Was wat Gwendolyn Rutten zei wel écht ‘zo algemeen bekend’?
Tijdens de Vlaamse formatiegesprekken van vorige zomer heeft de N-VA verregaande voorstellen gedaan aan Open VLD en CD&V om het Vlaams Belang erbij te nemen. Toen Gwendolyn Rutten dat bod ineens concreter maakte in De Afspraak op Vrijdag, werd alle zeilen bijgezet om niet te luisteren naar die verklaring: ‘Dat was toch algemeen bekend’. Het is een perfide argument. Meer zelfs: het is een leugen.
Het zal wel dat Gwendolyn Rutten nog een rekening open heeft staan met de man die haar opvolgde als voorzitter van Open VLD, Egbert Lachaert. En ze is verstandig genoeg om te weten dat haar uitspraak het Lachaert niet gemakkelijk maakt om een regering te vormen – wellicht is het juist daarom dat ze die woorden sprak. Maar dat maakt wat ze zei in De afspraak op vrijdag niet minder interessant: ‘We zaten een jaar geleden volop in de discussies waarin N-VA exact aan ons maar ook aan CD&V het verhaaltje voorhield en zei van ‘stap alsjeblieft mee in de regering van N-VA, Vlaams Belang en jullie. We gaan jullie rijkelijk belonen, maar we willen het Vlaams Belang mee aan boord. Het heeft echt niet veel gescheeld. Het voorstel heeft op tafel gelegen, en het is echt ernstig politiek afgetoetst. Alleen is mijn antwoord daar altijd glashelder op geweest. Neen, niet met ons.’
De eerste reactie hierop was merkwaardig. De Gentse politicoloog Carl Devos was wellicht de eerste om te laten verstaan dat Rutten een spelletje speelt door ‘oud nieuws’ te lekken. Dat werd, in varianten, ‘wat algemeen bekend was’. Dat is een perfide argument in de Wetstraat, want wie gaat nu bekennen iets niét te weten wat blijkbaar de rest wel weet? Tegelijk ontploften sociale media, er waren heel wat mensen die blijkbaar nog niet hadden gehoord wat Rutten vrijdagavond vertelde. Hadden zij de kranten niet goed genoeg gelezen, de nieuwssites onvoldoende gevolgd, waren zij Terzake, De Zevende Dag en De Afspraak vergeten te bekijken?
In een van de vele tweets waarin hij zich tegen zijn kritiek op Twitter verdedigde, zette Devos de deur op een kier: ‘De informatie is niet echt nieuw, op sommige details na, waarvan nog onduidelijk is of ze kloppen. Relevant zeker. Maar vooral ‘nuttig’. Ze wordt niet toevallig nu gedeeld.’
De informatie die ‘niet echt nieuw’ is, slaat natuurlijk op de wekenlange gesprekken tussen N-VA en Vlaams Belang. Over die onderhandelingen zijn inderdaad riemen papier geschreven. De details verschillen, de essentie was dat Vlaams Belang en N-VA allebei hun eigen redenen hadden om zich als ‘grote Vlaamse overwinnaars’ aan de kiezer te presenteren, dat de N-VA wilde dat iedereen zag dat het signaal van de kiezer ernstig genomen werd, dat Vlaams Belang wilde dat iedereen zag dat Tom Van Grieken de partij had hervormd tot een ernstige kandidaat-beleidspartij.
Maar een regering met N-VA en Vlaams Belang kwam een paar zetels tekort. Bij die twee partijen kan men rekenen: een geheel Vlaams-nationalistische Vlaamse regering zat er van het eerste gesprek niet in. En Open VLD en CD&V hebben altijd gezegd dat ze nooit in zee zouden gaan met het VB – uit de partijhoofdkwartieren uit de Wetstraat of de Melsensstraat is nooit een andere noot gehoord. Dat neemt niet weg dat een aantal leidende figuren in de N-VA wel graag met het VB had geregeerd. Zelfs toen hij al minister-president was, liet Jan Jambon tijdens het befaamde ‘openingscollege’ politicologie in Gent (inderdaad, het geesteskind van Carl Devos) verstaan dat een regering met VB erbij beter zou zijn geweest. Dat is straf, want eigenlijk impliceerde deze uitspraak dat de regering-Jambon (N-VA, CD&V, Open VLD) eigenlijk pas de tweede keuze was van Jan Jambon zelf.
Wat Gwendolyn Rutten ineens duidelijker maakt dan ooit. De N-VA deed volgens haar ook een poging om met een concreet voorstel een van de twee andere centrumrechtse regeringspartijen te lijmen: ‘We gaan jullie rijkelijk belonen’. En dan de zinnen: het heeft echt niet veel gescheeld. Het is ernstig politiek afgetoetst.’ En zij zegt dat ‘haar’ antwoord altijd glashelder was: ‘Niet met ons’. Noteer: ‘haar’. Niet van haar partij, of van anderen. Het woord ‘rijkelijk’ lijkt te impliceren dat er vooral met mandaten en dergelijke werd gesmeten. Daarover was tot nu niets geweten. Het is alleszins nog niet geschreven, niet beschreven, niet becommentarieerd.
Een mogelijke piste werd zondag ineens gelanceerd door Koen T’Sijen – ooit een VU’er, nadien in socialistische milieus terechtgekomen, nu nog altijd burgemeester van Boechout: ‘Ging het zelfs niet over 4 ministers voor Open VLD, 5 voor de N-VA met gedoogsteun van het Vlaams Belang?’ Als – áls – dit inderdaad het concrete voorstel is waarover het ging – en dat hier voor het eerst in de media vermeld wordt, dan is dat dus wel echt ‘nieuw’.
Of hebben we met zijn allen niet voldoende opgelet? Op het hogervermeld college van Carl Devos verwees Jan Jambon in zijn uitleg over hoe het Vlaams Belang te betrekken, naar Nederland ‘waar de PVV van Geert Wilders op een bepaald moment ook de regering van Mark Rutte gedoogsteun verleende in het parlement’.
Als we Jambon en T’Sijen samenleggen, was de eerste voorkeur van de N-VA dus een Vlaams minderheidskabinet – zonder Open VLD of CD&V in de regering, met mét gedoogsteun van het VB in het Vlaams Parlement. Dus liever een minder stabiele regering dan een kreupele formule die alleen maar zou kunnen bestaan bij de gratie van het VB. Wat zijn de redenen van de N-VA-top om zo ver te gaan (want het VB zou natuurlijk inhoudelijk zijn prijs vragen.) De N-VA zou dus én veel mandaten moeten afgeven aan de kleine partner, én politiek en inhoudelijk zwaar overhellen naar het VB-programa? Waarom? Om te hopen dat uit een soort van verschroeide aarde-politiek de eigen kiezers toch N-VA zouden stemmen? Of als onuitgegeven oefening, als springplank voor de echt Vlaams-nationalistische coalitie?
Als de gesprekken zo ernstig waren, zoals Rutten beweert, is het interessant om te weten wie van de voorstellen op de hoogte waren bij Open VLD en CD&V, en wat hun standpunten waren. Het valt op dat bij CD&V gezwegen wordt. Men kan aannemen dat partijvoorzitter Wouter Beke ervan wist, net als zijn rechterhand, feitelijk kabinetschef en onderhandelaar Benjamin Dalle. Plus natuurlijk de Vlaams nummer één, Hilde Crevits. Net de drie CD&V’ers in de regering-Jambon die alledrie minister werden, en dat na een merkwaardige ‘beslissingsprocedure’ die bij de Vlaamse CD&V’ers haast tot een interne opstand leidde. Hebben Beke, Crevits en Dalle elkaar (én de N-VA) een soort van politiek zwijggeld betaald? Wat was hun standpunt toen? Wie hebben zij in eigen partij in vertrouwen genomen? Als ze met niemand of slechts in heel beperkte kring over dat voorstel hebben gesproken, waarom? Wat was er te verbergen? Of wilden ze voor de eigenlijke regeringsvorming (die nog moest komen) de eigen prijs opdrijven tegenover de N-VA?
En is er eigenlijk iemand die nog volhoudt dat alles geweten is? Is het misschien omdat er ineens zoveel nieuwe, vervelende vragen gesteld worden, dat Bart De Wever liever ‘zijn gras afdoet‘ dan te antwoorden, dat Lorin Parys uitpakt met de vileine suggestie dat Rutten blijkbaar aan vakantie toe is, en dat de nieuwe liberale bonzen een hoogst belangrijke politieke zaak afdoen als een persoonlijke ruzie? Vraag is of hoelang ze het effect zullen kunnen blijven negeren van dit nieuwe licht dat Gwendolyn Rutten heeft laten schijnen op een aantal zaken.
Voorlopige conclusie: ‘Wat algemeen geweten was’ moet de Wetstraatleugen van het jaar zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier