55 dagen lang gegijzeld door Hamas: ‘Elke dag leek wel een jaar te duren’
55 dagen lang werd Nili Margalit gegijzeld door de Palestijnse terreurbeweging Hamas. Vandaag doet ze er alles aan om haar landgenoten terug thuis te krijgen. ‘We geloofden dat het mogelijk was om in vrede te leven. En nu is het allemaal kapot.’
De capuchon die ze draagt, spreekt boekdelen: Bring them back now! Nili Margalit klinkt vastberaden, zelfs als de emoties oplopen terwijl ze haar verhaal vertelt. ‘Ik heb geen andere plannen meer’, vertelt ze. ‘Zolang de gijzelaars niet allemaal terug thuis zijn, kan ik niet rusten. Het is de enige manier waarop ik dit allemaal achter me kan laten.’
We spreken Margalit in Brussel, waar ze op uitnodiging van de Israëlische ambassade kwam spreken over haar ervaringen. Afgelopen donderdag werd ze samen met Shani Goren, een andere bewoonster van Nir Oz die door Hamas gegijzeld werd, ontvangen door Belgisch minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR). Hun bezoek valt samen met de opening van een installatie op het Luxemburgplein voor het Europees Parlement, waar de ervaring van een Israëlische gegijzelde wordt nagebootst.
Voor Nili Margalit, een 41-jarige kinderverpleegster op de spoedafdeling van het Sokola-ziekenhuis in de Zuid-Israëlische stad Beer Sheva, blijft het een bevreemdende ervaring. Tot 7 oktober leidde ze een in alle opzichten doodnormaal leven. Ze is geboren en getogen in Nir Oz, een kibboets in Zuid-Israël op een tweetal kilometer van de grens met Gaza. Het is een uiterst landelijke omgeving: huisjes verstopt tussen lommerrijke bomen, omringd door wijngaarden. Een hechte gemeenschap ook: de ongeveer 400 bewoners kennen elkaar bijna allemaal bij de voornaam.
Niets doet vermoeden dat daar op 7 oktober 2023 verandering in zou komen. ‘De avond ervoor hadden we een etentje met de hele familie gehad’, vertelt Margalit. ‘We zouden die dag gaan vliegeren aan het grenshek met Gaza, om onze solidariteit met de Palestijnen te tonen.’ Toch blijkt die zaterdagochtend geen ochtend als alle andere. Nadat de Palestijnse terreurbeweging Hamas enkele duizenden raketten en drones op Zuid-Israël heeft afgevuurd, worden er op verschillende plekken bressen geslagen in het grenshek tussen Gaza en Israël. Honderden Hamasstrijders steken de grens over, en richten een bloedbad aan onder de Israëlische bevolking. Een van de eerste plaatsen waar Operatie Al-Aqsa Zondvloed – zoals Hamas de aanval zal noemen – toeslaat, is Nir Oz.
Blootvoets in pyjama
In de groepchat van de kibboets breekt die ochtend paniek uit. ‘Plots kreeg ik allerlei berichten dat er terroristen in de kibboets waren. Ik begreep letterlijk niet wat ik las. Ik kon me niet voorstellen dat dit kon gebeuren. Ik blokkeerde volledig. Zelfs toen ik al gevangen was genomen, moest ik mezelf ervan overtuigen dat het geen boze droom was.’ Het duurt niet lang voor ook de deur van Margalits huis wordt geforceerd. ‘Plots stonden er twee Palestijnse jongens in mijn huis. Ze kunnen niet ouder dan zestien of zeventien geweest zijn. Ze sleurden me mee, blootsvoets en in pyjama. Ik was totaal verdoofd. Ik snapte niet wat er gebeurde. Met een golfkarretje dat ze op de kibboets hadden gestolen, reden ze naar het grenshek.’
Ik ben ontvoerd door gewone burgers, die me verkochten aan Hamas.
Rond het grenshek heerst een en al chaos. Margalit beschrijft hoe ‘duizenden Gazanen’ richting de kibboets lopen om te plunderen. Terwijl haar ontvoerders Gaza binnenrijden, ziet ze hoe een vijftienjarige jongen met de rode terreinwagen van haar vader voorbij scheurt. Het gaat allemaal zo snel dat Margalit nauwelijks begrijpt wat er gaande is. Haar ontvoerders brengen haar naar Khan Younis, de grootste stad in het Zuiden van Gaza, waar ze in een gewone auto wordt overgezet. ‘Ze brachten me naar een soort warenhuis. Daar hadden ze een afspraak met enkele gewapende mannen, met wie ze begonnen te onderhandelen. Toen begon het me te dagen: ik was ontvoerd door gewone burgers, die me verkochten aan Hamas.’
(Lees verder onder de preview)
Hoe het Israël van Bibi Netanyahu steeds meer alleen staat
Shiften draaien
De komende 55 dagen zal Margalit met veertien gegijzelden en vier bewakers doorbrengen in een ondergrondse kamer in een van de vele tunnelcomplexen die Hamas onder de Gazastrook heeft gebouwd. Bij de gegijzelden zijn twee oude dames van 76 jaar, die gewond zijn geraakt bij de hardhandige ontvoering. In dezelfde kamer zitten ook een vrouw met haar vijfjarig kind, een zestienjarige jongen die niet weet wat er met zijn ouders is gebeurd, en drie Thai die op de kibboets werkten.
De leefomstandigheden in het tunnelcomplex zijn zwaar. ‘We werden ondergebracht in een krappe ruimte waar je amper adem kon halen. Het was er pikdonker, we moesten zaklampen gebruiken om iets te zien. We kregen nauwelijks iets te eten: een kom rijst ’s ochtends en een half pitabrood ’s avonds. De meeste dagen hadden we geen stromend water. En als we wel water hadden, konden we het toilet maar één keer per dag doorspoelen. Na een tijdje werden we allemaal ziek door de slechte hygiënische omstandigheden. De ruimte was zo klein dat ze bijna volledig gevuld was met de vuile matrassen waarop we moesten slapen.’
De eerste week heerst vooral de stilte in de krappe kamer waar de gegijzelden zijn ondergebracht. ‘Ik denk niet dat we de eerste dagen een woord hebben gewisseld’, zegt Margalit. ‘We waren allemaal in shock. We konden maar niet begrijpen wat er met ons aan het gebeuren was. Iedereen zat op zijn eentje, in gedachten verzonken. Gaandeweg begonnen we dan toch met elkaar te praten, om elkaar moed in te spreken. We moeten overleven, zeiden we tegen elkaar. We mogen niet denken aan wat er in Nir Oz gebeurd is. We nemen het uur per uur, dag per dag. We gaan slapen, we staan op, en we gaan verder.’
Margalits ervaring als verpleegster hielp haar door te bijten. ‘Ik deelde mijn gevangenschap op in shifts, zoals in het ziekenhuis. Ik hield mezelf constant voor dat ik mijn medegijzelaars kon helpen. Ik moest en zou hen verzorgen, en waken over hun mentale welzijn.’ Ze stelt een lijst op van medicatie die de oudere gijzelaars nodig hebben. Ze moet vooral improviseren. ‘We hadden geen medisch materiaal om wonden te verzorgen. Ik kon alleen de wonden wassen met water, en hopen dat het niet erger zou worden.’
Minstens zo slopend als de honger en de povere hygiënische omstandigheden was de zoektocht naar zinvolle bezigheden. De verveling was misschien wel het zwaarste, aldus Margalit. ‘We hadden geen televisie, geen kaarten, geen speelgoed voor de kinderen, helemaal niets. Elke dag leek wel een jaar te duren. Je wordt ’s ochtends wakker, en je beseft dat je ook die dag helemaal niets zult kunnen doen. De tijd kroop voorbij.’ Om de zinnen toch een beetje te verzetten, draagt Margalit haar landgenoten op om enkele keren per dag de trap met 72 treden die naar de tunnel leidt op en af te stappen. ‘Dat is belangrijk om de botdensiteit te bewaren. Zeker voor ouderen geldt dat als je de hele tijd stilzit, je botten sneller breken wanneer je valt.’
Psychologische oorlog
Aanvankelijk blijven de vier bewakers steeds in de buurt. ‘De eerste dagen bleef er altijd een bewaker wakker, om er zeker van te zijn dat we niets zouden proberen. Maar al snel snapten ze dat we toch nergens heen konden. Er was geen enkele kans voor ons om te ontsnappen. Waar zouden we met die bejaarden heen kunnen vluchten?’
Onze bewakers vertelden ons dat niemand naar ons zocht, dat ze ons zouden achterlaten om weg te rotten in die tunnels.
De communicatie met de Hamasbewakers, die geen woord Engels blijken te spreken, verloopt uiterst moeilijk. Omdat Margalit, die in het ziekenhuis vaak Arabischtalige Israëliërs behandelt, een beetje Arabisch spreekt, fungeert ze als tussenpersoon. ‘De bewakers voerden een soort psychologische oorlog met ons’, vertelt ze. ‘Ze gaven ons de schuld van wat er met ons gebeurd was. Ze zeiden dat Israël ziekenhuizen en kinderen bombardeert, terwijl ze donders goed wisten dat er onder die ziekenhuizen tunnels vol wapens zijn. Ze zeiden er niet bij dat het personeel van die ziekenhuizen de gijzelnemers helpt, wat ik als verpleegster verwerpelijk vind. Ze vertelden ons dat niemand naar ons zocht, dat ze ons zouden achterlaten om weg te rotten in die tunnels.’
Al die tijd blijven de gijzelaars in het ongewisse over wat er in de buitenwereld gebeurt. ‘Het enige wat we wisten, hoorden we van onze bewakers’, zegt Margalit. ‘Ze vertelden ons dat de ontvoering als doel had om Palestijnse gijzelaars vrij te krijgen. We kregen te horen dat vrouwen en kinderen eerst vrij zouden komen.’
Margalit is de laatste vrouw van haar groep die zal worden vrijgelaten. Na 55 dagen gevangenschap wordt ze om vier uur ’s nachts van haar bed gelicht. Net voordat ze vrijgelaten wordt, zetten haar bewakers haar onder druk om haar medegevangene Yarden Bibas te vertellen dat zijn volledige familie gedood is. Margalit weigert. ‘Ik smeekte hen om het hem niet te vertellen. Yarden geloofde dat ze in veiligheid waren. Ik was bang dat hij zou instorten.’
Vervolgens dwingen haar gijzelnemers haar om een video op te nemen waarin ze de Israëlische premier Netanyahu de schuld geeft dat de lichamen van de gestorven gijzelaars niet naar Israël worden teruggezonden. Terwijl de video wordt opgenomen, nemen de mannen haar mee door de tunnel. Wanneer ze het tunnelcomplex verlaten, worden ze samen met vier andere vrouwen in een auto geplaatst, niet ver van een markt. ‘We waren doodsbang dat iemand de autodeur zou openen’, zegt Margalit. ‘Als de marktgangers ons ontdekt hadden, hadden ze ons waarschijnlijk vermoord.’ Pas na vier uur worden de vier vrouwen verplaatst naar een donkere plaats, waarna ze na nog eens enkele uren wachten worden overgedragen aan het Rode Kruis. ‘Pas toen ik in de jeep van het Rode Kruis zat, besefte ik dat ik het zou halen’, aldus Margalit.
(Lees verder onder de preview)
Ludo Abicht: ‘Wie Israël vandaag verdedigt, is antisemiet’
Begraafplaats
Pas na haar vrijlating ontdekt Margalit de schaal van wat er gebeurd is. ‘117 van de 400 bewoners van Nir Oz zijn vermoord of gegijzeld. 37 bewoners zitten nog altijd vast in Gaza. Drie van mijn dichtste vrienden zijn vermoord. Yonatan Simantov, mijn buurman, is samen met zijn vrouw doodgeschoten in hun schuilkelder. Ze hebben onze huizen in brand gestoken. De drie kinderen van mijn buren, een tweeling van vijf en een kind van amper tweeënhalf jaar oud, zijn gestikt in de brand.’
Ook dan pas krijgt ze te horen dat haar vader, wiens rode terreinwagen ze tijdens haar ontvoering al opmerkte, tijdens de aanval is vermoord. Haar moeder overleefde alleen omdat ze zich met een acht jaar oud neefje in hun schuilkelder had verstopt. Margalit laat een pauze vallen, slikt even. ‘Ik ben er van in het begin van uitgegaan dat mijn vader niet meer in leven was. Ik ken mijn vader: ik wist dat hij naar buiten gegaan zou zijn om zijn familie te beschermen.’
Dat is misschien het gruwelijkste gevolg van de aanval: je moet aan zesjarige kinderen vertellen dat ze nergens veilig zijn.
‘Soms vraag ik me af wie er het ergst aan toe is: de families die het overleefd hebben, of de families die gestorven zijn. Mijn beste vriendin heeft haar kinderen horen smeken om de deur te openen, omdat ze bang waren dat ze zouden stikken. Haar zes jaar oude dochter vroeg haar onlangs om haar een foto van een Palestijnse vrouw te tonen. “Ze ziet er net zo uit als wij’, zei ze tegen haar moeder. “Hoe zal ik ooit kunnen weten welke goed zijn, en welke slecht?” Dat is misschien het gruwelijkste gevolg van de aanval: je moet aan zesjarige kinderen vertellen dat ze nergens veilig zijn.’
Voor ons is het nog altijd 7 oktober. Pas als alle gegijzelden terug zijn, kan het misschien ooit 8 oktober worden.
Aan terugkeren denkt Margalit niet. ‘Nir Oz is een begraafplaats’, zucht ze. ‘Het is er niet meer. Tachtig procent van de huizen is platgebrand. We kunnen er niet meer wonen. Elke plek heeft nu een verhaal. Voor ons is het nog altijd 7 oktober. Pas als alle gegijzelden terug zijn, kan het misschien ooit 8 oktober worden.’
Internationale druk
Tegelijk is duidelijk dat de rest van de wereld vandaag niet meer stilstaat bij wat in Israël Zwarte Zaterdag wordt genoemd. Door de harde reactie van het Israëlische leger, de grootschalige bombardementen en de humanitaire catastrofe die ondertussen al aan meer dan dertigduizend Gazanen het leven kostte, gaat de internationale sympathie allang niet meer uit naar Israël. De impact van de Hamas-aanval van 7 oktober op de Israëlische samenleving lijkt daardoor ondertussen al naar de achtergrond verschoven.
Volgens Margalit kan de crisis alleen opgelost worden als de gijzelaars worden vrijgelaten. ‘Dat is de enige manier om deze toestand te beëindigen, voor beide partijen. Het is de enige manier om de wonden te laten helen. Ik kan mijn regering niet toelaten om te onderhandelen voordat dat is gebeurd.’
Beide kanten verdienen beter dan de tragedie die zich nu voltrekt.
Ze benadrukt dat ze Hamas verantwoordelijk stelt voor de huidige situatie. ‘De internationale gemeenschap moet op beide zijden druk zetten: zowel op de Israëlische regering als op de leiding van Hamas. Maar deze oorlog kan alleen eindigen als de gijzelaars terug thuis zijn. Alleen dan kunnen we deze crisis beginnen te bezweren. Beide kanten verdienen beter dan de tragedie die zich nu voltrekt.’
‘We geloofden in vrede’, zucht Margalit. ‘Chaim Peri, een van de mannen die nog altijd wordt vastgehouden, was een gerespecteerd vredesactivist, die kinderen vanuit Gaza naar Israël hielp overbrengen om er medische verzorging te krijgen. We zouden die dag naar de grens met Gaza gaan om vliegers op te laten om onze solidariteit met het Palestijnse volk te tonen. We geloofden dat het mogelijk was om in vrede te leven. En nu is het allemaal kapot.’