Walter De Smedt
‘Wat is nog de waarde van een rechterlijke beslissing als die niet strookt met het politiek beleid?’
‘Niemand kan ontkennen dat er een draagvlak is voor de houding van Theo Francken’, schrijft voormalig rechter Walter De Smedt. ‘Vraag is echter of wat de staatssecretaris nu doet de juiste houding is voor iemand die politieke verantwoordelijkheid draagt.’
Volgens de N-VA zijn rechters wereldvreemd omdat twee rechterlijke uitspraken de Staat dwangsommen hebben opgelegd zolang de staatssecretaris Theo Francken weigert een visum af te leveren aan een Syrisch gezin. Niemand stelt de vraag of de rechters het anders konden doen en wat daar dan het gevolg zou van zijn.
‘Wat is nog de waarde van een rechterlijke beslissing als die niet strookt met het politiek beleid?’
Omdat rechters een toga dragen en zij hun eigen taaltje schrijven ziet de burger niet wat er onder of achter zit. Rechters zijn zoals alle andere burgers: mensen uit en met een gezin met dezelfde problemen als ieder ander. Zij lezen dezelfde kranten en kijken naar dezelfde programma’s. Wie denkt dat de toga beschermt tegen de gevoelens en meningen die kunnen opkomen bij een familie drama als dat van het Syrisch gezin of het verhoog waarop zij zitten hen afsnijdt van het besef van de gevolgen van tomeloze empathie met het oorlogsgeweld, heeft het volkomen mis. In verstaanbare taal: er zijn ook rechters die voor de N-VA hebben gestemd en die dat overmorgen nog zullen doen. Zoals dat voor iedere stiel het geval is hebben rechters bijkomende opleiding gevolgd, hebben zij vaardigheden die niet iedereen heeft en vooral moeten zij voldoen aan de verplichtingen die hen worden opgelegd: zij moeten de wet toepassen die door het Volk is gemaakt.
Bijzonder uitzonderlijke omstandigheden
Wat is er allemaal mogelijk indien rechters ” bijzonder uitzonderlijke omstandigheden” voorwenden om een niet bestaande wet wél of een bestaande wet niet toe te passen? Moet een scheidsrechter op het terrein de spelregels aanpassen omdat er meer supporters van de thuisploeg aanwezig zijn en die bij verlies dreigen de boel op stelten te zetten? Wat gaat de volgende wedstrijd worden indien de scheidsrechter als een “home referee” fluit?
Er is een duidelijk voorbeeld dat het antwoord op deze vraag illustreert: in de Kazakhgate werden er ” bijzonder uitzonderlijke omstandigheden” aanvaard om de niet bestaande afkoopwet te kunnen toepassen. Het gevolg daarvan is dat de werking van de gehele justitie werd ontwricht en het Parlement nu gaat onderzoeken hoe en waarom dat kon gebeuren.
En ook daar wordt een rechterlijke uitspraak van het Grondwettelijk Hof door een minister opzij geschoven omdat deze niet past in zijn plan. Ondanks dit Hof duidelijk en gemotiveerd stelde dat de procureur een procespartij is blijft justitieminister Koen Geens nukkig volhouden dat het openbaar ministerie “onpartijdig” is en steunt hij de gehele hervorming van de strafvordering op deze bewering: de onwil van staatssecretaris Francken is maar een “fait divers” in vergelijking met de fundamentele weigering van justitieminister Koen Geens om de Grondwet en de supranationale regelgeving toe te passen.
Chaos
Niemand kan ontkennen dat er een draagvlak is voor de houding van staatssecretaris Francken. Vraag is echter of wat de heer Francken daar mee doet de voor een politiek verantwoordelijke juiste houding is. Het voorstellen dat nu de poort wagenwijd en zonder beperking open staat voor een massale toevlucht vanuit Aleppo is ontkennen dat de De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen ieder dossier afzonderlijk onderzoekt en de beslissing neemt die gepast is voor ieder individueel geval.
‘Twee gerechtelijke uitspraken miskennen is zoveel als de instellingen zelf miskennen.’
Dergelijke miskenning van de opdrachten en bevoegdheden van een wettelijke instelling is zoveel als de ontkenning van de instelling zelf en maakt dus een ondergraving uit van de instelling die door het politiek beleid werd opgericht om in dergelijke dossiers de beslissingen te nemen die noodzakelijk zijn om de werking van de Staat in deze moeilijke en wisselende problematiek overheind te houden. Hetzelfde geldt voor de miskenning van de twee gerechtelijke uitspraken: deze gewoonweg negeren is zoveel als de instellingen zelf miskennen. Wat zou de heer Francken doen wanneer hem hetzelfde zou overkomen: één of andere vluchteling zijn beleid zou laten voor wat het is omdat hij geen andere keuze heeft om te kunnen overleven?
Francken en Geens in hetzelfde schuitje
Door de miskenning van de rechterlijke uitspraken verwerpt de heer Francken niet alleen een gegeven oplossing in een individueel dossier maar voegt hij er nog een ander, algemeen en principieel, probleem aan toe: wat is de waarde en de kracht van een rechterlijke beslissing die niet strookt met het politiek beleid? Daardoor zit de heer Francken in hetzelfde schuitje als zijn collega Koen Geens ten overstaan van de uitspraak van het Grondwettelijk Hof in de afkoopwet.
‘De afstomping van de norm is zelf de norm geworden.’
En ook de minister van Financiën heeft eenzelfde probleem met de afwijzing van de Arco-regeling. Het is niet nieuw, want in dit land worden strafrechtelijke uitspraken uitgevoerd volgens de recente regel ” één er in is één er uit”, zowel als ons land regelmatig wordt veroordeeld omdat het de supranationale regelgeving niet toepast. De miskenning van rechterlijke uitspraken is dus voor het politiek beleid een fenomeen geworden. Dit fenomeen ondermijnt niet alleen de werking van justitie. Ook in de nu gestarte onderzoekscommissie over de Kazakhgate steekt het zijn kop op. Daarin worden de parlementairen geconfronteerd met hun eigen werkwijze bij het maken van de wet en met de manier waarop die, zelfs als ze nog niet bestaat, wordt toegepast. De vorige onderzoekscommissie naar de zaak-Dutroux had daar een mooie omschrijving voor: de afstomping van de norm. Intussen is de afstomping de norm geworden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier