Pieter Stockmans
‘Wees niet verbaasd als de communicatie van N-VA vroeg of laat uitmondt in geweld’
Pieter Stockmans, journalist bij MO*, haalt scherp uit naar de communicatie van N-VA na de verijdelde of mislukte aanslag dinsdagavond 20 juni in Brussel. ‘Mogen we nog debatteren over maatschappelijke kwesties zonder in verband te worden gebracht met moordenaars?’
Kort na de mislukte aanslag in Brussel-Centraal publiceerde de N-VA de volgende boodschap op Facebook: “Bedankt voor de waakzaamheid! Militairen op straat. Dankzij de N-VA, ondanks ‘links’.”
Met de boodschap “militairen op straat, dankzij de N-VA” heb ik geen probleem. De N-VA is een politieke partij en heeft het recht om oplossingen voor samenlevingsproblemen te verdedigen.
Maar waarom altijd die sneer erbij, dat stigma, dat label dat ze plakken op “de anderen”? Wees niet verbaasd als dit vroeg of laat uitmondt in geweld. Niet meer tussen IS en ons allemaal, maar tussen “linkse” en “rechtse” burgers.
Gewoon wat gebruikelijk politiek steekspel?
Dat zal het moment zijn waarop IS zijn taak heeft volbracht: diepe trauma’s en verdriet aanrichten, verschillende kampen in de getroffen samenleving creëren die uiteindelijk elkaar de kop zullen inslaan wegens meningsverschillen over hoe het traumatiserende geweld te stoppen.
Wees niet verbaasd als de communicatie van N-VA vroeg of laat uitmondt in geweld.
Die elkaar zelfs gruwelijk geweld zouden aandoen om het gruwelijk geweld van IS te stoppen.
Dit hellend vlak helt in landen als het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten al akelig ver door.
En toch was dit een reactie die ik gisteren op Facebook ontving: ‘Dit is gewoon wat gebruikelijk politiek steekspel. Om dat te omschrijven als “ophitsen tegen andersdenkenden” lijkt mij volstrekt debiel. Zo groot is de overdrijving.’
Wie durft dan niet “de problemen te benoemen”?
Ik denk twee keer na voor ik een woord op papier zet. Ik denk ook na over het feit of ik overdrijf. Zelfreflectie is een kunst die elke journalist moet beoefenen. Maar na de woorden “ondanks links” in de propaganda van de N-VA lijkt het dat hier een grens is overschreden.
Dit gaat niet om een kritiek op “links”, maar om verdachtmaking van politieke tegenstanders.
Iedereen die kritiek had op de aanwezigheid van militairen wordt met een paar retorische omwegen mee schuldig verklaard aan de onveiligheid. Dat is al langer bezig dan vandaag.
Op sociale media leidt het steeds meer tot openlijke oproepen tot wraak tegen “links”, dat de samenleving onveilig zou maken. De N-VA lijkt er zich niet aan te storen, integendeel. Ze gebruiken elke gelegenheid om er schepjes bovenop te doen.
Snel opgehitst
Uitgerekend dit is waarom sommige mensen gruwen van polarisatie, omdat ze bang zijn dat sommige concepten die in het verleden hebben geleid tot extremen ook vandaag steeds meer hun weg vinden naar het mainstream discours van grote politieke partijen. Die mensen zeggen niet wat ze zeggen omdat ze “links” zijn of wegens één of andere ideologie die “links” wordt genoemd, maar omdat ze oprecht bezorgd zijn om onze samenleving.
Geweld door IS gebruiken om vijandigheid tussen onze eigen burgers aan te wakkeren, is voor mij de contradictio in terminis bij uitstek. Massapsychose aanwakkeren, alsof er nog niet genoeg waanzin en onbegrip is tussen burgers. Nóg meer ophitsen, nóg meer verdelingslijnen creëren.
Tot zover het serene debat. Tot zover “de rangen van onze samenleving sluiten”. Tot zover #tousensemble tegen terreur. Het is blijkbaar alleen N-VA tegen terreur, en “links” dat collaboreert.
Massapsychose is een gevaarlijk fenomeen. Je zou verwachten dat instituten die een grote impact hebben op het samenleven – in dit geval politieke partijen – daar voorzichtig mee omgaan.
Het is blijkbaar alleen N-VA tegen terreur, en u0022linksu0022 dat collaboreert.
Ik zag onlangs een video van een groep dierenrechtenactivisten die een arena van stierengevechten bezetten en op extreem gewelddadige manier aangepakt werden door het publiek. De video toonde dat haat makkelijk kan ontaarden in fysiek geweld, en in een gruwel die mensen elkaar aandoen als emoties na een ontwrichtende gebeurtenis eerder worden opgehitst dan gekalmeerd.
Over de rol van de militairen: is er een aanslag mislukt of verijdeld?
Iemand doodschieten die op het punt staat om dodelijk geweld te gebruiken, of dat juist gedaan heeft, is perfect legaal en normaal. Daar gaat het niet over. Maar de benoeming van de feiten, wat er precies is gebeurd, heeft wel implicaties voor de vraag of militairen zulke daden kunnen voorkomen of verijdelen.
Verijdelen, dat doen de inlichtingendiensten. En noch die diensten, noch de militairen hebben de initiële aanslag kunnen voorkomen. Dat geeft mij een gevoel van machteloosheid en overlevering aan een realiteit die we niet meer in de hand hebben. Een realiteit die verbonden is met ons buitenlands beleid en de acties van onze andere militairen, namelijk in het Midden-Oosten.
De militairen hebben een mislukte aanslagpleger doodgeschoten en zo verdere schade en leed voorkomen. Ze hebben de levens van mensen gered. Daar voel ik me heel klein tegenover. Ik voel respect voor die militairen, als ik ze elke dag in Brussel-Zuid passeer. En ze geven mij persoonlijk een veiliger gevoel. Ik ben hen even dankbaar voor hun waakzaamheid als de N-VA.
Mijn eerste gevoel na de aanslag was zelfs: oef, door de reactie van de militairen werd een massale verdere polarisatie in de samenleving voorkomen. Stel je voor hoe de N-VA had gereageerd als er wel degelijk opnieuw vele doden in België waren gevallen. Ook daarom ben ik die militairen dankbaar.
Maar mijn dankbaarheid voor militairen heeft niks te maken met het feit dat ik een sereen debat wil kunnen aangaan over wat hun job hoort te zijn. Een goed getrainde politiemacht kan ook wat zij gisteren gedaan hebben, en staat even machteloos tegenover aanslagen als zij.
Nogmaals: de initiële aanslag kon niet verijdeld worden, niet door de militairen, niet door de politie, niet door de inlichtingendiensten. Als de dader professioneler was geweest, was er voor de zoveelste keer dood en vernieling gezaaid.
Aanvalspropaganda
De N-VA recupereert de mislukte aanslag niet alleen om de politieke keuze van militairen op straat kracht bij te zetten, maar om en passant ook nog eens hun politieke tegenstanders een spreekwoordelijke doodsteek te geven.
Door dit soort aanvalspropaganda wordt het immers moeilijker voor partijen om iets anders te zeggen dan de N-VA, uit angst zwak over te komen en stemmen te verliezen.
Dat doet mij vermoeden dat die militairen ook een ander doel dienen: het gevoel van een samenleving onder belegering in stand houden, de eigen partij profileren als de “sterke man” die de bevolking beschermt, en politieke tegenstanders afschilderen als “zwak”.
Door dit soort aanvalspropaganda wordt het moeilijker voor partijen om iets anders te zeggen dan de N-VA, uit angst zwak over te komen en stemmen te verliezen.
Zelfs in onze westerse liberale democratie gebruiken “democraten” dezelfde tactieken als Arabische dictators. Die gebruiken het terrorisme van IS om zichzelf op te werpen als de beschermers van het volk.
Die houding kweekt in het Midden-Oosten al dertig jaar terroristen, en nu nemen wij die houding over. Het lijkt wel alsof IS een soort handleiding hanteert waarin wij gewillig de rol spelen die zij willen.
Politiek correct denken
De N-VA pookt tegenwoordig openlijk de cultuurstrijd op en gebruikt de thema’s terreur en migratie in een revanchistische strategie om een hele politieke klasse weg te vagen en wraak te nemen.
De N-VA zegt dat “links” politiek correct denkt en dat er daardoor onveiligheid is, waardoor mensen hun onenigheid over de dominante denkbeelden van multiculturalisme alleen kunnen uitdrukken via woede. Maar vervolgens gaan ze die woede zelf aanwakkeren.
Is het zo moeilijk om op een beschaafde manier met elkaar in debat te gaan en het bestaan van een andere visie op de aanpak van het terreurprobleem te erkennen? Mogen we nog debatteren over maatschappelijke kwesties zonder in verband te worden gebracht met moordenaars?
Iedereen die het aandurfde om kritische kanttekeningen te maken bij het gebruik van militairen in de strijd tegen terreur, zoals recent nog CD&V jongerenvoorzitter Sammy Mahdi, wordt nu door het slijk gehaald en mee verantwoordelijk verklaard.
Ik dacht dat “ik zal je mening even hard bestrijden als ik zal vechten voor jouw recht om ze te uiten” deel van onze waarden was.
Met elkaar in debat gaan over de meest gevoelige onderwerpen: is dat niet de bedoeling van de strijd tegen politiek correct denken? Of zijn zij die politiek correct denken beweren te bestrijden zelf een nieuw politiek correct denken aan het installeren?
Ik ben in ieder geval bereid om op te komen voor het recht van de N-VA om hun visie op de aanpak van terreur te verdedigen, een visie die ik vervolgens kan bekritiseren. Maar waar ik niet voor kan opkomen, is hun recht om andere visies via aanvals- en zwartmakingspropaganda in diskrediet te brengen, de achterban op te hitsen tot een heksenjacht tegen zij die het label “politiek correct” opgeplakt krijgen.
Zijn zij die politiek correct denken beweren te bestrijden zelf een nieuw politiek correct denken aan het installeren?
Mogen mensen nog een visie verspreiden zonder gebrandmerkt te worden? Ik erger me trouwens evenzeer aan mensen die in hun pogingen om het met de N-VA oneens te zijn, gewoon het label “fascist” bovenhalen. Neen, ga in debat, kom met argumenten.
Je tegenstander stigmatiseren, is een zwaktebod en een blijk van onvermogen om nog in debat te gaan. Het is autoritair.
Mijn aanvoelen is dat ze, door telkens opnieuw dat afgezaagde label “politiek correct” op de andere te plakken, waarna het constructieve gesprek uitdooft, zelf het debat verarmen én meedoen aan de ondermijning van het vertrouwen van de burger in de instituten van onze samenleving.
Dat is een tactiek van aanvalspropaganda om je tegenstander te verzwakken. Daar waren de Sovjets heer en meester in. Vandaag zie je dat vooral bij partijen als Fidesz van Viktor Orbán in Hongarije, en bij de N-VA in België.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier