Tom Lemahieu
‘Waarom pakken we vandaag niet de échte problemen rond vrijwilligerswerk aan?’
Van vrijwilligerswerk voor commerciële bedrijven tot de hindernissen die asielzoekers en werklozen moeten overwinnen om vrijwilligerswerk te doen. Aldus Tom Lemahieu, lector sociaal-cultureel werk aan Howest.
Het is voorspelbaar, tijdens de Week van de Vrijwilliger – dit jaar 4 tot 12 maart – pakken politici en organisaties meer dan anders uit met waardering, nieuwe initiatieven en innovatieve ideetjes rechtsreeks of onrechtsreeks verbonden met vrijwilligerswerk.
Dit jaar lijkt de oogst zelfs groter dan andere jaren. Dat kan te maken hebben met het feit dat meerdere ministers onlangs initiatieven lanceerden: federaal minister Maggie De Block deed dat met de aanpassing van enkele elementen van de vrijwilligerswet, Vlaams minister Sven Gatz met een actieplan gecoördineerd vrijwilligersbeleid en Vlaams minister Philippe Muyters met een apart statuut voor sportbegeleiders – het laatste heeft overigens eigenlijk niets met vrijwilligerswerk te maken.
Waarom pakken we vandaag niet de échte problemen rond vrijwilligerswerk aan?
De initiatieven passen natuurlijk binnen het actueel maatschappijbeeld. Steeds vaker zijn het vrijwilligers die op verschillende vlakken en in verschillende organisaties effectief het verschil maken.
Het is een platgetreden pad vandaag, het belang van het vrijwilligerswerk kan niet genoeg onderstreept worden. Om die reden is het iedereen gegund de pers te halen met eender welk initiatief dat het vrijwilligerswerk positief ondersteunt. Op die manier rolt ook het vrijwilligerswerk weer even in de kijker.
Maar…
Wat is het toch jammer dat het wetsontwerp van minister De Block dat de vrijwilligerswet wil aanpassen vooral zaken aanpakt die – excusez le mot – niet echt de kern uitmaken van de problemen van vrijwilligers of de wet zelf.
Optimisten zullen stellen dat elke stap vooruit een stap in de goede richting is. Maar is dat niet al te optimistisch?
Vandaag moeten werkloze vrijwilligers nog steeds een aanvraag doen bij de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, nvdr), zijn vrijwilligers in feitelijke verenigingen (zonder personeel, zonder koepel, …) minder immuun en dus meer aansprakelijk dan andere vrijwilligers, zijn er nog steeds mensen die een toestemming van Fedasil (Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers, nvdr) nodig hebben om maatschappelijk belangrijke vrijwilligerstaken te mogen uitvoeren, moet de ene organisatie wel een vrijwilligersongevallenverzekering hebben en de andere niet.
Het valt te hopen dat de uiteindelijke aanpassing van de wet ook dié uitdagingen zal aanpakken. Het betreft vooralsnog nog een wetsontwerp dus er is in zekere zin nog hoop. En wie het advies van de Hoge Raad voor Vrijwilligers of het actieplan gecoördineerd vrijwilligersbeleid gelezen heeft, kan zich niet inbeelden dat dit de laatste wijziging aan de vrijwilligerswet zal zijn.
Vrijwilligerswerk?
Sommige initiatieven hebben zelfs niets met vrijwilligerswerk te maken, maar worden er toch vandaag aan gelinkt. Minister Muyters lanceerde een statuut voor semi-agorale sportbegeleiders. Op die manier kunnen – onder de term vrijetijdswerk – trainers, coaches, scheidsrechters op een legale wijze verloond worden.
De minister noemde dit nieuwe statuut een tegemoetkoming voor de talloze vrijwilligers in de sportsector. De minister bedoelde natuurlijk dat de clubs niet langer aangewezen zullen zijn op het vergoeden binnen een zwarte of grijze zone, op het onterecht vergoeden van deze prestaties via het vrijwilligersstatuut.
Sommige initiatieven hebben zelfs niets met vrijwilligerswerk te maken, maar worden er toch vandaag aan gelinkt.
Wat een gemiste kans was dit van de minister om de prestaties van vrijwilligers en freelancers (semi-agorale krachten, vrijetijdswerkers) duidelijk van elkaar te scheiden.
Ik pleit op diverse fora al jaren voor een zuivere benadering van vrijwilligerswerk, ik durf binnenskamers zelfs zeggen dat het onterechte gebruik van de vrijwilligersvergoeding ongetwijfeld de grootste uitdaging is voor de vrijwilligerswet. En dan is het uitgerekend de minister van Werk die het bewuste misverstand verder voedt, uitgerekend op het moment dat hij een nieuw statuut lanceert dat misbruik moet tegengaan.
Wat buiten de sport?
Mag ik in de marge hiervan trouwens mijn verbazing uitspreken over het feit dat de conceptnota rond vrijetijdswerk – een initiatief van de Vlaamse regering – zich enkel richt op de sportsector? Wat met diezelfde semi-agorale medewerkers in de cultuursector, het sociaal-cultureel volwassenenwerk, de amateurkunsten? Als de Vlaamse regering dan toch wil wegen op federale bevoegdheden, is het hoogst verbazend dat ze zich daarvoor beperkt tot één sector.
Heel wat mensen zullen smalend opperen dat andere sectoren hun karretje willen vasthaken aan het statuut, dat is een logische reactie. Maar de onderzoekers die het statuut uitwerkten, stellen in hun rapport zelf dat het ontwerp – qua onderliggende doelstellingen en principes en wat zeer veel algemene regels betreft – ook kan worden toegepast in de ruimere non-profitsector. Ook hier zou ik dus durven spreken over een gemiste kans.
Onbetaalde werknemers
De grootste verbazing van deze vrijwilligersweek moet nog komen. In de loop van deze week lanceerde ook Bellewaerde, het pretpark nabij Ieper, een oproep voor vrijwilligers. Dit commerciële bedrijf – daarover zal geen twijfel bestaan – wil vrijwilligers werven om ‘bezoekerspraatjes’ – een populaire term voor een educatief verantwoorde uitleg – te houden bij de kooien van de dieren.
In de pers haalt Bellewaerde aan dat de vaste dierenverzorgers geen tijd hebben om de bezoekers een educatieve toelichting te geven. Ook jobstudenten zijn volgens het bedrijf niet geschikt omdat ze geen volledig seizoen mogen werken – de beperkingen van het statuut van jobstudenten.
Wat Bellewaerde doet is een flagrante en schaamteloze uitholling van het vrijwilligersstatuut.
Resultaat? Het bedrijf werft vrijwilligers aan – weliswaar via een vzw, al blijkt dat op geen enkele manier uit pakweg de vacature op de website van Bellewaerde of uit een interview in de pers – die in ruil voor een vrijwilligersvergoeding en een pretparkabonnement een taak opnemen waarvoor het personeel geen tijd heeft en waarvoor het pretpark geen jobstudenten wil aanwerven. Dit is een flagrante en schaamteloze uitholling van het vrijwilligersstatuut.
In een reactie op een tweet die ik hierover de wereld instuurde liet het park weten dat ik recht heb op een eigen mening maar dat de oproep gaat over ‘bezoekerspraatjes’ en niet over de administratieve molen erachter.
@tomlemahieu U heeft steeds recht op een eigen mening. Boodschap gaat over vrijwilligers voor bezoekerspraatjes, niet de administratieve molen erachter.
— Bellewaerde (@Bellewaerde) 9 maart 2017
Ik vind het feit dat Bellewaerde vrijwilligers werft via een vzw echt geen overtuigend argument. Integendeel, het oprichten of engageren van een juridische entiteit naast een commerciële vennootschap strookt niet met de doelstellingen van de vrijwilligerswet. Het mag duidelijk zijn, de definitie van vrijwilligerswerk is nog niet voor iedereen duidelijk.
Vrijwilligers zijn op veel vlakken het cement van de samenleving. Ze moeten gewaardeerd worden. Net daarom verdienen ze het ook om een smetteloos en zuiver statuut te hebben, zonder ruimte voor misbruik of uitholling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier