Ewald Pironet

We krijgen nu de rekening voor 15 jaar roekeloos en pover regeringsbeleid

Ewald Pironet Senior writer

Staan we op een keerpunt? De kaasschaaf van de vorige Vlaamse regeringen is door minister-president Geert Bourgeois (N-VA) ingeruild voor een scalpel.

Gedaan met overal een beetje te besparen, nu worden keuzes gemaakt. Het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs gaat omhoog, de VRT moet 27 miljoen besparen, er wordt fors gesnoeid in de woonbonus, gratis openbaar vervoer op bussen van De Lijn wordt afgeschaft, enzovoorts. Zo wil de regering-Bourgeois volgend jaar 1,2 miljard besparen en een begroting in evenwicht afleveren.

Hoe ingrijpend al die Vlaamse maatregelen ook zijn, het is peanuts vergeleken met wat ons op het federale niveau te wachten staat. De coformateurs Kris Peeters (CD&V) en Charles Michel (MR) werken aan een coalitie die dit jaar een gat van bijna 2 miljard euro moet wegwerken en volgend jaar nog eens 5 miljard extra moet besparen – om in totaal de volgende vijf jaar 17 miljard te vinden. Tegelijkertijd willen ze de loonkosten verlagen.

Vraag is of een scalpel hier zal volstaan, dan wel een zaag van node is om dat doel te bereiken. Komt er een indexsprong, wordt de fiscale vrijstelling op spaarboekjes afgeschaft, zal de werkloosheidsuitkering in de tijd worden beperkt? Het ligt allemaal op de onderhandelingstafel. Dat, en ‘een verhoging van de belastingen’, zoals CD&V-onderhandelaar Benjamin Dalle zich al liet ontvallen, ‘want bij een saneringsoperatie van 17 miljard euro is dat onvermijdelijk’. Zo krijgen we de rekening voor vijftien jaar roekeloos en vervolgens pover regeringsbeleid – beide onverantwoord. Want de inspanningen die nu geleverd moeten worden, kun je niet alleen wijten aan de financieel-economische crisis, zoals de liberalen en socialisten graag doen.

De historische feiten hebben hun rechten: nadat de rooms-rode regeringen-Dehaene (1992 – 1999) de schulden hadden afgebouwd, deelde Verhofstadt met paars-groen (1999 – 2003) en paars (2003 – 2007) het geld uit. In plaats van de goede conjunctuur en de dalende interestlasten te besteden aan een verdere gezondmaking van onze economie, werd het geld opgesoupeerd. De sociale uitkeringen stegen, de belastingen daalden, er werden geen structurele maatregelen genomen, wel veel eenmalige zoals het verkopen van overheidsgebouwen die meteen daarna werden gehuurd. Het kost ons nog steeds veel geld.

Toen in 2008 de financiële crisis uitbrak, hadden we geen financiële buffer. Er volgde vier jaar politiek immobilisme met de regeringen Verhofstadt III, Leterme I, Van Rompuy I en Leterme II, die stuk voor stuk geen lang leven beschoren waren. De regering-Di Rupo, die eind 2011 van start ging na 541 dagen onderhandelen, blonk uit in het nemen van heel veel eenmalige budgettaire maatregelen zonder al ter veel visie, zoals de begrotingsexperts Wim Moesen (KU Leuven) en Herman Matthijs (VUB, UGent) in Knack aantoonden: ‘De regering koos voor de weg van de minste weerstand, maar dat is ook die van het minste verstand.’ De overheidsschuld ligt vandaag opnieuw boven de 100 procent van het bbp.

Voor die 15 jaar kleine politiek krijgen we nu een grote rekening gepresenteerd. Als Peeters en Michel erin slagen om met N-VA, CD&V, Open VLD en MR een regering te vormen, zullen de maatregelen die ze voorstellen een schok veroorzaken. De regering zal vooral de eerste jaren hard willen saneren, om dan vlak voor de verkiezingen van 2019 de eerste vruchten te kunnen plukken. Dat is ook de strategie van de Vlaamse regering.

Maar de Vlaamse en de federale regering mogen niet alleen besparen, ze moeten ook aandacht hebben voor de armoede, de wachtlijsten voor gehandicaptenzorg, overbevolkte gevangenissen, sociale ongelijkheid, enzovoorts. De misbruiken moeten worden aangepakt, wie het nodig heeft moet fatsoenlijk worden geholpen. Zo is het niet meer te verdedigen dat de Franse miljardair Bernard Arnauld met zijn Belgische firma’s 340 miljoen euro winst maakt, waarop hij nog geen 5 miljoen belastingen betaalt. Net zoals het niet langer te tolereren is dat 10 procent van de jongeren in Vlaanderen opgroeit in armoede. Pas als de Vlaamse en de federale regering erin slagen daar iets aan te doen, hebben we het keerpunt genomen.

Partner Content