‘We willen vooral tonen dat we ons verbonden voelen’
Zaterdag streken er vredesduiven neer in Kortrijk. Het was het orgelpunt van een stille mars waarin vooral moslims meestapten, een duidelijk signaal tegen haat, terrorisme en geweld in het algemeen. Maar ook uit het zicht van de fotografen werkt de moslimgemeenschap er noest verder, zoals het West-Vlamingen past.
Kortrijk, Zuid-West-Vlaanderen, centrumstad aan de Leie, op een boogscheut van de grens met Frankrijk, waar de politie nog steeds controles uitvoert in de nasleep van 13 november. Ook hier, op ruim honderd kilometer van Brussel, doen de mensen een poging om de collectieve wonden te helen die de brutale aanslagen van dinsdag hebben geslagen. Op woensdagavond was er onder impuls van het stadsbestuur al een kaarsenwake, vandaag legt een zeshonderdtal Kortrijkzanen in een stille optocht een drietal kilometer af tussen de Atakwa-moskee in het noorden van de stad en de kronkelende fietsersbrug aan de nieuwe Leieboorden. Daar, onder een Belgische vlag die vrij spel krijgt van de milde wind, wachten burgemeester Vincent Van Quickenborne (Open VLD) en enkele schepenen hen op, een witte roos in de handen. Leden van het moskeebestuur leggen een bloemenkrans in de nationale driekleur neer, en een minuut later klieven vredesduiven door de lucht. Het is een eerbetoon aan de slachtoffers van de laffe aanslagen in Brussel, en aan België.
‘Maar meer nog is het een teken van verbondenheid’, zegt Yassin El Attar (25), student internationale politiek aan de Universiteit Gent en woordvoerder van de Atakwa-moskee. ‘We willen tonen dat de Kortrijkse moslimgemeenschap elke vorm van geweld veroordeelt, en dat we één zijn in het verdriet en de verontwaardiging.’
Weerbaarheid
We willen tonen dat de Kortrijkse moslimgemeenschap elke vorm van geweld veroordeelt en dat we één zijn in het verdriet en verontwaardiging
Voor de organisatie van de mars sloeg de moskee de handen in elkaar met de Kortrijkse dekenij, waarmee de moskee al twee jaar intensief samenwerkt, ver weg van de spotlights. Ook anderen sluiten zich bij de optocht aan: evangelische christenen, vrijzinnigen… mensen die hun stem willen laten horen zonder hun keel open te sperren. Ze vormen de dwarsdoorsnede van de Kortrijkse bevolking, al heeft de optocht toch een overwegend donker tintje. Vrouwen met en zonder hoofddoek en kinderen met bloemen en A4’tjes met daarop verschillende boodschappen tegen oorlog en haat vormen de voorhoede, achter hen dragen de organisatoren een groot spandoek waarop ‘Samen tegen terreur’ te lezen staat. Drie niet mis te verstane woorden die samen een krachtige boodschap vormen. Helemaal stil is de mars niet. De deelnemers houden de lippen niet stijf op elkaar, en kijken evenmin star of droevig voor zich uit. Ze zijn vooral in gesprek met de mensen om zich heen. Achter mij lopen drie tieners van Marokkaanse afkomst. Wild gesticulerend maar met half gedempte stem bespreken ze de gebeurtenissen die van ons kleine land enkele dagen geleden het centrum van de wereld maakten. ‘Dit is een enorme klap voor ons’, fluistert een van de jongelui behoedzaam. De jongeman klinkt bezorgd, en allicht is hij lang niet de enige moslim in deze optocht die zich zorgen maakt over de toekomst. Aan de vele haatdragende reacties op de sociale media te zien, ziet die er meer dan ooit somber uit.
En toch is er weerbaarheid, ook bij Yassin. ‘Die eerste dag was wel hallucinant. Ik was in Marokko toen ik op dinsdagmorgen het nieuws over de aanslagen opving, en ik was geschokt. Bovendien had ik totaal geen idee hoe de mensen in België reageerden. Waren ze de kluts kwijt of toonden ze zich weerbaar? En ik was nerveus want er was ook een bommelding in de buurt van de VUB, waar mijn zus studeert. Woensdag pas, toen ik weer in België was, kon ik de situatie echt goed inschatten. De basis voor de mars was toen al gelegd. Iedereen was het er snel over eens dat we dit moesten doen.’
Kortrijk telt amper 75.000 inwoners. Verpauperde buurten zijn er niet of nauwelijks, en de stad oogt, ook onder de nieuwe coalitie van Open VLD, SP.A en N-VA, steeds aantrekkelijker. Kortrijk lijkt op het eerste gezicht in niets op Molenbeek en andere Brusselse gemeenten waar het radicalisme welig tiert. Toch zag de stad in de voorbije twee jaar al vijf jongeren naar Syrië vertrekken. Van het trio vrienden dat zich in juni 2014 bij de IS aansloot – Lucas Van Hessche, Abdelmalek Boutalliss (die in Irak een zelfmoordaanslag pleegde) en Olivier Calebout – is alleen die laatste nog in leven. Drie weken geleden ontvouwde hij in Knack zijn toekomstplannen aan jihadkenner Montasser AlDe’emeh. Naast heel wat stoere taal en klinkklare nonsens over het wereldwijde kalifaat dat de IS nastreeft, liet hij ook weten dat hij niet verwacht dat hij over vijf jaar nog zal leven. Een vraag van AlDe’emeh over hoe zijn ouders zich bij dit alles moeten voelen, wimpelde hij af als irrelevant.
Sociale controle
Reeds in 2011 werden Calebout en enkele andere jongeren uit de Atakwa-moskee gezet. Ze zonderden zich af van hun geloofsgenoten en probeerden radicale ideeën te verspreiden. Het moskeebestuur greep in en weigerde hen de toegang tot de moskee. Van de IS was toen nog geen sprake, al roerden Fouad Belkacem en zijn Sharia for Belgium zich wel al, in Antwerpen. ‘Door hun verwijdering uit de moskee kwamen ze nog meer in een sociaal isolement terecht’, zegt Yassin El Attar. ‘En hoewel ik toen nog niet in het bestuur zat, heb ik er achteraf, nadat sommigen van hen naar Syrië vertrokken waren, toch van wakker gelegen.’ De Kortrijkse moslimgemeenschap heeft uit die gebeurtenissen de nodige lessen getrokken. ‘We zijn heel waakzaam geworden’, zegt Yassin. ‘Sociale controle is belangrijk, en we plegen regelmatig overleg met stads- en politiediensten.’
Activiteiten als vandaag geven ons de moed en de energie om vooral verder te blijven werken
Yassin El Atar
Yassin kan terugkijken op een geslaagde mars. ‘Ik denk dat de boodschap goed is overgekomen. Maar laten we eerlijk zijn: zo’n optocht is een evenement. Het is een reactie op het geweld hier en elders in de wereld en een gelegenheid om onze verbondenheid te tonen, niet meer dan dat. Het is mooi, en je kunt er iets op bouwen, maar het moet verder gaan. We geloven in de duurzaamheid van de dialoog. We werken al heel lang keihard om met iedereen in Kortrijk om de tafel te zitten. We komen op regelmatige basis samen met vrijwel elke relevante actor in de stad, gaande van Hart boven Hard, over scholen en politiediensten tot de katholieke en de evangelische kerk. We engageren ons ook op cultureel gebied. Vorig jaar verzorgden we op Kortrijk Congé (een evenement dat in 2015 aan zijn laatste editie toe was, nvdr.) een cultureel project en ook met Buda Kunstencentrum werken we samen. We proberen op alle fronten actief te zijn, en verenigingen en organisaties advies te geven over wat voor onze gemeenschap belangrijk is.’
Ondanks alle inspanningen vindt Yassin het moeilijk om positief te zijn. ‘Maar een keuze heb ik niet. Als ik en die vele anderen bij de pakken blijven zitten, roepen we echt onheil over ons af. En ja, de publieke opinie is genadeloos, maar opgeven is geen optie. Activiteiten als vandaag geven ons de moed en de energie om vooral verder te blijven werken. Dat is meer dan ooit nodig.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier