Harry De Paepe
‘Waarom niet gaan voor een echt federalisme?’
Harry De Paepe van Doorbraak las de oproep van Kristof Calvo (Groen) voor meer federalisme en reikt de voorman van Groen de hand. ‘Ik hoop dat de Vlaamse partijen aan tafel gaan zitten en in een zevende staatshervorming alles bespreekbaar maken.’
Het belgicisme kent een bescheiden remonte. Terwijl de N-VA worstelde met een morrende Vlaams-nationale achterban brachten de politicologen Dave Sinardet (VUB), Jérémy Dodeigne en Min Reuchamps (beiden UCL) een studie uit die aantoont dat een meerderheid van de parlementsleden voor de herfederalisering van verschillende bevoegdheden is. De zesde staatshervorming is een staatshervorming teveel, klinkt het nu. ‘Als er nog bevoegdheden verschuiven, dan mag dat in de andere richting, terug naar het federale niveau’, stelde Dave Sinardet in De Standaard (25 januari 2015). Twee dagen ervoor interviewde Marc Reynebeau in dezelfde krant de historicus Bruno De Wever die claimde dat ‘België in vele opzichten een functionele en transparante staat’ is.
Droomfederalisme
Op dezelfde kar sprong Kristof Calvo van Groen in een opiniestuk in dezelfde ooit zo flamingante krant met de welluidende titel ‘Federalisten, kom uit de kast’. Daarin stelt de politicus dat ‘Vlaams-nationalisten, binnen en buiten de politiek’ geen plan hebben. Hij roept zijn collega-federalisten in het parlement uit alle partijen op om uit de kast te komen en daarbij doet hij enkele voorstellen. Zoals te verwachten legt hij zijn ambitie voor een federale kieskring weer op tafel. Daarnaast roept hij de Vlaamse partijen op om hun politieke krachten over de taalgrens heen te bundelen zoals de groene fractie dat al doet.
‘Waarom niet gaan voor een echt federalisme?’
Ik ben het idee van Calvo niet ongenegen. Inderdaad, waarom niet gaan voor een echt federalisme? De communautaire debatten verlammen ons land nu al zo lang en net als iedereen ben ik dat moe. Daarom hoop ik dat de Vlaamse partijen aan tafel gaan zitten en in een zevende staatshervorming alles bespreekbaar maken. Echt alles. Als speerpunt bij het onderhandelingspakket moet men dan maar dat ondemocratische systeem van de grendelgrondwet eens opruimen.
Weg met de grendels
In de grondwetsherziening van 1970-1971 werden de zogenaamde ‘grendelwetten’ ingevoerd. Ze moeten de Franstalige minderheid beschermen tegen de Vlaamse meerderheid. Dat betekent dat drie vierde van de parlementsleden van een bepaalde taalgroep een motie kan indienen waarin ze verklaren dat een bepaalde wetsverandering de relatie tussen de gemeenschappen in gevaar brengt. Het is een oude Franstalige eis – van begin jaren 1920 al – gebaseerd op angst en wantrouwen. Beeld je de stemming van het vastleggen van de taalgrens in 1962 in met die wetgeving. Of stel je de goedkeuring van de taalwetten van de jaren 1930 even voor met zo’n alarmbel. Ze waren er gewoonweg niet gekomen. De Franstalige christendemocraat Pierre Wigny – de man op wiens voorstel de procedure in 1971 werd ingevoerd – noemde het gebruik ervan zelf ‘een gevaar voor de eenheid van het land’. Tot nog toe is de alarmbelprocedure tweemaal gebruikt en de dreiging om het te gebruiken heeft de regering Martens VIII genekt. (De eerste keer was tegen de fusie van twee Limburgse hogescholen en de tweede keer tegen de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.) De daders waren telkens Franstalige parlementsleden.
Rechtgeaarde federalisten als Kristof Calvo kunnen alleen maar beamen dat deze ondemocratische wetten eruit moeten. Indien we toch allemaal Belg zijn dan is er toch geen enkel bezwaar? Geef toe, functioneel en transparant is dat toch niet allemaal.
Echt federalisme
Sinds de jaren 1970 onderhandelen de Franstalige partijen met de Nederlandstaligen telkens met de dreiging van de grendels op de achtergrond. Zolang deze wetten van kracht zijn, kan er geen federale kieskring bestaan. Deze ‘monsterlijke’ wetten tonen aan dat er geen eenheid in België is, maar dat er een diep politiek wantrouwen leeft. Ondanks de veelvuldige liefdesbetuigingen en lofzangen dat we ‘allemaal Belgen zijn’ eiste en gebruikte de Franstalige minderheid de grendels. Om het met mijn Doorbraakkompaan Jean Pierre Rondas te zeggen: ‘We leven in ‘een afgegrendelde democratie’. En met die wetenschap in het achterhoofd klinkt de oproep van Vlaams minister-president Geert Bourgeois op de nieuwjaarsreceptie van de Vlaamse Volksbeweging -‘ Ik ben overigens de mening toegedaan dat de grondwet in 2019 voor herziening vatbaar moet zijn.’ – als de oproep van een politieke eunuch. In 1970 werden ‘de ballen’ van de Vlaamse meerderheid immers achteloos weggesneden.
De ondernemer Nicolas Saverys pleitte in 2011 in Trends voor een unitair België, nieuwe stijl: ‘Een federale kieskring waarbij de politici verantwoording moeten afleggen aan alle burgers van het land. De meerderheid regeert, zonder dubbele meerderheden, grendels en paritaire structuren. Vlaamse politici kunnen dan samen met Waalse collega’s die rijp zijn voor een efficiënt staatsbestel grondige hervormingen uitvoeren.’
Dat is echt federalisme. Kan u die ambitie eens tonen, meneer Calvo?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier