1 jaar na het Catalaanse referendum: ‘Het is of een echt referendum, of permanente crisis’
In oktober 2017 deden de Catalanen een gooi naar onafhankelijkheid; het centrale Spaanse gezag sloeg hard terug. Een jaar later neemt theatermaker Michael De Cock in Catalonië de temperatuur en zoekt hij in Leuven een van de ministers in ballingschap op. ‘Mijn familie betaalt een nog veel hogere prijs dan ik.’
Op 1 oktober vorig jaar deed de Spaanse autonome gemeenschap Catalonië een (over)moedige gooi naar onafhankelijkheid. Een jaar later lijkt dat doel verder weg dan ooit. De ‘ongehoorzame’ Catalaanse regering werd ontbonden, de minister-president en vier van zijn ministers kozen voor ballingschap, de anderen zitten, bijna een jaar later, nog altijd in de gevangenis. Toch leeft bij vele Catalanen het gevoel van een overwinning, én de overtuiging dat ze een belangrijke stap naar onafhankelijkheid hebben gezet.
De beelden van de bikkelharde reactie van de Guardia Civil op het referendum gingen de wereld rond. Maar het bleef niet bij het politieoptreden alleen, ook het Spaanse gerecht schoot in een kramp. Zo drijft de rapper Valtonyc in een liedje de spot met het koningshuis: hij werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf en koos net als de Catalaanse ministers België als veilige haven. De jonge Cassandra Vera maakte grapjes op Twitter over de moord op Franco’s rechterhand Luis Carrero Blanco: ze kreeg een jaar met uitstel, maar werd in hoger beroep vrijgesproken. Ook de satirische bladen El Jueves en Mongolia werden onlangs vervolgd en met censuur bedreigd. En vorige week nog werd acteur-provocateur Willy Toledo voor het gerecht gedaagd voor godslastering. Toledo gaf te verstaan dat hij alleen voor de rechter wil verschijnen als ook de tegenpartij van zich laat horen. Vrije meningsuiting? Je let maar beter op je woorden in Spanje vandaag.
We hebben de onafhankelijkheid nooit echt willen doordrukken. We wilden in gesprek gaan. Dat was naïef.
Dode broer
In een bescheiden rijwoning in Leuven woont Toni Comin met zijn man Sergi Corbera en hun dochtertje van zes. Corbera werkt als scenograaf voor het theater en reist over en weer tussen Barcelona en Leuven, dat ze intussen als vaste woonplaats kozen. Sinds vorige week gaat hun dochtertje hier ook naar school.
Comin kan niet meer terug naar zijn vaderland. Hij is een van de ministers die samen met minister-president Carles Puigdemont in de woelige nadagen na de onafhankelijkheidsverklaring in België zijn beland. In vergelijking met Puigdemont is Comin ‘de stille minister’. Hij leeft sinds zijn ballingschap in de luwte en zocht tot vandaag de schijnwerpers niet op. Intussen acht hij de tijd rijp om te praten.
Eerst moesten Comin en Corbera hun levens weer op de rails krijgen. Het referendum kon dan wel de Spaanse staat niet ontwrichten, op persoonlijk vlak heeft het hun leven dramatisch overhoopgehaald. ‘De eerste maanden waren verschrikkelijk, maar stilaan gaat het beter’, zeggen ze, misschien net een keer te veel. ‘En dan was er nog de dood van mijn broer… Ik had een ongelofelijk goede band met hem. Uiteindelijk is hij naar hier gekomen en is hij hier bij mij gestorven, eind juli. Het was hard om niet thuis te zijn. Maar ach, de tragedie is dat hij dood is. Al de rest is bijzaak. Misschien had ik hem wel in Barcelona kunnen bezoeken, maar dan hadden ze me zeker de dag erna gearresteerd. Er niet bij zijn tijdens zijn laatste uren was ondraaglijk. Maar op de een of andere manier heeft het mij wel een band met ons nieuwe huis gegeven. Ik heb ook het gevoel dat ik de verdomde ballingschap op die manier te snel af ben geweest.’
We zitten in een gezellige pop-upbar – niet veel meer dan wat kratten en pallets – in het Sint-Donatuspark in de buurt van hun huis. Terwijl dochterlief over en weer fietst, doen Comin en Corbera hun verhaal.
‘Voor mij is alles begonnen op 17 augustus 2017, met de aanslagen op de Ramblas’, zegt Corbera. ‘Sindsdien is het één rollercoaster geweest. De Spaanse regering dacht dat we de situatie nooit alleen zouden aankunnen, maar de Catalaanse ordediensten hadden de situatie perfect onder controle. Dat konden ze niet verkroppen in Madrid. Waarom? Omdat ze diep vanbinnen de Catalaanse autonomie nooit echt aanvaard hebben. Als het erop aankomt, in tijden van crisis, wil Madrid het weer overnemen.’
‘Een tweede ding dat ze niet konden verkroppen, is dat we het referendum hebben kunnen realiseren’, vult Comin aan. ‘Dat was een grote overwinning. Twee nachten lang vlogen er massaal helikopters boven de stad op zoek naar de urnen. Maar het is ons gelukt. De urnen kwamen uit het noorden van Catalonië en uit Catalaanse dorpen in Frankrijk.’
‘Het was ongelofelijk’, gaat Corbera vol vuur verder. ‘Mijn broer was erbij betrokken en ik heb het nooit geweten. Mensen hadden zelfs hun eigen partner niet ingelicht. Er werd niet over gesproken, iedereen deed alles in het grootste geheim. Als ik eraan denk, krijg ik nog kippenvel. Ik bewaakte samen met anderen het schooltje van onze dochter. Je kunt je niet voorstellen wat voor een impact de aankomst van de politie had.’ Hij wordt even stil. ‘Er waren kinderen en oude mensen bij. En de politie viel binnen alsof er een oorlog was uitgebroken.’
‘In de nadagen van de hetze vertelde iemand me dat hier ooit een film over gemaakt zou worden’, vertelt Comin. ‘Toen kon ik dat niet geloven. Nu ben ik ervan overtuigd dat dat ooit zal gebeuren. Een spannender en emotioneler script is nauwelijks te bedenken.’
Het powerplay van toenmalig premier Rajoy, waarvan de beelden de wereld rondgingen, heeft diepe sporen nagelaten. ‘Uit het hele land werden politiepatrouilles naar Catalonië gestuurd. Ze vertrokken in colonnes en werden door de bevolking, Spaanse vlaggen in de hand, toegejuicht: “A por ellos! A por ellos!” schreeuwden ze. Een kreet die je bij het voetbal vaak hoort. “We gaan ze verslaan!” De politie kwam aan in de scholen in kleine dorpen en trapte deuren in terwijl onschuldige, ongewapende burgers de urnen trachtten te beschermen. Hoe moet je uitleggen aan je kinderen dat je niets verkeerds doet, maar dat gewapende politiemannen de deuren van hun schooltje komen intrappen en dingen vernielen?’
Liever verdriet
Comin is in zomeroutfit, met gerafelde jeansshort en stoppelbaard. Geen mens herkent de voormalige Catalaanse minister wanneer we wat later door de Leuvense binnenstad lopen. Het gezin is hier bij toeval terechtgekomen. ‘Het is een stad met veel jongeren, klein maar kosmopolitisch, een stad die naar de toekomst kijkt. Dat is precies wat ik nodig heb. De eerste dagen in Brussel werden we voortdurend opgejaagd door de pers, zelfs fysiek belaagd. Ze achtervolgden ons in de auto en zo: dat was onleefbaar. Maar we wilden wel in België blijven. In België kunnen we niet uitgeleverd worden, en Brussel is de hoofdstad van Europa. Van hieruit kunnen we voortwerken. Ik heb even overwogen om naar Wallonië te gaan, maar of Laia nu Nederlands of Frans moet leren, dat maakt niet uit. En de Catalaanse zaak kan op meer sympathie rekenen in Vlaanderen dan in Wallonië.’
‘Ons dochtertje is lange tijd voor drie dingen bang geweest’, herinnert Sergi Corbera zich. ‘Het donker, de draak van San Jordi en Rajoy. Ook toen we in het begin hier in Leuven waren, vroeg ze nog vaak: “Is Rajoy hier?” Intussen heeft ze het een plaats kunnen geven. In het begin wilden we haar niet te veel vertellen, maar dat bleek niet de juiste keuze. De psycholoog die ons begeleidde, zei dat we open kaart moesten spelen. Verdriet is minder erg dan wantrouwen, klonk het. We hebben haar alles uitgelegd.
Intussen legt onze dochter hier in Leuven de Catalaanse kwestie aan haar vriendjes uit… Ze zegt dat ze één papa heeft in Barcelona en één in ballingschap. Ik ben intussen ook hier komen wonen. Maar ik ga geregeld naar Barcelona, om de familie te zien en om te werken.’
‘Het is ongelofelijk hoe deze prinses reageert’, zegt Comin wat later, met zijn dochter op schoot. ‘Voor Puigdemont is het erger. Zijn familie is in Girona gebleven. De kinderen zijn ouder en ze hebben er hun leven opgebouwd. Hij ziet zijn dochter hooguit één keer per maand.’
Wanneer wist u dat u moest vertrekken?
Toni Comin: Die dagen zijn zo snel gegaan… We wisten natuurlijk dat we met vuur speelden. We hadden tijdens de verkiezingscampagne beloofd een referendum te organiseren. Wie de Spaanse geschiedenis een beetje kent, weet hoe ze in Madrid reageren op zulke zaken. Maar toch, je kunt je er nooit helemaal op voorbereiden.
Had u eigenlijk wel een plan?
Comin: We hadden de Spaanse regering drie dingen gevraagd na het referendum. De verzetsleiders, ‘de twee Jordi’s’ (Cuixart en Sanchez, nvdr.), moesten worden vrijgelaten; Madrid mocht de Catalaanse regering niet naar de gevangenis sturen, en moest beloven het artikel 155 niet te activeren om de Catalaanse autonomie terug te draaien. We hebben Rajoy persoonlijk benaderd met die drie vragen.
Kreeg u een reactie?
Comin: Niets. Het was een hele dag wachten op nieuws dat niet kwam. Later vernamen we dat Rajoy de Spaanse koning gevraagd zou hebben wat hij moest doen… (schudt het hoofd) Als er één zwakke schakel is in de Spaanse samenleving, dan is het wel de monarchie. De koning heeft een rol opgenomen die onaanvaardbaar is in een democratie. Maar verwonderlijk is dat niet: bij het koningshuis denken ze nog altijd dat we onder het Francoregime leven. Op 27 oktober hebben we de onafhankelijkheid uitgeroepen, maar we hebben die nooit echt willen doordrukken. We wilden meteen in gesprek gaan. Dat was naïef.
Een reactie uit Madrid was toch te verwachten?
Comin: We vreesden twee scenario’s. We wisten dat ze ons wilden vernederen, en ze zochten naar een manier om geweld uit te lokken. De vraag was dus meteen: blijven we of vertrekken we? Eerst zijn we naar Frankrijk gegaan, om rustig te overleggen. Daar kregen we het bericht dat we ons moesten aangeven. Toen wist ik dat teruggaan geen optie was. We beseften al snel dat ballingschap politiek een sterk signaal zou zijn. Spanje probeert van een politiek probleem een juridisch probleem te maken, door ons aan te klagen en voor het gerecht te slepen. We wisten dat juridisch verlies gelijk zou staan met politiek verlies. Om politiek te winnen moeten we dus eerst juridisch ons gelijk halen.
Zal dat lukken?
Comin: (knikt zelfverzekerd) Het is gewoon een kwestie van tijd. Zowel in Duitsland als België hebben ze op haast alle punten ongelijk gekregen van het gerecht. Ze kunnen nog één aanhoudingsbevel sturen. Als ze dat niet doen, moeten ze onze vrienden in de gevangenis binnenkort laten gaan, want we moeten gelijk behandeld worden. Als ze het wel sturen, zullen ze meer dan waarschijnlijk nog een keer geen gelijk krijgen. Dan staan ze schaakmat.
Hebt u nog contact met de ministers in de gevangenis?
Comin: Ik schrijf brieven met vicepresident Oriol Junqueras. Hij is een vriend. Door hem zat ik in de regering.
Ziet u Puigdemont nog vaak?
Comin: We horen elkaar dagelijks. Ik schoot al goed met hem op tijdens de regeerperiode, maar nu zijn we echt vrienden geworden. We hebben samen veel meegemaakt. Puigdemont zei me onlangs lachend dat we, als we dit overleven, over vijftig jaar samen workshops over veerkracht kunnen geven.
Een van de redenen om naar Vlaanderen te komen, was de N-VA. Is de N-VA een logische partner voor u?
Comin: (haalt de schouders op) Ze zijn ons gunstig gezind, dat is zeker. Maar, eerlijk gezegd, het Vlaamse separatisme is in niets te vergelijken met het Catalaanse.
Hoezo?
Comin: Ik zie drie heel grote verschillen. Het onafhankelijkheidsstreven in Vlaanderen is heel nationalistisch en identitair. Dat is niet zo in Catalonië. Wij worden gedreven door een republikeins streven. Ten tweede zijn de separatisten in Vlaanderen rechts georiënteerd, in Catalonië zijn we eerder links. En tot slot lijkt het mij hier in België meer retoriek dan oprecht gemeend. Maar dat is logisch: de N-VA heeft geen staat om zich echt tegen te verzetten. Meer nog, ze controleert de staat. Dat is bij ons helemaal anders.
Waarom hebt u nooit gestreefd naar een oplossing à la belge? Meer bevoegdheden, minder staat?
Comin: Denk je dat we dat niet geprobeerd hebben? Tien jaar van mijn leven heb ik erin gestopt. Ik was eerst lid van de socialistische partij. We hebben echt geprobeerd de staat van binnenuit te veranderen. Die hoop heb ik intussen laten varen. Het is onmogelijk.
In feite heeft Spanje nooit afstand gedaan van zijn autoritaire verleden. Duitsland en Italië hebben dat na de Tweede Wereldoorlog wel gedaan. Spanje heeft zich nooit echt bevrijd van Franco. Daarom willen wij alleen verder. Eigenlijk heeft Spanje, toen het tot de EU toetrad, iedereen een rad voor de ogen gedraaid. Ze hebben doen uitschijnen dat het land ‘natuurlijk verveld’ was tot een echte democratie, maar dat blijkt een grote farce. Europa zou één ding moeten beseffen: het is of een echt referendum, of een permanente crisis in Catalonië.’
Het onafhankelijkheidsstreven in Vlaanderen is heel nationalistisch en identitair. Dat is niet zo in Catalonië. Wij worden gedreven door een republikeins streven.
Jonge aanhang
Net als de meeste Catalanen denkt ook Comin dat het een kwestie van tijd is voor de macht van Madrid gebroken wordt.
‘Mij leek het dat jullie het momentum gemist hebben’, zeg ik hem als we door de Leuvense binnenstad naar de Oude Markt lopen. ‘Gespeeld en verloren.’
‘Waarom zeg je dat?’
‘We zijn een jaar na het referendum. De Catalaanse ministers die in Spanje zijn gebleven, zitten nog altijd in de gevangenis. En jullie zijn hier… Madrid is jullie aan het uitroken.’
Hij schudt het hoofd. ‘De cijfers bewijzen het tegendeel. De groep die onafhankelijkheid wil, wordt almaar groter. In 2014 waren we met 1,8 miljoen. Het referendum klokte af op 2,1 miljoen. En met de verkiezingen van december – weer een grove inschattingsfout van de Spaanse regering – waren we al met 2,3 miljoen. Bovendien is 80 procent van onze aanhang erg jong.’ Hij glimlacht. ‘Geloof me, het is gewoon een kwestie van tijd.’
Op de terugweg draagt Toni Comin een slapende dochter in de armen. We lopen langs het kunstencentrum Stuk. Corbera herinnert zich hoe ze er in het begin van hun verblijf elke avond langsliepen. ‘Het is een leuke plek. We gingen ernaartoe toen we nog geen wifi hadden. Bellen mocht niet, dat was te gevaarlijk. Onze telefoons werden haast zeker afgeluisterd. Intussen is de paranoia verdwenen en blijft vooral de onzekerheid.’
‘Ja,’ geeft Toni Comin toe, ‘de persoonlijke prijs die we betalen, is gigantisch. Maar er komt een dag dat we het allemaal de moeite waard zullen vinden.’
‘UITEINDELIJK BEWIJST MADRID ONS EEN DIENST’
Op 16 juli kreeg fotograaf Jordi Borras in hartje Barcelona plots een vuistslag, waarbij hij zijn neus brak. Toen omstanders wilden ingrijpen, haalde de agressor tot ieders verbazing een politie-insigne boven en schreeuwde hij: ‘Viva Franco! Viva España!’
Borras is geen onbekende in Catalonië. Hij deed uitgebreid onderzoek naar extreemrechts en bracht in de nasleep van de systeemcrisis een boek uit over de woelige herfstdagen van 2017. In Dies que duraran anys (‘Dagen die jaren zullen duren’) bundelde hij de meest beklijvende beelden van het historische jaar dat geen Catalaan ooit zal vergeten.
Borras houdt vooral akelige herinneringen over aan de laffe aanval. En een paar pijnlijke ribben. ‘Ik ga ervan uit dat het niet gepland was’, vertelt hij. ‘En dat de man het in een opwelling gedaan heeft toen hij me tegen het lijf liep. Voor het overige ben ik intussen wel wat agressie gewoon. Al jaren ben ik op mijn hoede en probeer ik niet te communiceren over mijn whereabouts. Het is de prijs die ik betaal voor mijn werk, maar mijn familie betaalt een nog hogere prijs.’
Hoe hebt u het voorbije jaar beleefd?
Jordi Borras: Het is verschrikkelijk intens geweest. Zoals zovelen heb ik het nog altijd niet verteerd. Sinds de aanslagen op de Ramblas op 17 augustus vorig jaar is er zoveel gebeurd. Het was heel moeilijk om gewoon mijn werk te doen en me niet te laten meeslepen.
Welk beeld zult u nooit vergeten?
Borras: Er zijn er veel… maar het meest intense was toch toen de urnen aankwamen in de stemlokalen op de dag van het referendum. Rajoy had altijd beweerd dat er nooit urnen zouden zijn. Duizenden en duizenden mensen werkten er in het geheim aan mee om ze vanuit het noorden over Catalonië te verspreiden.
Hoe komt het dat Rajoy en de Spaanse overheid zo krampachtig reageerden op de gebeurtenissen?
Borras: Misschien is het verwonderlijk voor een buitenlander, maar mij verbaast het helemaal niet. Dat zit er zo ingebakken. Sinds het verlies van Cuba heeft Spanje een trauma. Er leeft voortdurend de vrees dat de staat uiteenvalt. Dat is voor Madrid een obsessie geworden. Spanje is niet in staat om met enige vorm van kritiek om te gaan. Ze kunnen vanuit Madrid alleen maar neerbuigend en autoritair reageren… ook al bewijzen ze ons daarmee uiteindelijk een dienst.
Het referendum is intussen een jaar geleden. Wat verwacht u van de komende maanden?
Borras: Op korte termijn verwacht ik niet zoveel. Ik denk dat de verjaardag van het referendum vooral symbolisch belangrijk zal zijn. Echt belangrijk wordt het moment waarop Spanje een uitspraak doet over de ministers in gevangenschap. Dat kunnen ze niet blijven uitstellen. Ze zullen een standpunt moeten innemen. En nu Rajoy er niet meer is, zullen de socialisten het moeten doen.
Een jaar na de feiten zitten er nog altijd ministers in de gevangenis en is geen enkele eis ingewilligd. Loonde het wel de moeite?
Borras: Natuurlijk. We staan sterker dan ooit. De wereld kent de situatie in Catalonië nu, en de Catalanen zelf beseffen meer dan ooit dat Madrid, als het zijn zin niet krijgt, in een handomdraai onze autonomie afpakt. Dat heeft veel mensen aan het denken gezet.
‘BIJ VELEN IS DEFINITIEF IETS GEBROKEN’
De Catalaanse regieassistente Ester Nadal komt binnenkort in Antwerpen werken: ze helpt Guy Cassiers bij de Catalaanse remake van Het kleine meisje van meneer Linh, in december te zien in Girona en Barcelona. Wanneer we haar spreken op het befaamde GREC-theaterfestival in Barcelona, vertelt ze vol vuur over de historische nacht van het referendum, die ze zich herinnert alsof het gisteren was. ‘Ik ken heel veel mensen die tegen onafhankelijkheid wilden stemmen, maar wel hun stem wilden uitbrengen. Na heel de hetze zijn al die mensen separatisten geworden’, zegt ze.
Zelf mocht Nadal – afkomstig uit de dwergstaat Andorra – niet meestemmen, maar ze heeft wel haar steentje bijgedragen. ‘Het regende die nacht. Tussen vier en zeven heb ik paraplu’s en eten gebracht naar de mensen die voor de scholen de wacht hielden. De urnen – meer dan zestienduizend – kwamen uit het noorden. Volgens sommigen zelfs via Marseille naar Elne, een dorpje bij de grens. Een voor een zijn ze vervolgens via mondelinge afspraken, niets via mail of Whatsapp, tot op de plaats gebracht waar er gestemd zou worden.’
‘Rajoy had gebluft in de media dat er geen referendum zou zijn en dat er ook geen urnen zouden zijn. De mensen moesten dus wel alles in het geheim doen. Zelfs het woord urne werd nooit uitgesproken. “De croissant” werd zo’n ding genoemd. In het midden van de nacht reed een auto met een “croissant” tot bij een school, de deur van de auto ging open, de “croissant” werd eruitgehaald en afgeleverd. Wat een adrenaline! Ik ben ’s ochtends in bed gekropen. Een paar uur later belde mijn vader me roepend en tierend wakker toen hij het politieoptreden op tv zag. Toen is er bij veel mensen definitief iets gebroken.’
Referendum
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier