Bart Caron (Groen)
‘We blijven maar zand naar de zee dragen. Hoelang nog?’
‘Moeten we omwille van strandbars en ligzetelverhuur jaarlijks tientallen miljoenen uitgeven aan niet-duurzame ingrepen?’ vraagt Bart Caron (Groen) nu blijkt dat voor de Belgische kust weer tonnen zand moeten aangevoerd worden om het strand te herstellen.
Ondanks het feit dat er bij elke storm of stormpje steeds weer stukken strand wegspoelen, blijft Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) hardnekkig vasthouden aan het principe van zandsuppletie om onze kust te beschermen tegen echt zware stormen. Zo blijven we zand naar de zee dragen, zand dat tientallen miljoenen euro per jaar kost.
Na de doortocht van storm Dieter, begin vorig jaar, liepen onze stranden voor 20 miljoen euro schade op. Recenter zwaar weer, de hevige sneeuwval van midden december of de bescheiden storm van vorige week, zorgden voor kliffen op het strand. Hoge muren van zand omdat grote volumes zand werden weggespoeld. De stranden worden nu tijdelijk weer genivelleerd, maar op termijn zal er opnieuw zand moeten opgespoten worden.
We blijven maar zand naar de zee dragen. Hoelang nog?
En als het aan minister Weyts ligt, dan zullen we dat nog zeker de komende dertig jaar blijven doen, zo staat het in een antwoord op een schriftelijke vraag. Het jaar na jaar opspuiten van onze stranden geniet de voorkeur op structurele en duurzame ingrepen zoals bijvoorbeeld het duin-voor-dijkprincipe dat bepleit wordt door specialisten en in het buitenland goede resultaten oplevert. De minister haalt hiervoor de kostprijs aan als reden, maar de belangrijkste reden lijkt toch wel het mogelijke verlies aan exploiteerbaar strand te zijn.
Duin-voor-dijk
Bij duin-voor-dijk wordt de natuurlijke duinvorming voor de zeedijk alle kansen gegeven. Het strand wordt dus niet langer biljartvlak gelegd en geborsteld. Er ontstaat natuurlijke vegetatie die het zand vasthoudt, en de biodiversiteit neemt snel en sterk toe. Het zand komt vaster te liggen en is het veel beter bestand tegen de golfslag, maar ook tegen wegwaaien. En alleen al het opvegen van dat stuifzand kost jaarlijks zowat 2,5 miljoen euro, berekende ik. Of dit bedrag meegerekend is in de kosten-batenanalyse is me niet duidelijk, net zomin als het feit dat zand langzaamaan een schaars goed wordt. Willen we vermijden dat we in de verre toekomst slibstranden in de plaats van zandstranden hebben, dan kunnen we maar beter zuinig omgaan met onze zandvoorraden.
Helaas, minister Weyts denkt dat pas op lange termijn, vanaf de periode 2050-2100, het opspuiten van zand niet voldoende zal zijn om het veiligheidsniveau te handhaven als gevolg van extremere zeespiegelstijging, en er andere type oplossingen, zoals ‘duin voor dijk’, in beeld komen.
Er zijn op verschillende locaties langs de kust, zoals bijvoorbeeld in Oostduinkerke, Nieuwpoort en Knokke-Heist, reeds kleine, zandophopingen met een belangrijke zeewerende functie gelegen voor dijken. Die embryonale duinen belemmeren geenszins het toerisme, wel integendeel, ze laten toe dat er verschillende vormen van recreatie mogelijk worden, wat voor kinderen een verrijking betekent.
Zandmotor
Er zal hoe dan ook grondig moeten werk moeten gemaakt worden van de kustbescherming. De klimaatopwarming zal zorgen voor een nog vele jaren stijgende zeespiegel. Anders zal bij een zware storm het water over de dijken het land instromen. Denken we daarin eenzijdig: het absolute behoud van de huidige scheiding tussen de zee en het land door elk jaar voor vele tonnen zand op te spuiten (die bij de eerste ernstige storm wegspoelen) en hogere dijken te bouwen? Of zien we het als een uitdaging die vele nieuwe kansen voor de kust kan bieden? Laat ons voor het laatste kiezen.
Ik begrijp de koudwatervrees vanuit de toeristische sector voor de verduining van onze stranden, maar stel tegelijk vast dat de recreatieve troeven aan onze kust een pak ruimer zijn dan ‘strandexploitatie’.
Wat te denken van de ontwikkeling van een zandmotor? In het waterbeheersende Nederland wordt hier al enkele jaren werk van gemaakt. De aanleg van een zandmotor is een vorm van bouwen met de natuur. Het is een heel grote hoeveelheid zand in de vorm van een haak die vastzit aan de kust. De wind, de golven en de zeestroming zorgen voor een verspreiding van het zand langs de kust. Het strand groeit op natuurlijke wijze aan. Dit levert een bijdrage aan de kustveiligheid op langere termijn én er ontstaat meer ruimte voor natuur en recreatie. Indien hij werkt zoals bedoeld zijn tot 2031 jaar ter plaatse geen verdere zandsuppleties nodig.
De Vlaamse overheid zal dit jaar wel een studie opstarten ‘om het eventuele efficiëntievoordeel van een zandmotor te onderzoeken en na te gaan waar zich mogelijke locaties bevinden voor de volledige kust, rekening houdend met de natuurlijke dynamiek van het kustsysteem en de omgevingsfactoren’. Dat is alvast een goede zaak.
Het kan, kwaliteitsvol toerisme, kustbescherming en meer natuur
Ik begrijp de koudwatervrees vanuit de toeristische sector voor de verduining van onze stranden, maar stel tegelijk vast dat de recreatieve troeven aan onze kust een pak ruimer zijn dan ‘strandexploitatie’. Moeten we omwille van strandbars en ligzetelverhuur jaarlijks tientallen miljoenen uitgeven aan niet-duurzame ingrepen? Zonnekloppen kan net zo goed op een strandlaken, terwijl je toekijkt hoe de kroost een zandkasteel bouwt.
Er zijn belangrijke delen van onze stranden die vandaag helemaal niet ‘geëxploiteerd’ worden en waar een meer natuurlijke ontwikkeling vrijwel meteen tot de mogelijkheden behoort. Het toerisme krijgt zo ook een meervoudig gelaat, waarvan zonnekloppers, wandelaars, surfers, natuurliefhebbers en spelende kinderen samen van de kuststrook kunnen genieten. De objectieven een kwaliteitsvol toerisme, een betere kustbescherming, en een echte natuurontwikkeling kunnen perfect hand in hand gaan. De mens en de natuur varen er wel bij. Waarom wachten?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier