Bert Anciaux (SP.A)
‘Waarom subsidies schrappen voor etnisch-culturele verenigingen? De kansen liggen er voor het grijpen’
Senator Bert Anciaux (SP.A) stelt zich vragen bij de keuze van de Vlaamse regering om fors te snoeien in de subsidies van het etnisch-culturele middenveld.
Het Vlaams regeerakkoord stelde onomwonden dat “verenigingen” die zich enkel op hun etnisch-cultureel profiel terugplooien en uitdrukkelijk segregatie bevorderen, niet meer aan de ondertussen beruchte “subsidieslurf” van de Vlaamse cultuurminister mogen lurken. Sic.
Bart Somers, de Vlaamse minister van samenleven, zoals steeds voluntaristisch zijn liberalisme temperend, zal dit principe samen zijn collega van Cultuur, Jan Jambon, op korte termijn concretiseren.
De afkomst van deze beleidskeuze verantwoordt ondertussen enige achterdocht. Het lijkt minstens een onderdeel van een rechtse afwijzing van een interculturele, vriendelijke samenleving. Een uiting van het streven naar een alom heersende Vlaamse leidcultuur.
En toch kan geen weldenkend mens dit subsidieprincipe afwijzen. Ongeacht het absolute recht op verenigen, kan men het een overheid moeilijk kwalijk nemen om geen steun te verlenen aan verenigingen die ijveren, zelfs strijden voor de vernietiging van de fundamenten van onze democratische, pluralistische rechtsstaat. Weliswaar vormt het ondersteunen van kritisch denken een fundament van een actieve democratie, het subsidiëren van krachten die deze willen vernietigen is echt wel meer dan een brug te ver.
Waarom subsidies schrappen voor etnisch-culturele verenigingen? De kansen liggen er voor het grijpen.
Daarom al mijn begrip om verenigingen, ook deze op basis van etnische-culturele identiteit, niet te subsidiëren als ze expliciet (of zelfs impliciet) de openheid, diversiteit en solidariteit die onze samenleving dragen, willen afschaffen. Neem nu Sharia for Belgium. Wie zou het in z’n hoofd halen om deze troep gewelddadige radicalen een subsidie te geven? Nochtans hebben ze, tot spijt van wie het benijdt, een recht op bestaan zolang ze binnen de wet opereren.
Enkele jaren geleden voerde ik een doctoraatsonderzoek naar Vlaamse en Brussels etnisch-culturele zelforganisaties. Mijn focus lag heel duidelijk op de wijze waarop deze verenigingen, vaak verenigd in federaties, zich tot de hen omringende wereld opstellen. De conclusies, gebaseerd op honderden survey’s, tientallen interviews, vele plaatsbezoeken, focusgroepen enz. leidt tot heldere vaststellingen.
Zowat alle onderzochte verenigingen en federaties verklaren zich, in woorden én in daden, tot groot voorstander van openheid en positieve nieuwsgierigheid naar hun omgeving, hun buurt, hun gemeente, kortom naar heel de Vlaamse Gemeenschap. Zowat al hun programma’s bevatten tal van activiteiten gericht op communicatie en ontmoeting en engagementen in de hun omringende omgevingen. Ze leggen vele en meestal erg aangename contacten met andere verenigingen buiten hun eigen etnisch en culturele eigenheden. Ze nemen graag en actief mee deel aan adviesraden en bredere campagnes. Ze stellen zich open als partner en willen graag geëngageerd mede-eigenaar van onze samenleving worden. Zelforganisaties op basis van etnisch-culturele identiteit bulken dus van de mogelijkheden om vele mensen en groepen beter te laten aansluiten op het rijke maatschappelijke aanbod dat Vlaanderen ontwikkelt. Niet alleen sociaal, ook qua onderwijs, tewerkstelling, cultuur, sport en jeugdwerk. De kansen liggen voor het grijpen.
Tegelijkertijd stellen ze vast dat hun potentieel om “bruggen te bouwen”, zeker naar de zorgsectoren, schromelijk wordt onderschat en zelfs miskend. Ze voelen veel argwaan en een toenemende “framing” die hen herleidt tot bekrompen en ongewenst identitair. Buiten enkele uitzonderingen zijn ze dat absoluut niet.
Ook de federaties van zelforganisaties hebben deze kenmerken en werken al vele jaren niet met één enkele etnisch culturele groep. Ze zijn een verzameling van vele etnisch culturele minderheden. Ze brengen ze met elkaar in contact en werken uitdrukkelijk rond het bouwen van bruggen naar o.a. de ontvangende etnisch culturele groep en samenleving. Het zijn parels van burgerparticipatie en ze zorgen ervoor dat duizenden lokale zelforganisaties en honderdduizenden mensen betrokken worden bij onze samenleving. Ze zorgen ervoor dat vele mensen toch een band creëren met de Vlaamse gemeenschap.
Ik kan en wil me dus niet inbeelden dat de forse en plotse concretisering van het regeerakkoord zich richt op déze verenigingen. Ik kan en wil me niet inbeelden dat de Vlaamse overheid alle verenigingen die zich verbinden op basis van hun etnisch-culturele identiteit plots vogelvrij zou verklaren, ook wanneer ze zich uitdrukkelijk inzetten in en voor onze samenleving. Ik kan en wil me niet inbeelden dat zelfs één meerderheidspartner immers deze veelbelovende kans op “bridging” wil hypothekeren of de mogelijkheden wil fnuiken om in alle diversiteit toch één Vlaamse gemeenschap te vormen. Dat gewelddadige extremisten, die onze warmte en openheid afwijzen, daarvoor niet worden gesubsidieerd kan toch moeilijk als nieuws worden beschouwd?
Of interpreteer ik deze beleidskeuze toch helemaal verkeerd en naïef? Zo ja, dan dreigt niet zozeer een hellend vlak, maar wel een afgrond. Dan pas dreigt er gevaar op segregatie en het breken met de Vlaamse gemeenschap. Dan worden alle verenigingen die zich vrijelijk rond één ideologie verenigingen, aangeschoten wild. De recente geschiedenis vertelt daaromtrent gruwelijke verhalen. Laat dat nooit gebeuren.
Lees ook: p>
– ‘Vlaamse middenveld moet zijn politieke functie weer voorop zetten’ p>
– ‘Het wantrouwen in het etnisch-cultureel middenveld getuigt van onwetendheid’ p>
– 10 vragen over migratie en integratie p>
– ‘Hoeveel generaties duurt het voor we een landgenoot met Marokkaanse roots als een autochtoon zien?’ p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier