Wat rest er van Groen na de mislukte kernuitstap?

MEYREM ALMACI EN TINNE VAN DER STRAETEN. Een groene partij die zelf de kernuitstap uitstelt: als politieke nederlaag kan het tellen.
Walter Pauli

Meyrem Almaci nam ontslag als voorzitter van Groen, kort nadat de geplande kernuitstap werd afgeblazen en een tweede eis – een federaal energieakkoord – minder royaal uitvalt dan haar partij had geëist. Wat blijft over van de politieke slagkracht van Groen?

Helemaal aan het einde van een uitvoerig gesprek met Knack zegt Bert Wollants, N-VA-Kamerlid en de energiespecialist van zijn partij: ‘Zonder veel schroom komen collega’s van de Vivaldi-meerderheid mij zeggen dat het hén helpt als de N-VA veel lawaai maakt over het groene energiebeleid. Door onze harde oppositie is het voor iedereen aannemelijk dat ook zij niet zomaar akkoord kunnen gaan met elk voorstel van Groen.’

Het illustreert hoezeer Groen en zijn energieminister Tinne Van der Straeten in het nauw zitten. Toen de partij haar in 2020 aanstelde als de nieuwe minister van Energie in de regering-De Croo kreeg het voormalige Kamerlid op veel banken applaus voor haar terugkeer naar de politiek. Van der Straeten had tussen 2010 en 2020 naam gemaakt als milieu- en energiejurist en leek het geknipte profiel om het aartsmoeilijke dossier van de (wettelijk voorziene) kernuitstap eindelijk af te ronden. Er was ook waardering omdat ze een uitgesproken ’technisch’ kabinet samenstelde, vol mensen met beroepservaring in (nucleaire) energie. Dat kabinet werkte hard en doelgericht. In november 2021 al kopte de website van de openbare omroep: ‘Vijf redenen waarom al onze kernreactoren in 2025 onvermijdelijk zullen dichtgaan.’ De auteur was Luc Pauwels, de uitstekend geïnformeerde energiejournalist van de VRT.

Al voor Vladimir Poetin zijn oorlog begon, had Bart De Wever in Vlaanderen de energiestrijd gewonnen.

Amper vier maanden later moest Van der Straeten net het tegenovergestelde aankondigen: enkele (twee) kerncentrales zouden wellicht nog beperkte tijd (tien jaar) open mogen – móéten – blijven. De groene energieminister stelde de kernuitstap zelf uit: als politieke nederlaag kan dat tellen. Vervolgens nam Meyrem Almaci ontslag als Groen-voorzitter, in de eerste plaats om familiale redenen. En weer enkele dagen later bleek uit ‘De Grote Peiling’ van Het Laatste Nieuws, VTM, Le Soir en RTL dat Groen kleiner was dan de PVDA. Alwéér kleiner, want dat was ook al zo bij dezelfde peiling in december 2021. Zeker, de onderlinge marges zijn statistisch niet significant. Maar politiek zijn ze wel relevant.

Huwelijksbedrog

Hoe is het zover kunnen komen? Van de zeven Vivaldi-partijen van vandaag zaten er niet minder dan zes al mee aan tafel toen de regering-Verhofstadt I in januari 2003 de wet op de kernuitstap goedkeurde. Eén minister van de regering-De Croo, vicepremier Frank Vandenbroucke (SP.A/Vooruit), was negentien jaar geleden zelfs fysiek aanwezig. Ook binnen Paars-Groen was niet elke partij destijds zomaar voor de kernuitstap. Agalev, Ecolo en ook de SP.A waren voor. De PS was terughoudender, want Electrabel (nu Engie) was toen de vaste private partner van veel PS- bestuurders in de zogenaamde ‘gemengde intercommunales’. De MR was (is) sinds jaar en dag de politieke loopjongen van Electrabel/Engie. En de VLD van Guy Verhofstadt wilde vooral om symbolische redenen dat de kernuitstap er kwam. De kernuitstap was een trofee voor al die kiezers die zich in de jaren 1980 en 1990 hadden gekleed in Greenpeace-T-shirts met slogans als ‘No time to waste’ en ‘This body is in danger’. Voor veel liberalen uit noord en zuid was het vooral belangrijk dat de kernuitstap over vele jaren zou worden uitgesmeerd. Ze hielden er zelfs geen rekening mee dat hij ooit ook echt zou worden uitgevoerd. Van het begin af aan was de kernuitstap een vorm van huwelijksbedrog.

Dat werd duidelijk tot in het kleinste detail. Toen Verhofstadt in 2007 na acht jaar premierschap een glimmende reclamefolder uitgaf met daarin de honderd belangrijkste beslissingen van zijn regeringen, was kernenergie er níét bij. Naast zeven andere maatregelen inzake energie (zoals de oprichting van een sociaal stookoliefonds, of minder accijnzen en heffingen op energie voor energiezuinige bedrijven) vond Verhofstadt bijvoorbeeld de hogere aftrekbaar van restaurantkosten, gratis openbaar vervoer voor ambtenaren en het feit dat jeugdbewegingen geen tapvergunning meer hoefden te hebben op fuiven belangrijker dan de kernuitstap. Die drie maatregelen haalden de top 100 wél.

Tussen 2004 en 2007 moest Paars het politieke leiderschap uit handen geven, eerst aan de CD&V en vanaf 2010 aan de N-VA. In zijn formateursnota in 2007 schreef Yves Leterme (CD&V) ‘de kerncentrales langer te willen openhouden om de bevoorradingszekerheid te garanderen, elektriciteit betaalbaar te houden en voor een voldoende aandeel van CO2-neutrale energieproductie te kunnen zorgen’ – dat heeft veel weg van wat Tinne Van der Straeten vandaag vertelt. Ook andere ondertekenaars van de kernuitstap vielen al snel van hun geloof. Toenmalig energieminister Paul Magnette (PS) schoof de sluiting van de kerncentrales tien jaar verder op. In 2008-2010 profileerde oppositielid Bruno Tobback (SP.A) zich als een scherpe tegenstander van Magnette: ‘Dit is geen beleid voeren, meer het leiden van een caféploeg.’ Voor die woorden excuseerde Tobback zich bij de caféploegen.

Nuttige groenen

Het lijkt erop dat sommige partijen vooral geneigd waren de kernuitstap te verdedigen wanneer men Groen en Ecolo nodig had. Bert Wollants: ‘Premier Di Rupo vroeg zich in 2012 af “op welke planeet de N-VA nog leefde” omdat wij pleitten voor onderzoek naar modernere kerncentrales. Vandaag subsidieert de federale regering dergelijk onderzoek, maar toen mocht het niet eens worden gezegd.’ Groen zat weliswaar niet in Di Rupo’s regering, maar de groene partijen waren wel nodig voor de goedkeuring van de vijfde staatshervorming. Intussen gebeurde er weinig, ook al drong de tijd.

Als in de jaren van de regering- Michel I (2014-2018, met MR, Open VLD, N-VA en CD&V) een groen thema de politieke agenda beheerste, dan was dat niet kernenergie maar het klimaat. De N-VA had geen hoge pet op van de tienduizenden jonge ‘klimaatspijbelaars’ – alsof Groen ineens trekkingsrecht had op een hele generatie nieuwe Vlaamse kiezers. Bij de verkiezingen van 2019 bleek dat niet zo. N-VA-voorzitter Bart De Wever had gezien dat de besognes van de klimaatbeweging vaak haaks stonden op sommige groene maatregelen. Met voorop de kernuitstap.

Al leek dat bij de federale regeringsvorming van 2019-2020 niet zijn grootste bekommernis. De Wever had in de zomer van 2020 zelfs een federaal voorakkoord op zak met Paul Magnette (PS) en Conner Rousseau (Vooruit). In een ontwerptekst van dertig pagina’s (die weliswaar nog lang niet afgeklopt was door alle partijen) stond dat twee kerncentrales open konden blijven – dat op verzoek van de N-VA. De PS en Vooruit stonden die inbreuk op de kernuitstap in principe toe. Maar het mocht niet zijn, want tot De Wevers stomme verbazing werkten de liberalen de N-VA eruit en ontstond Vivaldi, met liberalen, groenen, de CD&V en de socialisten.

Enter Tinne Van der Straeten. Ook al was ze nog ex-politica (en zouden de partijgeledingen van Groen haar ministerschap pas een tijd later goedkeuren), toch was ze al aanwezig bij de onderhandelingen over energie in het Egmontpaleis. ‘Zij had maar één profiel, dus wij wisten dat voor Groen de minister van Energie, en dus de kernuitstap, de hoogste prioriteit had’, aldus een onderhandelaar. Energie/kernuitstap was ook het eerste hoofdstuk waarover de Vivaldi-kopstukken het eens werden. Tijdens de onderhandelingen bleek al dat er een merkwaardige chemie ontstaan was tussen Groen en de Open VLD. Dat lag in de lijn van het algemene beleid van Meyrem Almaci. Zij had de SP.A al bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 eerder gezien als een concurrent in de strijd om het marktleiderschap van de Vlaamse linkerzijde dan als een vaste progressieve bondgenoot. Bovendien meende Groen (terecht) dat de vaste en onwrikbare steun van premier Alexander De Croo (en dus van Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert, om de liberale troepen in het gareel te houden) de beste verzekering was opdat de kernuitstap er inderdaad zou komen. Vandaar dat Groen in de interne Vivaldi-discussies, nadrukkelijker dan vroeger, de liberale lijn mee verdedigde. Het was geen toeval dat Lachaert het regeerakkoord van Vivaldi ‘het groenste ooit’ noemde.

Wat rest er van Groen na de mislukte kernuitstap?
© Belga Image

Dat irriteerde de socialisten weleens, maar ook niet veel meer dan dat. Hoe dan ook keek Rousseau anders aan tegen energiedossiers als zijn voorgangers. Greenpeace-T-shirts zijn van voor zijn tijd. Als geboren sociaaldemocraat is hij in de eerste plaats bekommerd om de betaalbaarheid van energie, dat primeert. Dat maakt hem deels een vaste bondgenoot van Groen: kernenergie ís niet zomaar de goedkoopste optie. Tegelijk is hij minder groen dan de meeste van zijn voorgangers: ‘Klimaat- en milieumaatregelen zullen sociaal zijn of niet zijn.’ Dat maakte hij al vlug duidelijk in zijn negatieve beoordeling van de Gentse lage-emissiezone, en die houding trekt hij door in dossiers zoals de kernuitstap: voor Rousseau is dat geen prioriteit op zich.

‘Tegen de normale Vlaming’

Zoals gezegd, in het najaar van 2021 zag het er nog altijd naar uit dat Tinne Van der Straeten haar kernuitstap rond zou krijgen. Alleen was dat buiten de waard gerekend, en in Vlaanderen is dat nog altijd N-VA-voorzitter Bart De Wever. De N-VA is traditioneel pro kernenergie. Daarbij kwam nog dat De Wever om partijpolitieke redenen niet langer de socialisten maar de Groenen ziet als een nieuwe vijand van ‘de normale Vlaming’. En een man zoals hij ziet er in dat geval geen graten in om Tinne Van der Straeten ad hominem te viseren. Amper een paar weken na het lovende artikel van VRT-journalist Luc Pauwels had De Wever al een heel andere beoordeling klaar: ‘Minister Van der Straeten heeft Engie eigenlijk omgekocht. Ik heb er geen andere woorden voor.’

In zijn oorlog tegen Van der Straeten en de gascentrales (zonder nieuwe gascentrales kan men de kerncentrales niet sluiten) vond De Wever een uitstekende bondgenoot in Vlaams energieminister Zuhal Demir (N-VA). Tot verbijstering van de kopstukken van Groen (en van Engie) weigerde zij keer op keer vergunning voor gascentrales. Bij Groen hoopte men stilletjes op VOKA, want in kringen van Vlaamse werkgevers zou steeds luider worden geklaagd dat Demir synoniem stond voor willekeur en onzekerheid in de interpretatie van de regelgeving. Ondernemers gruwen daarvan. Ook dat was een groene misrekening. Bart De Wever overtuigde de Vlaamse publieke opinie door kernenergie voor te stellen als een onderdeel van een bredere culture war. De strijd tegen de kernuitstap is een vast onderdeel geworden in het identitaire discours van de N-VA: ‘Wie samen met ons een beter Vlaanderen wil, is tegen de kernuitstap.’ Bert Wollants: ‘De kernuitstap zal de Vlaamse burger en de Vlaamse ondernemer een pak geld kosten. En goed voor het milieu is het evenmin. Zelfs klimaatwetenschapper Jean-Pascal van Ypersele pleit voor het openhouden van een paar kerncentrales, op voorwaarde dat de veiligheid gegarandeerd blijft.’

Kon het anders dat binnen Vivaldi de steun voor de kernuitstap ineens sneller begon te smelten dan een gemiddelde Alpengletsjer? MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez had de kernuitstap al vanaf het begin geïnterpreteerd als ‘een optie’ die niet echt ernstig genomen hoefde te worden. Maar door de stijgende energieprijzen kreeg ook CD&V-voorzitter Joachim Coens twijfels bij de haalbaarheid van een kernuitstap. In zijn spoor volgde Lachaert – ze hadden niet gewacht tot de Russen Oekraïne zouden binnenvallen voor ze toegaven aan de stijgende druk van de publieke opinie. Alleen Rousseau bleef wat voorzichtiger: alleen als het openhouden van twee kerncentrales de factuur zou doen dalen, zou hij in dat scenario meestappen. ‘Momenteel is er niets dat daarop wijst, maar als iemand in de regering mij dat kan aantonen, dan hebben ze in mij een bondgenoot’, klonk het. Kortom, al voor Vladimir Poetin zijn oorlog daadwerkelijk begon, had De Wever in Vlaanderen de strijd gewonnen. Het klinkt cynisch, maar achteraf gezien was het wapengeweld in Oekraïne de perfecte dekmantel voor Groen om af te stappen van scenario A: de strak getimede sluiting van alle zeven kerncentrales in Doel en Tihange. Wie in de gegeven omstandigheden kernenergie nog wilde vervangen door (Russisch) gas, was zelf een fossiel aan het worden. Al was die toegeving niet van harte.

Opstand counteren

Op 7 maart gaf Van der Straeten voor het eerst te verstaan dat ze ‘met open blik’ naar het dossier van de kernuitstap keek, en liet ze voor het eerst concreet vallen dat er gepraat kon worden over het tijdelijk openhouden van ’twee kerncentrales’. Al lijkt dat niet echt van harte. Bert Wollants: ‘Het voorbije weekend verscheen bij het googelen nog een advertentie van Groen op mijn scherm: waarom ze toch voor de kernuitstap zijn.’ Natuurlijk moest de schade beperkt worden. Want zoals te verwachten viel, spaarden klassieke milieuorganisaties zoals Greenpeace en de Bond Beter Leefmilieu hun kritiek niet op de bocht van de groenen.

Om een mogelijke opstand van de eigen achterban te counteren, eiste Groen compenserende maatregelen. Dan komt een ongeluk nooit alleen. Pas kort voor de bijeenkomst van het kernkabinet waar beslist zou worden over het uitstellen van de kernstop én over een ‘energiepact’, gaf Groen een eigen nota vrij. Daarin eiste de partij compenserende energiemaatregelen ten belope van 8 miljard euro, een bijzonder hoog cijfer. Waarnemers die de voorbije jaren zo veel waardering hadden gehad voor het niet-politieke, technocratische kabinet van Van der Straeten, vroegen zich verwonderd af waarom Groen de politieke toestand niet beter kon inschatten. Vooral omdat één dag later het cijfer van 8 miljard opdook in de media. Intussen had Alexander De Croo zijn rekening gemaakt, en die bedroeg ongeveer… 1 miljard. De premier deed daarmee wat hij altijd doet: zelf met een zo redelijk mogelijk compromisvoorstel naar de regering komen. Uit ervaring wisten alle vicepremiers dat een dergelijk voorstel van de eerste minister niet met een factor twee of drie te verhogen was. Laat staan met een factor acht. Uiteindelijk klopte het kernkabinet af op een pakket van 1,04 miljard euro. Het was zelfs geen moeilijke discussie: er werd niet geschreeuwd of met deuren geslagen. Een van de sjerpa’s merkte op dat ze ’s nachts niet eens stand-by hoefden te blijven, terwijl dat wel was verwacht.

Maar vooral luidde de vraag buiten en in de regering: was dit geen te vermijden gezichtsverlies? De 8 miljard euro uit de nota van Groen was niet verstandig. Maar als dat cijfer niet was uitgelekt in de media, had de partij een mooie compensatie kunnen tonen aan haar achterban. Ook al omdat premier De Croo de andere partijen duidelijk had gemaakt dat de groenen enige steun konden gebruiken. Op de MR-voorzitter na heeft geen enkele van de Vivaldi-partners het mes in de wonde gedraaid. Maar een wonde blijft het natuurlijk wel.

De kernuitstap lijkt dood en begraven, ook al wil men dat bij Groen nog niet horen en rekent men nog altijd op het openhouden van twee centrales voor ten hoogste tien jaar. Maar als tien jaar op een veilige manier kan, waarom zou twintig jaar dan onmogelijk zijn – en wellicht goedkoper? Wollants: ‘Het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK CEN) gaf zelfs al aan dat de jongste kerncentrales, met de nodige aanpassingen, mogelijk zelfs tot 80 jaar kunnen blijven draaien.’

Wie durft die berekeningen nog te contesteren? Tijdens de Kamerdebatten van vorige week, waarbij de energiedeal ter sprake kwam, waren de principiële tegenstanders van kernenergie in geen velden of wegen meer te bekennen. Ineens kon men in La Libre Belgique zelfs lezen dat Georges Gilkinet, de vicepremier van Ecolo, zonder verpinken verklaarde: ‘Het is nooit ons doel geweest om het hele nucleaire park te sluiten.’ De haan heeft gekraaid. Twintig jaar lang zette Groen zwaar in op de kernuitstap. De prijs was bijwijlen hoog, de opbrengst uiteindelijk ontgoochelend laag. Vooral voor de groene kiezer.

Partner Content