Waarom scoort Vlaams Belang zo goed bij jongeren?
Terwijl de ene leraar zijn klas zag spijbelen voor het klimaat, ziet de andere zijn leerlingen dwepen met Dries Van Langenhove. Zijn onze jongeren aan het radicaliseren? En zullen ze straks ook zo stemmen? Een bericht vanaf de schoolbanken.
Woensdagmiddag 12.00 uur, het Groenendaalcollege in het Antwerpse district Merksem. Een stuk of honderd zesdejaars hebben hier net twee uur lang gedebatteerd met jonge politici. Lang genoeg, zou je denken, maar blijkbaar is een zevental jongeren wat op zijn honger blijven zitten.
Ze willen nog even doorpraten met Sam van Rooy, de jonge Vlaams Belanger die straks in de voetsporen moet treden van Filip Dewinter. Van Van Rooy willen deze jongeren nog weten waarom hij tijdens het debat alleen heeft gefocust op terreur door geradicaliseerde moslims.
‘Beseft u dat wij, moslims, ons ook bedreigd voelen? Die aanslag in Nieuw Zeeland, die kwam toch uit uw kamp?’
‘Dat is actie-reactie’, repliceert Van Rooy. ‘Een vicieuze cirkel.’
Een van de jongens, Hubert Tokpo, knikt. ‘Ja. Een vicieuze cirkel. En hoe denkt u uit die vicieuze cirkel te stappen, misschien?’
Buiten de grote steden ligt Vlaams Belang bij jongeren bijzonder goed in de markt.
Voor Van Rooy was het geen makkelijke ochtend geweest. De etnisch zeer diverse groep laatstejaars had hem tijdens het debat bestookt met vragen over migratie en islam. ‘In een multiculturele school vertrek je met een paar punten achterstand’, vertelt Van Rooy na afloop. ‘Net als vandaag zijn dat vaak heftige debatten. Maar je leert eruit. En in de meeste gevallen slaag ik er ook wel in om een paar jongeren voor ons verhaal te winnen.’
Zo ging het ook vandaag. Waar vooraf geen enkele leerling aangaf voor Vlaams Belang te zullen stemmen, behaalde de partij bij de eindstemming een score van 5 procent.
Gevechtsvliegtuigen
Gezien de context mag Van Rooy dat een succes noemen. Al verbleekt zijn resultaat naast dat van zijn linkse tegenpool, Jos D’Haese van de PVDA. D’Haese is districtsraadslid in Borgerhout, en weet hoe je een zo divers publiek moet bespelen. Als hem wordt gevraagd hoe hij het PVDA-voorstel om openbaar vervoer gratis te maken zal bekostigen, zegt hij dat de miljoenen die daarvoor nodig zijn peanuts zijn in vergelijking met ‘de miljarden die onze regering over heeft voor de gevechtsvliegtuigen waarmee ze Irak bombarderen’. Een daverend applaus is zijn deel.
D’Haese kwam, met 38 procent van de stemmen, als grote winnaar uit het debat. Alleen Thijs Verbeurgt, voorzitter van SP.A Mechelen, kwam met 28 procent nog een beetje in de buurt.
En Groen? Opmerkelijk genoeg lijkt het klimaatthema in deze school niet de grootste prioriteit te zijn. In de eindstemming behaalde de partij een schamele 3 procent. Ongetwijfeld had dat te maken met de onbekende, en duidelijk nog onervaren jonge politicus die de partij had afgevaardigd.
Maar er speelt ook iets anders.
In oktober vorig jaar werd in Pius X, een Antwerpse school met vooral leerlingen uit het meer gegoede zuiden van de stad, een vergelijkbaar debat georganiseerd. Groen, toen vertegenwoordigd door volksvertegenwoordiger Imade Annouri, behaalde toen liefst 52,5 procent van de stemmen. Jos D’Haese strandde er op twee, met een score van 21 procent. Hun groene engagement zouden de leerlingen van Pius X later ook tonen in de fameuze spijbelacties, waar ze massaal aan deelnamen.
Dat enthousiasme was opvallend minder groot in Merksem. ‘Ik denk dat er in totaal misschien vier leerlingen van onze school hebben gespijbeld’, vertelt zesdejaars Jacques Amoako. ‘In Pius X zitten vooral rijkere jongeren. Bij ons komen de leerlingen vooral uit de arbeidersklasse. Ze hebben een andere mentaliteit. Ze geloven niet dat spijbelen iets zal veranderen. Hun ouders hebben ook andere zorgen. Als je in een fabriek werkt, wil je vooral dat ze openblijft. De vraag of die fabriek vervuilt, is minder belangrijk.’
Op minstens één punt heeft Jacques gelijk. Zijn klasgenoten zitten er gemiddeld minder warmpjes in dan de leerlingen van Pius X. Zijn school ligt in het westen van Merksem, omringd door wijken met relatief lage inkomens en inwoners die in meer dan 70 procent van de gevallen andere roots hebben. Merksem is in snel tempo aan het verkleuren, en dat vertaalt zich ook in het stemgedrag. Net als het district Deurne wordt Merksem, langzaam maar zeker, linkser. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezing behaalde de N-VA in Merksem 37,8 procent, een daling van 4 procentpunten tegenover de vorige verkiezing, zonder dat Vlaams Belang daarvan kon profiteren. Opgeteld waren de linkse partijen goed voor 5 procentpunten winst, met dank aan de gestage opmars van de PVDA.
Als de stemming na het schooldebat een graadmeter is, hebben we het einde van die (radicaal)linkse opmars nog niet gezien. Omgekeerd ziet de toekomst voor radicaalrechts er in Merksem niet zo florissant uit. In 2006 behaalde Vlaams Belang in Merksem nog een monsterscore, ver boven de 40 procent. Sindsdien ging het alleen maar bergaf. ‘Dat mag niet verbazen’, zegt Sam van Rooy. ‘Kijk naar deze klas. Ze is door en door multicultureel. Jongeren uit Antwerpen, Borgerhout of Merksem zijn ofwel allochtoon, ofwel gewend aan een moskee op elke hoek van de straat. Gelukkig voor ons is Vlaanderen Merksem niet.’
Van Rooy beseft dat het wingewest elders ligt. In de aanloop naar de verkiezingen nam hij ook deel aan schooldebatten in het hinterland. Hij ontmoette er jonge Vlamingen die er totaal andere, maar daarom niet minder radicale politieke denkbeelden opna houden. Ter illustratie stuurt Van Rooy de resultaten van een schooldebat in een college in Geel. De N-VA behaalde er 56 procent, zijn partij werd tweede met 17 procent. Helemaal onderaan vinden we de PVDA, met 1 procent.
‘Zulke resultaten zie je ook na schooldebatten in kleinere steden zoals Aalst, Ninove, Sint-Niklaas of Kortrijk’, zegt Van Rooy. ‘Daar scoren we consequent goed, en komen we geregeld ook als winnaar uit de bus. Ik was deze week nog in een technische school in Kapellen, iets verder weg van Antwerpen. Mijn partij won overtuigend. Ik denk dat het te maken heeft met een vrees die daar ook bij oudere kiezers leeft: ze willen niet dat hun stad of gemeente wordt zoals Brussel of Antwerpen. Op die vrees spelen we ook in in onze campagne.’
Doodstraf
Conner Rousseau, de Oost-Vlaamse lijsttrekker voor de SP.A, heeft tijdens zo’n schooldebat weleens met Van Rooy gedebatteerd. Zo herinnert hij zich, eerder dit jaar, een debat in een bso/tso-school in Beveren. ‘Van Rooy kreeg al bij het binnenkomen een groot applaus’, vertelt Rousseau. De jonge socialist maakt zich sterk dat hij, ‘door duidelijk te maken dat hun oplossingen fabeltjes zijn’, een absolute walk-over voor het Vlaams Belang kon verhinderen. Maar Van Rooy won er wel, met 30 procent van de stemmen.
Volgens Rousseau is de tendens overduidelijk: buiten de grote steden ligt Vlaams Belang bij jongeren bijzonder goed in de markt. ‘Vandaag nog was ik op een debat waar een Vlaams Belanger voor de doodstraf pleitte. Hij kreeg luid applaus. Daar keek ik toch even van op. Ik zat hier acht jaar geleden zelf nog op de schoolbanken. Ik kan me niet voorstellen dat wij voor zo’n pleidooi hadden geapplaudisseerd.’
Hoe valt die rechtse wind te verklaren? ‘Je zou het merkwaardig kunnen noemen dat die tendens zich net vooral laat voelen in regio’s waar je veel minder migratie hebt’, zegt Rousseau. ‘Terwijl dat volgens mij net de belangrijkste verklaring is. Anders dan in de grote steden zijn deze jongeren niet in een superdiverse omgeving opgegroeid. Ik denk dat het vooral vrees voor het onbekende is.’
Volgens Rousseau is het zeker niet onmogelijk om die ‘radicale verleiding’ te tackelen. Hij verwijst naar een recent schooldebat met 500 leerlingen in de Sint-Carolusschool in Sint-Niklaas. Rousseau: ‘Iemand van de school had me vooraf gewaarschuwd: “Maak je geen illusies. Vlaams Belang is hier populair.” Toch heb ik de eindstemming gewonnen, weliswaar met een heel nipte voorsprong op Vlaams Belang. Het feit dat ik jong ben en hun taal spreek, zal zeker hebben geholpen. Ik durf er weleens een ” what the fuck” tussen te smijten. (lacht) Bovendien is mijn vriendenkring niet echt links. Ook dat helpt, als je met zo’n publiek in debat treedt. Je moet hun niet, zoals sommigen van mijn groene vrienden soms doen, komen vertellen dat migratie geen probleem is. Je moet erkennen dat migratie ook problemen met zich meebrengt. Maar je moet ook uitleggen dat de oplossingen van Vlaams Belang geen echte oplossingen zijn.’
Schild & Vrienden
Een uitgesproken afkeer van migratie en een groeiende sympathie voor Vlaams Belang. Marc (schuilnaam), een leraar die lesgeeft in een secundaire school in het Waasland, zegt dat hij er zowat dagelijks mee wordt geconfronteerd. ‘Ook in onze school doen we stemtests. Nog niet zo lang geleden waren de resultaten redelijk goed verdeeld tussen de partijen. Daar begon een jaar of drie geleden plots verandering in te komen. Ik herinner me dat een aantal leerlingen begon te dwepen met Theo Francken (N-VA). Maar en cours de route is de fakkel doorgegeven aan Vlaams Belang. Drie jaar geleden behaalde het VB in onze stemsimulatie nog twee of drie stemmen. Vorig jaar waren het er al een twintigtal. Een aantal van die jongens is toen hard tekeergegaan tegen meisjes die zich als SP.A-kiezers hadden geout. Ik zie bij die jongens – gemiddeld een viertal zesdejaars per klas – een soort algemene xenofobe houding. Dat vertaalt zich in het goedpraten van de brexit, supporteren voor Donald Trump, neerkijken op de lagere sociale klasse, lacherig doen over transgenders, en koketteren met Schild & Vrienden. In januari zijn een paar leerlingen van onze school naar een nieuwjaarsreceptie van Vlaams Belang gegaan. Het onderscheid tussen rebelse pose en diepe overtuiging is niet altijd makkelijk te maken.’
Volgens de leraar is de radicaalrechtse golf een haast exclusief mannelijke aangelegenheid. ‘Dat gedweep met rechts maakt zeker deel uit van een machocultuur. In veel gevallen gaat het over meeloperij. Groepsdruk. Erbij willen horen. Maar er zitten ook gasten tussen die angstaanjagend veel weten over Vlaamse geschiedenis, collaboratie en “alternatieve” krijgsgeschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Die harde kern valt volgens mij niet meer te bekeren. Ik vermoed dat ze zich informeren via rechtse sites zoals Sceptr en, vooral, sociale media. De Facebookpagina’s en Twitteraccounts van Dries Van Langenhove en Schild & Vrienden volgen ze op de voet. Andere meningen laten ze links liggen, waardoor hun radicale overtuigingen alleen maar worden versterkt. Ik vrees dat ik daar als leraar nog weinig vat op heb. Voor hen is elke vorm van weerwerk alleen maar een bevestiging van hun overtuiging dat wij, de school, hen willen indoctrineren. Het weerwerk komt ook niet van de andere, meer gematigde leerlingen. Ze gaan gewoon niet met hen in discussie.’
Jongeren die, soms opzichtig, dwepen met radicaalrechts: volgens Sam van Rooy is het een internationale trend. Hij kadert het verschijnsel in wat hij ‘de identitaire revival’ noemt. ‘Die revival zie je overal in de westerse wereld’, zegt Van Rooy. ‘Van Frankrijk over de Verenigde Staten en Oostenrijk tot in het Nederland van mijn goede vriend Thierry Baudet. In al die landen zie je jonge identitaire bewegingen, en daarmee samenhangend een groeiend succes van partijen die daar affiniteit mee hebben.’
Cijfers lijken dat te bevestigen. Kijk bijvoorbeeld naar Frankrijk. Uit peilingen in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in 2017 bleek dat de extreemrechtse Marine Le Pen en haar extreemlinkse tegenpool Jean-Luc Mélenchon afwisselend de populairste kandidaat waren bij kiezers tussen de 18 en de 24 jaar. 28 procent van de jongeren die voor het eerst naar de stembus mochten, gaf aan voor Le Pen te willen stemmen. Le Pen bleek, met een score van 17 procent, een stuk minder populair bij de 65-plussers.
Mogelijk is iets vergelijkbaars aan de hand in Vlaanderen. Volgens de laatste politieke barometer van de krant De Standaard en de VRT is de remonte van Vlaams Belang voor een belangrijk deel te verklaren door het succes bij jongere kiezers. Van de ondervraagden die aangaven voor die partij te zullen stemmen, was de belangrijkste groep – 39 procent om precies te zijn – tussen de 18 en de 34 jaar. De Vlaams Belangkiezer zou volgens die barometer zelfs iets jonger zijn dan die van Groen, een partij die 36 procent van haar stemmen haalt bij die ‘jongeren’.
Dat gedweep met rechts maakt zeker deel uit van een machocultuur. In veel gevallen gaat het over meeloperij. Groepsdruk. Erbij willen horen.
De tendens tekende zich ook af in een peiling voor de provincie Antwerpen, onlangs afgedrukt in Gazet van Antwerpen. Vlaams Belang behaalde een score van 15 procent. Een op de zes kiezers zou iemand zijn die voor het eerst gaat stemmen. De partij doet het ook hier net iets beter dan de nummer twee, opnieuw Groen.
Bubbel
De cijfers doen, net als de schooldebatten, vermoeden dat de Vlaamse jongeren meer nog dan de volwassenen verdeeld zijn in een links-ecologisch en een (radicaal)rechts kamp. Of die kampen vaak met elkaar in dialoog gaan, is maar de vraag. Sociaalmediagebruikers willen zoals bekend weleens in een filterbubbel belanden. (zie kader) Maar mogelijk dreigt de bubbel ook in de echte wereld. Politieke voorkeuren worden ook meebepaald door de plek waar je woont. Op het gevaar van de veralgemening af: in de grote steden wordt steeds linkser gestemd, in het hinterland steeds rechtser.
Neem opnieuw Frankrijk, en de laatste presidentsverkiezingen. In grootstad Parijs behaalde Marine Le Pen niet eens 5 procent van de stemmen. In alle Parijse arrondissementen werd ze overvleugeld door huidig president Emmanuel Macron of, vooral in het noorden van de stad, door Jean-Luc Mélenchon. Helemaal anders werden de kaarten geschud in de verre periferie rond Parijs. Daar was Le Pen, in alle departementen, de stemmenkampioen.
Min of meer dezelfde tegenstelling lijkt zich vandaag ook in Vlaanderen verder uit te diepen. Waar de rol van Vlaams Belang in steden zoals Gent, Leuven en Antwerpen uitgespeeld lijkt, kende de partij in kleinere centrumsteden in de periferie bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen een opvallend forse groei. Markante voorbeelden zijn Aalst (17,3%, plus 6,5), Turnhout (17,5%, plus 7,4), Sint-Niklaas (17,1%, plus 5,4) en Roeselare (15%, plus 5,9).
Zullen de jongeren die op 26 mei voor het eerst naar de stembus mogen die kloof tussen de ‘linkse grootstad’ en de ‘rechtse periferie’ nog vergroten? Is het gedweep met Dries Van Langenhove een soort speelplaatsrage, of de veruitwendiging van een duurzame ‘identitaire revival’?
Marc, de leraar uit het Waasland, zegt dat hij er weleens wakker van ligt. ‘Natuurlijk vormen die rechtse jongens op onze school een minderheid. Wij hebben hier ook progressieve jongeren, bijna allemaal sympathisanten van Groen. Maar ik merk wel dat het er steeds minder worden. En dat ze nog maar zelden hun mond opentrekken. Het gematigde centrum lijkt intussen te verdwijnen. Ik maak me daar zorgen over, ja. Ook aan de uiterst linkse zijde zie ik onverdraagzaamheid, onvermogen om naar elkaar te luisteren en radicalisering. Ik vind die polarisering behalve verontrustend ook merkwaardig. Omdat ze, historisch bekeken, atypisch is. De geschiedenis leert dat mensen vooral naar extremisme neigen als het economisch minder goed gaat. Ik hou mijn hart vast voor wat er zal gebeuren als deze generatie met een echte crisis wordt geconfronteerd.’
Lola Segers, 18: ‘De klimaatmars was een overweldigende ervaring’
Lola Segers (18) twijfelt er niet aan. Haar eerste stemmen zullen gaan naar Groen. Lola, die in Borgerhout woont, tekende al present bij de eerste spijbelactie voor het klimaat. Sindsdien heeft ze nauwelijks een donderdag overgeslagen. ‘Die eerste keer zal ik nooit vergeten. Het was een gevoel van rebellie. Van macht ook. Plots stond het klimaat hoog op de politieke agenda. Het was een overweldigende ervaring, die helemaal onder mijn huid gekropen is. Sindsdien is het voor mij een belangrijke wekelijkse afspraak.’
Was je al vóór de protesten met het klimaat bezig?
Lola Segers: Ik at al drie jaar geen vlees meer, onder meer omdat ik me bewust was van de impact op het klimaat. Maar die protesten hebben dat bewustzijn nog veel scherper gemaakt. Sindsdien neem ik geen bad meer, ben ik veganist en probeer ik mijn afval te beperken. Uiteindelijk is dat het enige wat ik echt kan doen. De macht die ik heb gevoeld tijdens die protestmarsen is wel omgeslagen in een gevoel van onmacht. Concreet heeft ons protest nog niets opgeleverd.
Hoe kijk je aan tegen Dries Van Langenhove en zijn Schild & Vrienden?
Segers: Ik vind het moeilijk om te begrijpen dat mensen die in hetzelfde land zijn opgegroeid als ik zo totaal anders kunnen denken. Waarschijnlijk heeft het verschil te maken met de plek waar ik woon. Al heel mijn leven woon ik in een stad die heel multicultureel is, en kom ik met andere culturen in contact.
Volg je de politiek?
Segers: Niet echt fanatiek, maar ik probeer wel mee te zijn. Volgens mijn vader hebben de klimaatmarsen mijn politieke bewustzijn wakker geschud. Ik denk dat hij gelijk heeft.
Heb je zelf politieke ambitie?
Segers: Ik discussieer graag, ik neem graag de leiding en zou heel graag iets veranderen aan het systeem. Tegelijk schrikt het systeem me af. Politiek werkt traag. Dat is oké, want het behoedt ons voor politieke stommiteiten. Maar ik vrees dat de traagheid me zou frustreren.
Hoe zie je je toekomst?
Segers: Ik wil dokter worden. Als het lukt.
Gilles Buls (17): ‘Klimaatbrossers zijn politiek gestuurd’
Gilles Buls (17) woont in Brecht, een eerder landelijke gemeente 30 kilometer ten noordoosten van Antwerpen. Hij heeft een duidelijke voorkeur voor Vlaams Belang, een partij waar hij zich later graag voor zou engageren.
Wat spreekt je in die partij aan?
Gilles Buls: De slogan van Vlaams Belang is ‘Eerst onze mensen’. Dat is volgens mij een kwestie van gezond verstand. Het is niet meer dan normaal dat een land zijn eigen volk op de eerste plaats zet. Een moeder zet haar kind toch ook voorop, ondanks alle andere belangen? Ik vind dat het tijd wordt dat mensen worden wakker geschud uit de linkse utopie waar bijvoorbeeld multiculturaliteit als een verrijking wordt voorgesteld. Vlaams Belang brengt de realiteit naar voren: de multiculturele samenleving is geen rozengeur en maneschijn.
Hoe sta je tegenover Schild & Vrienden. Ben je lid?
Buls: Die vraag lijkt me irrelevant in het licht van mijn politieke keuze. Schild & Vrienden is een groepering die zich niet politiek engageert en zich inzet voor onze toekomst. Dat kan ik alleen maar toejuichen. Hun acties zijn ook positief. Ze ruimen bijvoorbeeld straatvuil op in Vilvoorde, doneren bloed en helpen ouderen. Een betere vraag zou zijn of ik word geviseerd vanwege mijn politieke keuze. Daar kan ik wel even over doorgaan.
Heb je de Pano-reportage over Schild & Vrienden bekeken?
Buls: Twee keer. Ik heb enkele korte fragmenten ook herbekeken. Ik vind het positief dat jongeren zich groeperen en zich engageren voor onze toekomst.
Hoe sta je tegenover de klimaatbrossers?
Buls: Ik ben er bijna zeker van dat dit politiek gestuurd is. Heel het land was zich aan het verzetten tegen het Marrakeshpact en toen, uit het niets, kwamen de klimaatmarsen tevoorschijn. Ik ben ervan overtuigd dat dit is ontstaan om het rechtse verzet uit de schijnwerpers te halen. Aan de andere kant vind ik het wel mooi dat veel jongeren zich verenigen om verandering teweeg te brengen. Maar moest dat tijdens de schooluren?
Wat zijn je ambities?
Buls: Ik volg momenteel de opleiding lichamelijke opvoeding en sport. De volgende jaren wil ik verder studeren, vermoedelijk politieke wetenschappen.
Verkiezingen 2019
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier