Wies De Graeve
‘Waarom ons land de Soedanese identificatiemissie meteen moet stopzetten’
Directeur Wies De Graeve van Amnesty International noemt verscheidene redenen waarom de regering de samenwerking met de Soedanese overheid om mensen zonder papieren in ons land te identificeren om ze eventueel terug te sturen, stop moet zetten. ‘Het is de Belgische overheid die zelf geval per geval moet onderzoeken en nagaan of iemand gevaar loopt bij een gedwongen terugkeer.’
Vraagstukken rond asiel en migratie zijn vaak ingewikkeld. Zwart-witantwoorden zijn zelden de juiste en de nood aan nuance is groot. Dat geldt vooral voor de kwestie van de mensen zonder papieren in en rond het Maximiliaanpark. Maar over sommige zaken kunnen we heel duidelijk zijn. De ‘grootste identificatiemissie ooit’ uit Soedan die de Belgische regering bij monde van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) met open armen ontvangt, moet meteen worden stopgezet.
De hulp van de Soedanese autoriteiten is ingeroepen om mensen zonder papieren te identificeren, meer bepaald de mensen die momenteel proberen overleven in en rond het Maximiliaanpark in Brussel. Dat probleem moet van de baan voor de winter. Mensen zonder papieren moeten het land uit worden gezet. En daarvoor blijken alle middelen goed. De samenwerking met de Soedanese overheid brengt mensen in gevaar, toont een houding die erg losjes omspringt met mensen en hun rechten en gaat in tegen de geest van het Vluchtelingenverdrag.
Waarom ons land de Soedanese identificatiemissie meteen moet stopzetten
De mensenrechtensituatie in Soedan is heel problematisch. De Soedanese president Omar al-Bashir werd voor het Internationaal Strafhof aangeklaagd voor genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid tijdens het conflict in Darfoer tussen 2003 en 2008. Hij is nog steeds aan de macht. Conflicten woeden voort in Darfoer, Blauwe Nijl en Zuid-Kordofan. De impact op burgers is enorm, zowel qua directe slachtoffers als door het gebrek aan humanitaire hulp en toegang tot basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs. Alle partijen bij het conflict maakten zich schuldig aan ernstige inbreuken op de mensenrechten.
Niet alleen de oorlog zorgt voor mensenrechtenschendingen. De Soedanese Nationale Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (NISS) heeft zeer uitgebreide bevoegdheden. Die dienst – die betrokken was bij identificatiemissies in andere landen – foltert en mishandelt gevangenen dat het een lieve lust is en geniet daarvoor totale straffeloosheid. De president kreeg in 2015 ook nog de controle over wie de plak zwaait in het juridische, militaire en parlementaire apparaat. Dat heeft elke rem op de repressie in het land weggenomen: mishandeling, arbitraire vervolging, straffeloosheid en onderdrukking van elke dissidentie regeren.
Het zijn de vertegenwoordigers van dat regime die nu vrije hand krijgen om in Brussel hun landgenoten te identificeren. En ongetwijfeld krijgt de gevreesde NISS alle informatie die daarbij wordt gesprokkeld. De risico’s voor die mensen zelf én voor hun familie in Soedan zijn groot.
Want gedwongen terugkeer houdt wel degelijk een veiligheidsrisico in voor bepaalde Soedanezen. Dat geldt bijvoorbeeld voor mensen die afkomstig zijn uit conflictgebieden en die dreigen te worden verdacht van rebellie. En voor dissidenten en opposanten van het regime.
Het is de Belgische overheid die zelf geval per geval moet onderzoeken en nagaan of iemand gevaar loopt bij een gedwongen terugkeer
Nu, de Belgische overheid kan op dit ogenblik niet weten of er onder de onder de aangehouden personen mensen zijn die zo’n risico lopen, of niet. En België kan nu niet weten wat de gevolgen zullen zijn voor hun familieleden in Soedan, en voor henzelf, eens ze op de luchthaven in Soedan aan de autoriteiten zijn overgedragen. Dat is een reden te meer om deze mensen niet te confronteren met een Soedanees identificatieteam. Het is de Belgische overheid die zelf geval per geval moet onderzoeken en nagaan of iemand gevaar loopt bij een gedwongen terugkeer.
België is niet het eerste land dat de hulp van de Soedanese overheid inschakelt om personen te identificeren en gedwongen terug te brengen naar Soedan. En daaruit kunnen we leren. In januari 2016 interviewde Amnesty International twaalf Soedanezen die waren teruggestuurd uit Jordanië. Na aankomst in Khartoem werden zij door agenten van Veiligheidsdienst (NISS) gearresteerd, ondervraagd over hun afkomst en beschuldigd van rebellie. Ze zouden de reputatie van Soedan hebben beschadigd. Ze verklaarden dat ze werden geslagen en gemarteld. Ook soortgelijke gedwongen terugkeer uit Italië bleek in ons onderzoek heel problematisch.
Bovendien zal iemand die, om welke reden dan ook, tot nu toe geen asiel heeft gevraagd in België, maar wel degelijk een risico op vervolging loopt, niet geneigd zijn om dat alsnog te doen, wanneer hij zich in ons land geconfronteerd ziet met zijn onderdrukker. De kans dat mensen alsnog asiel zouden vragen, wordt daardoor wel erg klein.
Kortom: door een Soedanees identificatieteam in te schakelen, dreigt België het verbod op refoulement te schenden. Dat zegt dat België onder geen beding mensen mag dwingen terug te keren naar een situatie waar het risico reëel is dat zij het slachtoffer worden van ernstige mensenrechtenschendingen. Die voorwaarde staat los van de vraag of de persoon in kwestie asiel aanvraagt of verkrijgt.
De beleidsbeslissing om met de Soedanese overheid samen te werken om mensen zonder papieren in ons land te identificeren om ze terug te sturen, is een slecht plan dat snel terug opgeborgen moet worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier