Jonas Naeyaert
‘Waarom mogen wij, burgers, niet meehelpen aan onze veiligheid?’
Liever dan een politiestaat in te voeren, is een versoepeling van individueel wapenbezit misschien een antwoord op de ongrijpbare terreurdreiging. Dat schrijft hoofdredacteur van nieuwssite Sceptr.net Jonas Naeyaert. ‘Eén moedige burger kan het verschil maken.’
Op dinsdag 20 juni werd Brussel opnieuw opgeschrikt door een aanslag. Die aanslag mislukte evenwel. De would-beterrorist slaagde er niet in om zijn slecht gemaakte spijkerbom volledig te doen afgaan en werd vervolgens uitgeschakeld door een aanwezige militair. Oef. In de media en in de politiek was opluchting en lof voor onze soldaten alom. ‘Laat ons eerlijk zijn: er hadden veel ergere dingen kunnen gebeuren’, liet minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) optekenen. ‘Dank aan onze militairen’, tweetten premier Charles Michel (MR) alsook minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). Kamerlid Valerie Van Peel (N-VA) was wel heel enthousiast en zei: ‘Man, ik kus vandaag iedere militair die ik tegenkom.’
Dank aan onze militairen, personeel van @NMBS en veiligheidsdiensten voor hun professionalisme en moed. Morgen 9h Nationale Veiligheidsraad
— Charles Michel (@CharlesMichel) 20 juni 2017
Waarom mogen wij, burgers, niet meehelpen aan onze veiligheid?
De pro-militaire euforie duurde evenwel niet lang. Sammy Mahdi, de jongerenvoorzitter van CD&V, herhaalde dat militairen niet op straat horen omdat ook agenten de geflopte islamistische terreurzaaier konden uitschakelen.
In theorie geen loze bewering. Echter, de wetten van geld en capaciteit vertellen een ander verhaal. Onze buurlanden hebben naar verhouding meer politiemensen, weet de politievakbond VSOA. Criminoloog Brice De Ruyver (UGent) duwde ook in de zere wonde: ‘Veel geld voor de politie gaat naar overhead-kosten.’ Van schaalvoordelen is veel te weinig sprake. De politiek zet wel in op extra rekrutering, maar de gevolgen ervan zijn nog niet meteen voelbaar. Met andere woorden: de inzetbaarheid van de huidige politiemacht is te klein om te voldoen aan de huidige veiligheidseisen (van terreurniveau 3: ‘ernstig’). Bovendien kunnen agenten polyvalenter worden ingezet, bijvoorbeeld voor recherchetaken. Soldaten niet.
Het morele vraagstuk dat velen waaronder Sammy Mahdi zorgen baart is echter niet de effectiviteit of efficiëntie van soldaten op straat. Daar valt over te discussiëren, maar in de huidige context zijn er simpelweg te weinig agenten. Punt.
Het vraagstuk gaat er wellicht veel meer over of het wel ethisch wenselijk is dat soldaten politietaken uitvoeren. ‘Er is een reden waarom men leger en politie scheidt. Het ene bevecht de vijanden van de staat, het andere dient en beschermt het volk. Wanneer het leger beide taken opneemt, dan neigen de vijanden van de staat het volk te worden’, aldus commandant William Adama uit de fictieserie ‘Battlestar Galactica.’
We vinden het ietwat ongemakkelijk om mannen in camouflagepak te zien in een civiele setting. We vertrouwen ‘onze jongens’ wel, zien zelfs in waarom ze ingezet moeten worden, maar er lijkt iets niet te kloppen, los van onze absurde veiligheidssituatie an sich.
Cowboys, Indianen en waakzame burgers
De recente aanslagen zullen de laatste niet zijn. Willen we als antwoord een politiestaat, of een andere kijk op individueel wapenbezit?
Thomas Hobbes wist het al in de 17de eeuw: de eerste verantwoordelijkheid van een staat is de veiligheid garanderen van haar burgers. Het concept staat thans onder druk. Waar we vandaag mee kampen is geen ordinaire misdaadgolf, noch een tastbaar vijandig leger aan onze grenzen. We hebben te maken met een moeilijk grijpbare vijand: een militant islamisme beleefd door sommigen van onze burgers.
We moeten ons geen illusies maken: de combinatie van demografische druk bij ons, de westerse militaire aanwezigheid in het Midden-Oosten, de intrinsieke agressiviteit van een radicale islam, garanderen dat de aanslagen in Parijs, Brussel, Berlijn enzovoorts helaas niet de laatsten zullen zijn.
Een staat in het Midden-Oosten bevindt zich in een ver gevorderd stadium van zo’n terreurdreiging. In Israël vinden heel regelmatig aanslagen plaats. Soms met raketten, vaak ook met messen en wagens zoals bij ons. Echter, frequent worden zo’n aanslagen gestopt door gewapende burgers en hun alertheid. Brave burgers zonder strafblad die dienden in het Israëlische leger of in een risicovol grensgebied wonen mogen dan ook volgens de Israëlische wapenwet veel eenvoudiger een wapen bezitten.
Wapencultuur of een semi-politiestaat?
Ligt daar dan soelaas? Een recept van een land in conflict in het Midden-Oosten? Wel, Robert Noble – secretaris-generaal van Interpol – lijkt hierin alvast te geloven. Na de bloedige aanslag op de Westgate-shopping in de Keniaanse hoofdtad Nairobi van 2013, uitgevoerd door de islamistische terreurgroep Al-Shabab, zei Noble dat er twee oplossingen zijn voor dreigingen waarbij zogenaamde ‘soft targets’ het doel zijn. Ofwel moeten er overal veilige en bewaakte perimeters ingesteld worden, ofwel moeten burgers wapens kunnen dragen zodat ze zichzelf kunnen beschermen.
Vooraleer u, in een bezorgde reflex, meent direct te moeten kiezen voor het eerste, denk even na over wat dit precies inhoudt. Is een staat die elke publieke bijeenkomst militair of politieel bewaakt, camera’s op elke hoek onderhoudt en surveillance op elke site uitvoert – lees: een samenleving die richting een politiestaat evolueert – zoveel wenselijker dan uw buur die een wapen draagt? Tijdens de aanslag in Londen begin juni wist een voetbalfan van Milwall met louter zijn blote vuisten drie gewapende terroristen op te houden zodat tientallen mensen konden ontsnappen. Een ware heldendaad. Eén burger met een moedige inborst kon en kan het verschil maken.
Vertrouwen wij politiemensen enkel met een wapen als een uniform aanhebben? Dat lijkt wat arbitrair.
Versta mij niet verkeerd, een verregaande liberalisering van wapenbezit in combinatie met ons gebrek aan wapencultuur zou vooral ongelukken uitnodigen. Mijn buur mag dan wel een braverik zijn, is hij of zij wel vaardig en verantwoordelijk met wapens? Alles begint echter met een groter overheidsvertrouwen in onze eigen burgers, zeker in diegenen die reeds dienst leverden bij ordediensten zoals politie en leger. Vertrouwen wij die mensen dan enkel met een wapen als ze speciale kleren – een uniform – aanhebben? Dat onderscheid lijkt wat arbitrair te zijn.
En zo’n gezonde wapencultuur is geen science fiction. In Zwitserland heeft de staat een grote vertrouwensrelatie met haar burgers die afwijkt van hoe andere landen nadenken over het geweldsmonopolie. Deze kleine, trotse natie heeft haar vrijheid reeds vroeg in de middeleeuwen afgedwongen door relatief eenvoudig wapentuig (eertijds de piek) te combineren met verantwoordelijke burgers (de Zwitsers). Die traditie en veiligheidsgarantie is tot op vandaag behouden. Mannelijke Zwitsers doen hun dienstplicht in het Zwitserse leger en kunnen na hun dienst hun wapen, een volautomatisch geweer, gewoon thuis houden. Elk jaar worden er door de overheid gesponsorde oefeningen gehouden, waardoor burgers verantwoord en effectief blijven omgaan met dat tuig. Kinderen kunnen er zelfs vanaf 12 jaar vertrouwd gemaakt worden met de basiszaken.
Als ik aan Zwitserland denk, denk ik aan Alpen, jodelaars, lederhose, sympathieke mensen en vooral een veilig land. Niet het Wilde Westen.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier