Benoit Lannoo
‘120.000 Armeniërs afgesneden van de rest van de wereld: waar dienen internationale rechtbanken voor?’
‘Al drie maanden lang zijn 120.000 Armeniërs in Stepanakert en omgeving afgesneden van de rest van de wereld’, schrijft Benoit Lannoo. ‘Azerbeidzjan moet de vrije doorgang via de corridor van Lachin garanderen, oordeelt het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Maar waar dienen internationale rechtbanken voor, als niemand hun uitspraken afdwingt?’
Net op het ogenblik dat het Internationaal Gerechtshof in Den Haag eind vorige maand de garantie eiste van “een onbelemmerde doorgang van alle personen, voertuigen en goederen via de corridor van Lachin” (spreek uit: Latchien), stond ik met de wagen aan deze zes kilometer lange bergpas die Goris in het zuiden van Armenië verbindt met de hoofdstad Stepanakert van Armeense enclave in Azerbeidzjan die zichzelf Autonome Republiek Artsakh noemt. (Het gebied is formeel nog altijd deel Azerbeidjan, maar sinds de oorlog in1994 in Nagorno-Karabach staat het onder controle van de niet erkende Republiek Artsach, nvdr.)
En ik werd niet doorgelaten. Sinds medio december vorig jaar wordt niemand nog doorgelaten, op af en toe een voertuig van het Internationale Rode Kruis na. Russische vredestroepen zeggen naar verluidt dat zij de Azeri’s die de corridor blokkeren zonder probleem kunnen wegjagen, maar dat zij daar “niet het bevel uit Moskou” voor hebben gekregen.
Nochtans bepaalt het akkoord van 9 november 2020 dat een einde maakte aan de jongste Azerbeidzjaans-Armeense oorlog, dat deze enige toegangsweg tot Artsakh open moet blijven en dat de Russen daarop moeten toezien. Maar op 12 december begon Azerbeidzjaans protest tegen een mijnconcessie, mijlenver van Lachin verwijderd. Het gaat om een honderdtal ‘milieuactivisten’ en daarvan staan er een dertigtal op de weg terwijl de rest in Sjoesji verblijft, een vestigstadje langs de corridor dat Azerbeidzjan twee jaar geleden veroverde. De activisten worden aan weerszij beschermd door Azerbeidzjaanse troepen, met even verderop telkens een Russisch checkpoint.
Waarom grijpt Rusland niet in; het is toch van oudsher een bondgenoot van Armenië? Dat is omdat Moskou er nu baat bij heeft het dictatoriale regime in Bakoe te vriend te houden. Azerbeidzjan is een politiestaat die al veertig jaar lang door dezelfde familie wordt bestuurd. Vader Heydar Alijev was een oud-communist die in 1993 de macht greep nadat Azerbeidzjan een eerdere oorlog over de Armeense enclave had verloren. Tijdens zijn presidentschap werd massaal geïnvesteerd in de ontginning van gigantische gasreserves onder de Kaspische Zee.
(Lees verder hieronder.)
Zijn zoon Ilham Aliyev maakt sinds twee decennia van de anti-Armeense gevoelens het bindmiddel om zijn macht te handhaven. Schoolkinderen in Azerbeidzjan krijgen anti-Armeense propaganda voorgeschoteld waar Joseph Goebbels bij verbleekt.
Sinds de boycot van gasleveringen uit Moskou omwille van de agressie in Oekraïne, klopt Europa maar al te graag aan in Bakoe. Zo ondertekende de EU-commissievoorzitster vorige zomer nog een memorandum van overeenstemming met Aliyev om de gasimport uit Azerbeidzjan op te trekken van acht tot twaalf miljard kubieke meter. “Ik ben blij hier een betrouwbaar alternatief voor Rusland te vinden”, zei Ursula von der Leyen. Franse experts van Petrostrategies brengen echter al langer bewijzen aan dat Bakoe sindsdien ook Russisch gas met Azerbeidzjaans etiketje aan Europa levert. In ruil voor dit handigheidje om de westerse gasboycot te omzeilen, is Poetin graag bereid een oogje dicht te knijpen voor wat collega-dictator Aliyev in Nagorno-Karabach en Armenië uitspookt.
Want er is niet alleen de blokkering van de Lachin-corridor. In september vorig jaar vielen er plots Azerbeidzjaanse projectielen op Djermoek in de Armeense provincie Vajotz Dzor. De voorbije decennia was er nooit discussie over dit stadje, maar de Azeri’s schoven de grens met hun aanval met een vijftal kilometer op en kijken nu vanuit de bergen dreigend neer op Djermoek. Waarom? Jermuk is het nationale mineraalwater en het plekje is een populair kuuroord. Onnodig te zeggen dat de hotels er nu niet meer volgeboekt zijn. Telkens het dit kan, maakt het Azerbeidzjaanse regime aan de Armeniërs – zowel in Artsakh als in Armenië zelf – duidelijk dat zij er niet langer welkom zijn. Zo werden tijdens de oorlog van 2020 in Stepanakert bewust scholen en kraamklinieken gebombardeerd.
Dat alles zijn oorlogsmisdaden, maar vele uitspraken ter zake van het Europees hof voor de mensenrechten in Straatsburg blijven zonder gevolg. Het beruchtste geval is dat van Ramil Safarov, een Azerbeidzjaan officier die tijdens een Navo-seminarie in Boedapest de kamer van een Armeense collega binnendrong en deze onthoofdde. Safarov werd in Hongarije tot levenslang veroordeeld, maar volgens de conventie van Straatsburg naar Azerbeidzjan overgebracht om daar zijn straf uit te zitten. Niets daarvan: eenmaal terug in Bakoe werd hij gepromoveerd en als een held behandeld. Bakoe werd hiervoor in 2020 de het Europees mensenrechtenhof veroordeeld, maar de 46 lidstaten van de raad van Europa vonden het niet eens nodig daarover de Azerbeidzjaanse ambassadeur op het matje te roepen.
Twee vragen houden mij al een tijdje uit mijn slaap. Primo: waar dienen internationale rechtbanken eigenlijk voor, als de regeringen die ze opgezet hebben niet de minste poging doen om iets met deze rechtspraak te doen? En secundo: zullen we over tien jaar weer lijdzaam vaststellen dat we voor onze energie afhankelijk zijn geworden van een dictator die op een brutale wijze een buurland van de kaart probeert te vegen. Want dat de christelijke Armeniërs volgens Bakoe op termijn helemaal uit de Zuidelijke Kaukasus dienen te verdwijnen, daar maakt Aliyev niet het minste geheim van. De Armeense genocide van een eeuw geleden moet worden ‘afgewerkt’, daar wil en zal hij wel voor zorgen. En met deze man en zijn regime willen wij nu snel-snel zaakjes doen.
Benoit Lannoo is expert oosterse christenen en reisde onlangs door Armenië.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier