Servais Verherstraeten (CD&V)
Wat zal u voelen van de zesde staatshervorming? Vandaag niets, morgen al heel wat meer
De zesde staatshervorming is een dag in voege. Wat betekent die voor u? Staatssecretaris voor Staatshervorming Servais Verherstraeten (CD&V) doet het uit de doeken.
BHV, vandaag lijken het drie letters waarop het stof van de geschiedenis stilaan is neergedaald. Die drie letters hebben echter de langste politieke crisis uit de Belgische geschiedenis opgeleverd en niet langer geleden dan het jaar 2010 is er een regering over gevallen. Tijdens de daaropvolgende verkiezingen en de meer dan 540 dagen aanslepende regeringsvorming berichtten de media dagelijks over deze drie letters in de meest forse bewoordingen. BHV was een nationaal probleem van nauwelijks te bevatten omvang. Maar vandaag: BHV, zei u ?
Tijdens de zomer van 2012 was de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde nochtans het eerste concrete gevolg van de zesde staatshervorming. De kieskring werd gesplitst, zodat er een nieuwe kieskring Brussel ontstond en Halle-Vilvoorde werd toegevoegd aan de kieskring Vlaams-Brabant. Dat heeft in de eerste plaats gevolgen voor de mensen die er wonen: zij zien de Franstalige kopstukken uit Brussel verdwijnen van de kieslijsten in het stemhokje. Maar op symbolisch niveau werd een probleem opgelost dat het samenleven van de verschillende gemeenschappen in onze land jarenlang heeft bemoeilijkt. BHV leverde nog een tweede concrete realisatie op: de tweetalige rechtbanken in Brussel werden ontdubbeld in afzonderlijke Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken, het parket van Brussel werd gesplitst in een parket van Brussel en een parket van Halle-Vilvoorde, dat is gevestigd in Asse. Zo kan men een specifieke aanpak ontwikkelen voor de criminaliteit in de Vlaamse rand rond de hoofdstad (de sacochendief uit Gooik, de ingeslagen autoruit in Halle, de vechtpartij op café in Merchtem), die in het verleden – begrijpelijkerwijs – vaak ondergesneeuwd raakte door de grote internationale criminaliteit in de hoofdstad. Maar op het terrein – even begrijpelijk – ergernis opleverde bij de plaatselijke bevolking en burgemeesters.
De staatshervorming is in 2012 dus van start gegaan met de BHV-kers, maar toen moest de rest van de taart nog volgen. 1juli was het zo ver: 20 miljard bevoegdheden zijn verhuisd naar de deelstaten. Beslissingen over de woonbonus, de kinderbijslag, het arbeidsmarktbeleid worden voortaan genomen in het Vlaams parlement en niet in de Kamer. Niet de federale regering zal het beleid uitvoeren, maar de Vlaamse regering. Om een idee te geven van de omvang van die operatie: de overheden in ons land geven samen jaarlijks 206 miljard uit. Daarvan wordt een kleine helft besteed aan sociale zekerheid en overheidspensioenen, de onderlinge verdeling van de overige uitgaven verschuift fundamenteel door de zesde staatshervorming: er gaat 5 miljard naar Europa, 20 miljard naar de federale overheid, 27 miljard naar de gemeenten en provincies, en 57 miljard naar de deelstaten. Het budgettaire zwaartepunt in ons land ligt definitief bij de deelstaten, zoveel is duidelijk. In het Vlaams parlement herinneren een aantal oudere leden zich nog de tijd, in de jaren tachtig van vorige eeuw, dat zij een begroting van (omgerekend) 2 miljard euro goedkeurden. Ter vergelijking: vandaag gaat het om maar liefst 38 miljard. Ook aan inkomstenzijde vergroot de rol van de deelstaten: zij krijgen 12 miljard euro fiscale autonomie, of de mogelijkheid om zelf belastingen te bepalen.
Maar wat voelt men vandaag of morgen van die verschuivende bevoegdheden ? Vandaag nog niets, maar morgen ongetwijfeld al heel wat meer. Het nieuw geïnstalleerde Vlaams parlement en de partijen die momenteel over de vorming van een Vlaamse regering onderhandelen, kunnen een nieuw beleid ontwikkelen “van de wieg tot het rusthuis”. Elk van ons krijgt in de opeenvolgende levensfasen namelijk te maken met geboorte- of adoptiepremies, kinderbijslag, rijopleiding, het (ver)huren van een huis, de aankoop van een huis, ziekte, handicap, revalidatie, rusthuis. Bevoegdheidsverschuivingen met een invloed op het dagelijks leven genoeg dus: een op de drie volwassenen maakt vandaag bijvoorbeeld gebruik van de hypotheekaftrek bij aankoop van een woning, bijna een miljoen mensen doet beroep op dienstencheques voor de uitvoering van huishoudelijke klusjes. Voor elk van die domeinen kunnen de deelstaten nu een eigen beleid op maat ontwikkelen. Of dat nodig is ? Men kan toch niet ontkennen dat de woningmarkt aan de kust fundamenteel anders functioneert dan die in de hoofdstad, die op zijn beurt toch ook weer sterk verschilt van de woningmarkt in de Ardennen ? Wellicht zullen nieuwe beleidsmakers in de relatief kwaliteitsvolle Vlaamse woningen vooral inzetten op isolatie en energiezuinigheid, terwijl men in Brussel de pure woningnood zal aanpakken en in de Ardennen het basiscomfort zal proberen stimuleren. Hetzelfde geldt voor de aanpak van de arbeidsmarkt: Vlaanderen kampt met te veel oudere werkzoekenden, terwijl in Wallonië zich precies het omgekeerde fenomeen voordoet en een probleem van werkloze jongeren heerst. Specifieke noden vragen om een specifiek beleid. De zesde staatshervorming biedt die kans. Wij beleefden 1 juli dus een historische dag voor de deelstaten, maar de Belgische paradox was nooit ver weg: heel het land hing vol Belgische vlaggen en wij schreven met z’n allen vooral voetbalgeschiedenis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier