Bart De Valck

‘Wat heeft een klas op een lagere school te maken met het gevoel van een Vlaamse identiteit?’

Bart De Valck Voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging.

‘Wat maakt veel Vlamingen ongemakkelijk als ze een keuze moeten maken tussen een Vlaams of een Belgisch gevoel’, vraagt Bart De Valck van de Vlaamse Volksbeweging zich af. ‘Vlaanderen is te groot voor België en België is te klein voor Vlaanderen.’

Dit opiniestuk maakt deel uit van onze nieuwe reeks ‘De Doordenkers van Knack.be’.

Mocht ik aan ieder van jullie vragen wat voor jullie die Vlaamse indentiteit inhoudt, dan ben ik er vast van overtuigd dat ik heel wat verschillende antwoorden zal krijgen. Toch zullen heel wat eigenschappen of gedragingen herkenbaar of gelijklopend zijn. Maar de vraag wat die Vlaamse identiteit is wordt vaak samen gesteld met de vraag: Waarom moet Vlaanderen onafhankelijk worden?

Sommigen beschouwen het gebrek aan definiëren van onze Vlaamse identiteit als de grote zwakke schakel in het natievormend proces van Vlaanderen.

Maar als je dan de vraag omdraait en vraagt waar er nog opstootjes van die Belgische identiteitsbeleving waar te nemen zijn, dan liggen die ook niet voor de hand. Bij de Rode Duivels? Op de nationale feestdag? Bij de blijde intredes van ons koningspaar?

Er is geen Belgische taal, en er is geen Belgsiche identiteit. Is er dan een Belgsich gevoel? Ja, dat bestaat nog. Zoals sommige bevragingen aangeven, vooral in Brussel en het zuiden van het land.

‘Wat heeft een klas op een lagere school te maken met het gevoel van een Vlaamse identiteit?’

Maar dat is vooral niet te verwarren met een loyaliteitsverklaring. Hebben de Brusselaars en de Walen een echt Belgiëgevoel, of komt dat gevoel voort uit scheidingsangst, misschien zelfs gemakzucht?

Wie in het buitenland vraagt naar de perceptie die de gastheer of vrouw heeft over de Vlaamse gasten, dan zijn de antwoorden overwegend positief. De modale Vlaming is in het begin wat terughoudend, naarmate het vertrouwen groeit, aangenaam in gezelschap, beleefd, geinteresseerd en dankbaar voor de gastvrijheid.

Wil dat dan zeggen dat alle Vlamingen die kenmerken vertonen? Uiteraard niet. Zijn we allen de beste bierdrinkers te wereld? Neen, we zijn ook de grootste afnemers van Champagne in Europa. Zijn alle Vlamingen door de eeuwen heen gekenmerkt als noeste, harde werkers? Waarschijnlijk niet. Zijn alle Vlamingen gekenmerkt door ondernemerschap, flexibiliteit en inventiviteit. Neen. Zijn alle Vlamingen wantrouwig en nors tegenover buren of nieuwkomers. Volgens bepaalde politieke commentatoren zijn we dat nochtans allemaal.

Toch herkennen we wel al deze gedragskenmerken bij heel wat kennissen en ver daarbuiten, en vaak hebben deze eigenschappen een historische oorsprong.

Zou het kunnen dat de Vlamingen weinig vertrouwen hebben in welk staatsgezag ook wegens de opeenvolging van verschillende vreemde heersers in het verleden?’

Zou het kunnen dat de Vlamingen weinig vertrouwen hebben in welk staatsgezag ook wegens de opeenvolging van verschillende vreemde heersers die bij regelmaat van klok over onze gewesten heersten? Hoogstwaarschijnlijk.

Om dan toch die Vlaamse identiteit wetenschappelijk te onderbouwen, is vanzelfsprekend een ander paar mouwen. We kunnen stellen dat de Vlaamse identiteit de tijdelijke grootste gemene deler van gedragingen en competenties is, die ons kenmerken en soms van de anderen onderscheiden. De Vlaamse identiteit wordt gelaagd gepercipieerd, en is steeds in beweging.

Zelf sta ik ruim een kwart eeuw in het basisonderwijs. 25 jaar in een schooltje in de faciliteitengemeente Wemmel, en nu drie jaar in Ottenburg, een school met een overgrote meerderheid aan Franstalige kinderen die komen van de andere kant van de taalgrens.

Kinderen die vaak uit diverse milieus kiezen voor een Nederlandstalige opvoeding en waarvan sommige ouders zonder schroom toegeven, dat hun keuze voor Nederlandstalig onderwijs onlosmakelijk verbonden is met ons Vlaamse kwaliteitslabel.

Verschil tussen kinderen en volwassenen

Na al die jaren heb ik ook ondervonden dat het verschil tussen een volwassenen en een kind niet eens zo groot is als we denken en dat een kind in een klas -en schoolgemeenschap op microniveau dezelfde stappen ondergaat in het zoeken en vinden van een eigen identiteit als de volwassenen.

Hét grote verschil is dat wij volwassenen een grotere wetenschappelijke en technische kijk hebben over de gang van zaken des levens. En dat ervaring ons mogelijkheden biedt om ruimere en betere keuzes te maken en oplossingen te vinden voor de hindernissen en problemen die ieder van ons op zijn levensweg tegen komt.

Om onze kleuters beter en efficiënter te observeren en te begeleiden, hanteert men in het Vlaamse onderwijs twee parameters, zijnde welbevinden en betrokkenheid. Als een kind zich goed en veilig en gelukkig voelt in de klas heeft een kind een hoog welbevinden. Wie zich goed voelt, is toegankelijker voor alle ervaringen en informatie die op hem afkomt.

Betrokkenheid geeft weer in welke mate kinderen mee participeren aan het groeps -of klasgebeuren. In dat engagementsproces zijn aanbod, de klassfeer en de succeservaringen die kinderen nodig hebben, om nog meer uitdagingen aan te gaan essentieel.

Met andere woorden. Om te komen tot die maximale ontplooiing van de persoonlijkheid hebben onze kinderen een goede coach nodig. Een warme pedagogische manager die alle kinderen kent en weet hoe ze te benaderen en hen een duidelijk kader biedt waarbinnen ze zich kunnen bewegen?

Waarom maak ik nu deze vergelijking? Wat heeft een klas -en schoolwerking te maken met dat Vlaamse natiegevoel, annex Vlaams identiteitsgevoel?

Laat ons de kleuterjuf die zorgt voor een veilige, duidelijke, aantrekkelijke, stimulerende en regulerende leeromgeving, gewoon vervangen door een manager op grotere schaal. Laten we die juf of meester voor de gelegenheid simpelweg vervangen door een Vlaamse president van onze toekomstige republiek. En we zijn er waar we moeten zijn.

‘Hoelang moet Vlaanderen nog wachten op onze eigen versie van een Alex salmond?’

Identiteitskeuze wordt bepaald door succeservaringen, positivisme, en identificatie. Heeft de Schotse identiteit niet net meer vorm gekregen door het maatschappelijk debat, gekoppeld aan een toekomstproject waar het overgrote deel van de Schotten zich konden in terugvinden?

Wat als Alex Salmond niet het lef had om referendum te organiseren over Schotse onafhankelijkheid? Hebben de Schotten aan identiteit moeten inboeten omdat ze het net niet haalden? Neen.

Om het in bedrijfstermen te zeggen: er was heel wat return on investment wat het Schotse referendum betreft. De partij van Salmond bezet 53 van de 56 Schotse zetels het Britse lagerhuis. Alsof dat geen barometer van een hoge identiteitsgraad is.

Dat is waar het bij identiteit om gaat, zich identificeren met, het zich eigen maken of zich optrekken aan de goede eigenschappen en kwaliteiten van leidinggevende figuren. Ook dat maakt deel uit van de kwaliteitsindex van onze eigen Vlaamse identiteitsvorming. Hoelang moet Vlaanderen nog wachten op onze eigen versie van een Alex salmond?

‘Vlaanderen en Belgie zijn elkaars gelijken en dus elkaars rechtstreekse concurrenten.’

Hoe komt het dan dat het Vlaamse natiegevoel sluimerend en minder uitgesproken is, dan bij andere volkeren die uit een verouderd staatsverband willen treden zoals de Schotten en de Catalanen? Wat maakt de Vlaming ongemakkelijk als het gaat om een vaak opgedrongen keuze te moeten maken tussen de Vlaamse of Belgisch gevoel.

Vlaanderen en Belgie zijn elkaars gelijken en dus elkaars rechtstreekse concurrenten. Vlaanderen is te groot voor België en België is te klein voor Vlaanderen. Zo simpel is het. Neem daarbij dat de Vlaming door die onduidelijke verwarde staatsstructuren, door al die ontransparante staathervormingen door het bos door de bomen niet meer ziet.

Is het niet zo dat de Vlaming geen objectieve keuze kan maken omdat onze eigen politieke partijen zelf geen keuze kunnen maken?

‘Niet kiezen is verliezen’, zei Peter De Roover ooit. Dat zijn nog altijd wijze woorden. Alleen als Vlaanderen een eigen grondwet heeft, een kant en klaar operationeel toekomstcontract, zal de doorsnee Vlaming zich kunnen identificeren met een overheid die echt begaan is met de welvaart en het welzijn van zijn inwoners in een duidelijk afgebakend bestuurlijk Nederlandstalig geheel.

Partner Content