in een analyse uit 2012.
De heropleving van de zaidieten in de jaren ’90 – wat de weg ruimde voor de opmars van de houthi’s – was voornamelijk een reactie op de instroom van het wahabisme in die regio. Hoessein al-Houthi bekritiseerde het wahabisme op grond van traditie en oorsprong. Nu beweren dat de houthi-doctrine dieper geworteld zit in Teheran dan in Saada, is volgens Winter een poging om de basis van de beweging – het idee dat zij een inheemse vorm van de islam vertegenwoordigen -te ondermijnen.
Voorlopig blijft bewijs van Iraanse steun aan de houthi-rebellen dus uit, maar Saudi-Arabië lijkt alvast de spierballen te rollen in zijn vermeende invloedsfeer.
Strijd tegen terreur?
Tussen de worstelingen van houthi’s, de overheid van Jemen en Saudi-Arabië door, zijn er nog spelers op het terrein. Zo vinden geregeld aanslagen van de Jemenitische tak van al-Qaeda (AQAS) in het land plaats en recent nog moeide Islamitische Staat (IS) zich ook in het terreurverhaal van het land door met een driedubbele bomaanslag – twee in hoofdstad Sanaa en één in provincie Saada – meer dan 140 doden te maken.
Houthi’s bekampt door alle spelers
In het zuiden van het land is er separatistische onrust, in het noorden namen de houthi’s gebieden in: een opmars die voortgezet werd in het centrum en westen van het land. Die laatste regio’s zijn voornamelijk soennitisch en de opkomst van de houthi’s zorgt er voor wrevel met jihadistische militanten van al-Qaeda.
De houthi’s worden tegelijk door al-Qaeda, Islamitische Staat en de door de VS goedgekeurde en door Saudi-Arabië geleide coalitie geviseerd. Wordt de strijd tegen het terrorisme in het land even vergeten?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier