Wat als je ‘dikker wordt zonder te eten’?
“Dokter, ik eet niets en toch kom ik aan!” Dat kan natuurlijk niet. Wat is er dan wel aan de hand? We vroegen het aan een endocrinoloog.
Dokter, ik eet niets en toch kom ik aan !” Die klacht krijgt endocrinoloog professor Jean-Paul Thissen van de Cliniques universitaires Saint-Luc (Brussel) regelmatig te horen. Toch hoedt hij zich voor het ongeloof dat in zulke gevallen op de loer ligt. “Het zou kwetsend zijn om gewoon je schouders op te halen. Samen met de patiënt ga ik in zijn eetgewoontes op zoek naar de reden waarom de balans naar de verkeerde kant doorslaat.”
Opsomming geeft opheldering
Om te beginnen moet worden opgehelderd wat “niets eten” in de praktijk betekent. Vaak levert een berekening van de hoeveelheid genuttigde calorieën al een eerste verrassing op. De strikvragenlijst (zie kader) kan licht op de zaak werpen. Kleine dagelijkse zonden kunnen de weegschaal na een jaar een paar kilo hoger doen uitslaan.
Onderschatting van de calorie-inname is de meest voorkomende oorzaak van “onverklaarbaar” overgewicht.
Jean-Paul Thissen raadt zijn patiënten aan om een dagboek bij te houden waarin ze alles (maar dan ook alles !) opschrijven wat ze eten, het liefst met vermelding van de momenten en de omstandigheden (stress, verveling, televisie…). “Dankzij deze simpele vorm van zelfobservatie vallen ze soms binnen een week al wat af.” In ieder geval ontstaat er zo enig inzicht in de oorzaken van het probleem. “Zo herinner ik me een meisje dat inderdaad overwegend ‘niets’ at. Nog geen hapje groenten en geen stukje fruit. Maar intussen liep ze wel de hele dag te snoepen.” Onderschatting van de calorie-inname is de meest voorkomende oorzaak van “onverklaarbaar” overgewicht, al kan er gelukkig ook het makkelijkst iets aan gedaan worden.
De strikvragenlijst
1. Ontbijt je ? Waarschijnlijk niet. Toch is een evenwichtig ontbijt de beste manier om het dagelijkse aantal calorieën binnen de perken te houden.
2. Wat eet je ’s middags op het werk ? Een broodje ? Het probleem is dat daar vaak een klodder mayonaise op zit. Ook een broodje filet americain is calorierijk, al zie je er niets van en doet het miezerige blaadje sla zijn best om de eer te redden.
3. Eet je wel eens kant-en-klaarmaaltijden ? Lasagne uit een pak, pizza uit de koeling, saus uit blik… handig als je weinig tijd hebt, maar ze leveren een hoop overbodige calorieën. Ook toetjes als zoete fruityoghurt, magere pudding en vetarme chocolademousse bezondigen zich daaraan.
4. Wat drink je ? Frisdrank wordt vaak in de lightvariant gekocht, maar wie denkt met vruchtensap iets gezonds in huis te halen, vergist zich : het bevat evenveel calorieën als frisdrank. Alleen van water heeft je lijn niets te vrezen.
5. Glaasje op ? Alcohol wordt vaak vergeten bij het tellen van de calorieën. Een glas wijn bevat er evenveel als een glaasje fris. Een fles wijn voor 2 betekent 3 glazen elk. Met meerdere flessen per week loopt de teller aardig op.
6. Pasta of aardappelen ? Qua calorieën maakt het niet uit. Alleen vormt pasta vaak het hoofdbestanddeel en schep je graag nog eens bij, terwijl je dat met aardappelen minder snel zal doen.
7. Mayonaise ? Lightmayonaise bevat 50 % minder calorieën dan gewone, maar toch nog 400 kcal per 100 g. Dat is 3 tot 4 keer zoveel als ketchup.
Kunstmatig geluk
Een tweede hoofdoorzaak, die vaak gepaard gaat met de eerste, is stress. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat stress de eetlust aan tafel verkleint (“Dan heb ik geen trek meer”), maar het impulsieve eetgedrag tussen de maaltijden door juist versterkt. Hierdoor krijg je vanzelf minder groenten binnen (ooit al eens een wortel gegeten als tussendoortje ?) en grijp je des te vaker naar zoete of hartige snacks. Dit gedrag doet zich ook bij laboratoriumdieren voor. Vetten en snelle suikers schijnen een probaat middel tegen stress en angst te zijn.
Dan is er nog een derde factor, die veel gelijkenissen vertoont met stress : genotzucht. Ons eetgedrag wordt niet alleen bepaald door de energiebehoefte van ons lichaam, maar ook door onze hang naar geestelijk welzijn. Zo is tijdens een experiment gebleken dat er bij kunstmatige opzwelling van de maag gebieden in onze hersenen worden gestimuleerd die ook actief zijn bij de beleving van genot en de verslaving aan drugs. Het is theoretisch dan ook mogelijk dat de “genotsprikkel” de “energieprikkel” overstemt en compulsief snoepgedrag teweegbrengt.
“Sommige patiënten ervaren eten als een genot dat ze nergens anders kunnen vinden”, vervolgt Thissen. “Van alle vormen van kunstmatig geluk is eten maatschappelijk ook het meest aanvaard. Het wordt zelfs aangemoedigd door de reclame die elke dag op ons afkomt.” Groenten of fruit wordt hierin zelden aangeprezen.
“Het zit in de familie”
Met al het voorgaande wordt in 9 van de 10 gevallen een verklaring gevonden voor de gewichtstoename. In het ene resterende geval verdiept Thissen zich in het gezinsverleden van de patiënt. “Daarbij gaat het niet per se om erfelijkheid”, benadrukt hij. “In sommige gezinnen speelt het hele leven zich rond de eettafel af. De zwaarlijvigheid is dan cultureel bepaald.” Cultureel of… financieel.
Afvallen kost tijd en geld. Het is nauwelijks te geloven, maar de goedkoopste producten zijn vaak ook het rijkst aan calorieën.
Jean-Paul Thissen
“Je mag de prijs van gezond eten niet onderschatten. Afvallen kost tijd en geld. Het is nauwelijks te geloven, maar de goedkoopste producten zijn vaak ook het rijkst aan calorieën.” In de afgelopen 30 jaar is de gemiddelde Belg verhoudings gewijs steeds minder gaan uitgeven aan voeding. Daar komt nog bij dat overgewicht statistisch gezien vooral voorkomt in de armere delen van de bevolking.
Ook een gebrek aan beweging is vaak een gezinsgebonden eigenschap. Sportieve ouders hebben zelden kinderen die veel stilzitten. Het tegenovergestelde gaat helaas wel op : zonder aanmoediging van hun ouders zullen zelfs sportief ingestelde kinderen vaker geneigd zijn om te luieren.
Overgewicht wordt vaak als oneerlijk ervaren, maar duidelijk is dat de meeste risicofactoren, zoals erfelijkheid, alleen kans maken in een omgeving die zich daartoe leent.
En hoe zit het dan met de erfelijkheid ? “Overgewicht als gevolg van 1 bepaald gen is een zeldzaamheid. Veel vaker komt het waarschijnlijk voor dat er verschillende erfelijke afwijkingen met een combinatie van kleine effecten in het spel zijn. Het aandeel van deze genen in de toename van de vetmassa beperkt zich echter tot hooguit 30 à 50 %. Om aan te komen, moet je namelijk wel (iets) meer eten dan je lichaam nodig heeft. Daar begint het altijd mee.”
Overijverige darmflora
Naast alle genoemde oorzaken brengen de onderzoekers nu ook een aantal andere mogelijkheden in kaart. Zo staat vast dat slaapgebrek onze eetlust en ons gevoel van verzadiging verandert. Ook lijkt het er steeds meer op dat onze darmflora een doorslaggevende rol vervult. De darmbacteriën van mensen met overgewicht kunnen waarschijnlijk meer voedingsstoffen uit eten halen dan die van slanke mensen. Verder mogen ook de invloed van de eerste levensjaren, van de borstvoeding en mogelijk zelfs de eetgewoonten van vrouwen tijdens de zwangerschap niet worden vergeten.Overgewicht wordt vaak als oneerlijk ervaren, maar duidelijk is dat de meeste risicofactoren, zoals erfelijkheid, alleen kans maken in een omgeving die zich daartoe leent. Eigenlijk is dat geen slecht nieuws. Het betekent namelijk dat er iets aan te doen valt.
Over eten en diëten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier