Ludo De Witte

‘Wat moeten we doen als onze zonnepanelen en Tesla’s niet genoeg zijn om klimaat te redden?’

Ludo De Witte Socioloog en auteur

We kunnen niet naar de huidige klimaatchaos kijken zonder stil te staan bij de rol van het kapitalisme, vindt auteur Ludo De Witte. ‘Een échte inconvenient truth dringt zich op: koolstoftaksen en demografische ingrepen zullen, zoals cleantech, niet volstaan.’

Ondernemer-econoom Geert Noels duwt ons in een bijdrage in De Tijd en ook op VRT NWS enkele harde waarheden over de klimaatverandering onder de neus. De kop boven het stuk op VRT NWS zegt het helemaal: ‘Uw zonnepanelen en uw Tesla zullen het klimaat niet redden’. Dat is ook een van de met cijfers ondersteunde stellingen in mijn nieuwe boek Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op, en was al het onderwerp van een bijdrage op Apache: zie ‘Met Cleantech het klimaat redden?’. De boodschap van Noels komt op een goed moment, nu het misplaatste optimisme over het Klimaatakkoord van Parijs (2015) verdwijnt onder een lawine van nieuwsberichten over superorkanen, smeltende gletsjers en recordtemperaturen.

Wat moeten we doen als onze zonnepanelen en Tesla’s niet genoeg zijn om klimaat te redden?

Wie de nuchtere cijfers onder ogen nam, wist het al langer: als alle beloftes van Parijs worden nagekomen (en het is pijnlijk duidelijk dat dit niet gebeurt), zal het akkoord leiden tot een opwarming van 2,9 tot 3,4 graden Celsius. Ik herinner de lezer er graag even aan dat een stijging met 2 graden Celsus of meer volgens de wereldgemeenschap van klimatologen waarschijnlijk al zal leiden tot runaway climate change: een zichzelf versterkende klimaatverandering die zal zorgen voor almaar hogere temperaturen.

Geert Noels verwoordt die inconvenient truth: we zijn bezig de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen (en het leven van vele miljoenen in het Zuiden vandaag) te verkwanselen, hopend dat zonnepanelen, elektrische wagens en met de fiets naar het werk rijden de planeet van het ergste zullen vrijwaren. Maar dan dringt de cruciale vraag zich op: wat dan wel te doen? Hier komt de échte inconvenient truth op de proppen.

De massa’s in het zuiden van onze feestdis weghouden?

Noels hoopt op de uitvinding van een technologisch wondermiddel dat de broeikasgassen uit de atmosfeer zal halen. Prima, we hopen met hem mee, maar op hoop bouw je geen beleid.

Wat zijn dan wel de beleidsmaatregelen die hij voorstelt? Samengevat zijn het er twee, naast doorgaan met de introductie van cleantech, wat natuurlijk een goede zaak is. De eerste van zijn lijstje is, veelbetekenend, ‘een drastische geboortebeperking in Afrika’ en ‘demografische discipline in Azië’.

Als je de groei-economie niet aan banden wil leggen, moet je ervoor zorgen dat de massa’s in het Zuiden onze rijkelijk gevulde feestdis niet komen verstoren.

Nog afgezien van het feit dat die maatregelen pas over één generatie significante impact hebben en dus te laat komen, getuigt het idee van een bedenkelijke eurocentrische visie. Het Zuiden, en dan vooral de armen in het Zuiden, zijn amper verantwoordelijk voor de broeikasgassen die vandaag de atmosfeer vervuilen. Het Westen is daarvoor verantwoordelijk, nota bene dankzij het verbruik van de grondstoffen die we uit het Zuiden wegslepen. De 10 procent rijkste mensen zijn verantwoordelijk voor 50 procent van de koolstofuitstoot; de 1 procent rijksten stoten even veel uit als de armste 50 procent. Arme sloebers met de vinger wijzen mag dan wel comfortabel zijn, het leidt de aandacht af van de wortels van het probleem.

De bevolkingsaangroei draconisch insnoeren zonder aan het kapitalisme te raken zal niet voorkomen dat de biosfeer onder onze ecologische voetafdruk wordt verpletterd.’

Als de mensheid het consumptieniveau van de gemiddelde burger van de Verenigde Staten zou overnemen, hebben we 5,3 aardes nodig: toont dit cijfer alleen al niet aan dat het bonanzakapitalisme maar houdbaar is als we het Zuiden in een toestand van achterstelling houden?

Het voorstel van Noels gedijt op zo’n impliciete aanname. Want zelfs wanneer de bevolking van het Zuiden wordt gehalveerd mag die nooit ons welvaartsniveau halen, als we de draagkracht van de aarde niet willen overstijgen. Om het cru te stellen: als je de groei-economie niet aan banden wil leggen, moet je ervoor zorgen dat de massa’s in het Zuiden onze rijkelijk gevulde feestdis niet komen verstoren. De markteconomie groeit in normale omstandigheden met 3 procent per jaar, wat betekent dat de economie om de 25 jaar verdubbelt. De bevolkingsaangroei draconisch insnoeren zonder aan het kapitalisme te raken zal niet voorkomen dat de biosfeer onder onze ecologische voetafdruk wordt verpletterd.

Demografische ’tijdbom’

Overigens moet worden opgemerkt dat volgens wetenschappers de zogenoemde demografische ’tijdbom’ zichzelf aan het oplossen is, want het ritme van de aangroei van de wereldbevolking neemt al decennia af. Ze verwachten dat de wereldbevolking nog zal doorgroeien tot 9,6 miljard mensen in 2050 en 10 of 11 miljard mensen in 2100, om daarna weer te krimpen. De groei die vandaag wordt opgetekend, komt vrijwel helemaal op rekening van een grotere levensverwachting, en niet van een omvangrijke kroost. Hoewel een aantal onderontwikkelde Afrikaanse landen nog steeds een hoog vruchtbaarheidscijfer hebben, bestaat het typegezin in de slums van New Delhi of Rio de Janeiro vandaag al uit een vader, moeder en twee kinderen.

Koolstoftaksen?

Geert Noels stelt ook voor om koolstoftaksen in te voeren, al geeft hij toe dat het maar een eerste stap is. Klimatoloog Kevin Anderson wijst erop dat beleidsmaatregelen zoals koolstoftaksen (en het systeem van emissiehandel, waarmee Europa werkt) het grote nadeel hebben ‘universeel’ te zijn. Ze maken geen onderscheid tussen grote en kleine vervuilers: ‘Waarom willen we mensen die amper schuld hebben aan het probleem opzadelen met de last om hun al lage uitstoot te verminderen? (…) Rijke, grote vervuilers kunnen zich uitkopen. Dat is niet rechtvaardig, en het zal niet werken. De uitstoot van de mensen die het meest vervuilen moet verminderen.’ Ik schreef het al: de 1 procent rijksten stoten even veel uit als de armste 50 procent. Een koolstofcorrectie op de marginale prijsvorming zal dus financiële en sociale gevolgen hebben voor 80 procent van de wereldbevolking, maar zonder dat dit een betekenisvolle impact heeft op de mondiale koolstofuitstoot.

Veel basisproducten die te maken hebben met voeding, verplaatsing en huisvesting hebben een starre prijselasticiteit: een verhoging van de prijs leidt niet tot een significante vermindering van de vraag. Stel, er komt een koolstoftaks waardoor de elektriciteits- en mazoutprijs stijgt. De minstbegoeden zullen moeten kiezen: de hogere factuur betalen of in hun inefficiënt geïsoleerde huurwoningen op verwarming besparen, met alle gezondheidsproblemen van dien. De grote vervuilers daarentegen zullen zonder verpinken de taks kunnen betalen, en doorgaan met vervuilende business as usual.

Energievretende toestellen zwaarder belasten is een optie, maar ook dat levert opbrengsten op die onder de verwachtingen blijven.

Energievretende toestellen zwaarder belasten is een optie, maar ook dat levert opbrengsten op die onder de verwachtingen blijven. De prijsvorming van elektrisch aangedreven apparaten is van veel factoren afhankelijk: hun energie-efficiëntie is er maar eentje van. Zo is een diepvriezer met het A++-label ongeveer 80 procent energiezuiniger dan een toestel met een A-rating, maar toch zijn de prijsverschillen tussen beide vooral afhankelijk van andere criteria, zoals het design, het volume, extra functies… Hetzelfde geldt voor wagens: het prijsverschil tussen auto’s die weinig en veel vervuilen is vooral afhankelijk van andere criteria. Consumenten laten zich ook leiden door criteria als veiligheid (SUV’s worden gepercipieerd als veilig), de reputatie van betrouwbaarheid (Made in Germany staat voor kwaliteit), gewoonte, de status van een model of merk …

En wanneer vervuilende producten, bezwaard met een koolstoftaks, worden ingeruild voor propere, goedkopere producten, dreigt het reboundeffect waarbij het uitgespaarde geld wordt besteed aan andere vervuilende goederen en diensten, zoals een citytrip of de nieuwste IPhone. Het invoeren van een bij wet opgelegd uitstootplafond voor broeikasgassen van consumptieartikelen zou wél een betekenisvolle impact kunnen hebben. Het is niettemin geen toeval dat onze politici in Washington, Brussel en Tokyo op dat vlak geen initiatief nemen en Geert Noels erover zwijgt: dat zou leiden tot een opstand van de Wereldhandelsorganisatie, en in haar zog, van Boeing, BMW, Mercedes, Apple, IKEA en andere producenten die een verbod op de verkoop van een gedeelte van hun producten met alle middelen zullen bestrijden.

Is het ethisch te rechtvaardigen dat bedrijven (en consumenten) mits het betalen van een ‘boete’ het legale recht verwerven de atmosfeer, en bij uitbreiding de biotoop van de mensheid, vergiftigen?

Het belangrijkste bezwaar tegen koolstofheffingen is misschien wel van morele aard. Is het ethisch te rechtvaardigen dat bedrijven (en consumenten) mits het betalen van een ‘boete’ het legale recht verwerven de atmosfeer, en bij uitbreiding de biotoop van de mensheid, vergiftigen? Is die sluipende privatisering en commercialisering van dit broze, levensnoodzakelijke gemeenschapsgoed par excellence te verantwoorden? Alsof men zou aanvaarden dat de nucleaire sector radioactief materiaal zou mogen lozen in onze waterwegen, mits het niet ’te veel’ is en men een ‘becquereltaks’ betaalt, zoals Gaëtan Dubois terecht schrijft…

De échte inconvenient truth

Een échte inconvenient truth dringt zich op: koolstoftaksen en demografische ingrepen zullen, zoals cleantech, niet volstaan. Een geplande afbouw van de grote vervuilers is essentieel, willen we de wereld van de klimaatverandering redden én tezelfdertijd het Zuiden de kans bieden om dankzij de industrialisering zich uit armoede en honger te emanciperen (wat daar onvermijdelijk voor extra uitstoot zal zorgen). Zo’n afbouw vereist een confrontatie met de grootindustrie, in de eerste plaats met de fossiele-energieproducenten, en in tweede orde met de 500 transnationals die de wereldeconomie controleren. Het is zonneklaar wat ons te doen staat: fossiele-energiebronnen die massa’s koolstof uitstoten in de grond houden, een moratorium op economische groei in de laatkapitalistische landen invoeren, gekoppeld aan een drastische inperking van de consumptie van luxegoederen en zware investeringen in koolstofarme collectieve diensten, zoals openbaar vervoer.

In haar klimaatboek met de sprekende ondertitel Capitalism versus the Climate ziet Naomi Klein onder ogen wat dat impliceert: een confrontatie met het kapitalisme, dat bedrijven veroordeelt tot het respecteren van dit ene devies: grow or die. Alleen al de fossiele-energiegiganten hebben niet-aangeboorde voorraden in hun boekhouding opgenomen die goed zijn voor 2.795 miljard ton koolstof, goed voor tweeënhalf tot vijf keer de maximale hoeveelheid koolstof die volgens wetenschappers tegen 2100 mag worden uitgestoten om de opwarming onder 2° te houden. Een gigantische koolstofbubbel, die als een zwaard van Damocles boven de planeet hangt. Die concerns zijn van plan om hun assets allemaal op de markt te gooien. Business as usual is hun leitmotiv. Geplande investeringen voor de exploitatie van nieuwe fossiele-energiebronnen en de bouw van petroleum- en gaspijpleidingen die vele decennia in gebruik zullen blijven, worden geraamd op 14.000 miljard dollar.

De markt is in onze samenleving de maatstaf van alle dingen, en die schrijft bedrijven voor dat winstgevende investeringen die voor de uitstoot van broeikasgassen zorgen een prima zaak zijn, ook al voert dat de aarde naar een armageddon.

De ceo’s van IKEA, Umicore, BMW en co zijn niet minder gebrand op groei en dus op accaparatie van grondstoffen en energie, want ze zijn er om winst te maken, niet om de aarde te redden. De markt is in onze samenleving de maatstaf van alle dingen, en die schrijft bedrijven voor dat winstgevende investeringen die voor de uitstoot van broeikasgassen zorgen een prima zaak zijn, ook al voert dat de aarde naar een armageddon. De beslissingen van bedrijfsleiders zijn erg efficiënt voor op maximale winst beluste aandeelhouders, maar voor de samenleving en de aarde hebben ze desastreuse gevolgen. De interne dynamiek van het kapitalisme is gericht op een groei ad infinitum, die zorgt voor een opeenhoping van koopwaren waaronder de aarde begint te bezwijken. Groeien met afwenteling van de kosten op mens en natuur is in het kapitalisme geen ‘keuze’, ‘een verslaving’, ‘een obsessie’ of ‘een vloek’, maar het onontkoombare gevolg van de fundamentele drijfveer ervan.

Het verklaart de geplande veroudering van de pc’s en smartphones van Apple, de almaar snellere vernieuwing van automodellen, de ecologisch rampzalige dagbouw van steen- en bruinkoolmijnen, het op de markt gooien van duizenden toxische stoffen die zich opstapelen in pesticides, plastics, reinigingsproducten, cosmetica, meubelen en kledij… en ten slotte in onze lichamen. Om nog maar te zwijgen over de kolonisatie van onze geesten door de reclame-industrie, die mensen opzadelt met gevoelens van frustratie, afgunst en gemis van dikwijls geheel overbodige producten en diensten. Voor het grootbedrijf is deze bonanza-economie heel erg rationeel, maar ze duwt de mensheid en de aarde wel in sneltreinvaart naar de afgrond.

Het komt er dus op aan om de economie in overeenstemming te brengen met de behoeften van aarde en mensheid. Of anders gezegd, en om met klimaatwetenschapper Kevin Anderson te spreken, “om de fysieke werkelijkheid en de wetten van de thermodynamica” te laten primeren op “het huidige economische paradigma”. Dat is de harde waarheid, die ondernemer Geert Noels blijkbaar niet onder ogen wil zien.

Voorbij de ontkenningsfase

Dat inzicht dringt zich meer en meer op, via een omweg – via de klimaatcatastrofe die voor de deur staat, en die een ware ecocide aankondigt. Onze regeringen, met duizend draden aan de financieel-economische machten verbonden, laten het afweten. Ze weigeren de economische groeimotor stil te leggen, te beginnen met het kortwieken van vervuilende bedrijven en sectoren. Lord Nicholas Stern, auteur van het door de Britse regering bestelde Stern Review, dat oplijst met welke maatregelen het klimaatprobleem moet worden aangepakt, formuleert het helder. Stern wijst pogingen om de koolstofconcentraties in de atmosfeer op 450 ppm te stabiliseren af, hoewel dergelijke concentraties een recept voor een catastrofe vormen. Want, zo rechtvaardigt Stern zijn standpunt, pogingen om onder 450 ppm te blijven zal ‘een onmiddellijke, grote en aanhoudende krimp van de wereldeconomie’ veroorzaken. De conclusie van ecosocialist John Bellamy Foster is hard: “Om de tredmolen van winst en productie gaande te houden moet de wereld het risico op een ecologisch armageddon lopen.”

Instrumenten om de economie te verduurzamen

Onze progressieve politieke partijen doen het niet beter. Ze zijn ingekapseld in het bestel en blijven op marktconforme maatregelen in de marge mikken – op accumulatie, winsten en groei, weliswaar duurzamer, groener. Ze mikken op groen kapitalisme, een nichesector van de markteconomie. Ze zouden een postkapitalistische transitie in het centrum van hun strategie en programma moeten plaatsen.

Wat nodig is, is een programma dat de overheid de instrumenten in handen geeft om de economie te verduurzamen. Een programma dat gaat voor de naasting van sleutelsectoren zoals de energiebedrijven, de financiële sector en geprivatiseerde openbare diensten. Voor een uitstap uit de kernenergie en een radicale omslag naar hernieuwbare energie. Voor een verbod op nieuwe infrastructuur die ons nog decennia opzadelt met vuile energiewinning. Voor massale investeringen in goedkoop geïntegreerd openbaar vervoer. Voor stadsontwikkeling gericht op een hoge woondensiteit en op het samenbrengen van essentiële diensten zoals crèches, scholen, ouderentehuizen en gezondheidszorg langs openbaartransportroutes en voetgangersvriendelijke gebieden. Voor steun aan korteketenlandbouw en andere coöperatieven. Waar wachten de vakbonden, Groen, SP.A en Hart Boven Hard nog op? Het is hoog tijd dat we de ontkenningsfase achter ons laten en gaan voor echte oplossingen. Het geduld van de planeet is op.

Ludo De Witte publiceert in september Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op. Het kapitalisme versus de aarde (EPO, Berchem). Het boek wordt voorgesteld op Manifiesta, Bredene, 16 september.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content