Fernand Keuleneer
Waarom moet euthanasie voor jongeren met de karwats door het parlement?
Advocaat en opiniemaker Fernand Keuleneer pleit voor enige rationaliteit in het euthanasiedebat.
Ik las met aandacht de bijdrage “Angst voor het onbekende” van Minister van Justitie Annemie Turtelboom over euthanasie voor minderjarigen (DS, 4 februari). Ik trek niet in twijfel dat de overtuiging die zij erin uitdrukt oprecht en nobel van intentie is. Maar dat maakt haar pleidooi niet minder problematisch.
Er bestaat geen discussie over dat elk medisch handelen tot doel moet hebben om daar waar mogelijk genezing te brengen, en in alle omstandigheden pijn en lijden zoveel mogelijk te verlichten. Wanneer genezing niet meer mogelijk en de dood nabij is, moet de geneeskunde er het zijne toe bijdragen dit heengaan in de best mogelijke omstandigheden te laten gebeuren, zonder pijn. Zulks kan zeker vereisen dat nutteloze of disproportionele behandelingen worden stopgezet of niet worden begonnen, ook al zou dit een verkorting van het leven met zich meebrengen.
Maar beslissen om opzettelijk de dood te veroorzaken “op verzoek” is een beslissing van een andere orde. Dit is zeker zo als het om minderjarigen gaat. Dat in het wetsontwerp het akkoord van elk van beide ouders vereist wordt, is daarvan wel het beste bewijs, temeer omdat men zich kan afvragen of die tussenkomst van derden wel verenigbaar is met het principe van de zelfbeschikking, dat aan de basis ligt van de wet van 2002 op de euthanasie.
Over euthanasie kan men uiteenlopende opvattingen hebben. Er zijn voorstanders van het niet-bestraffen van euthanasie onder welbepaalde controleerbare voorwaarden. Er zijn ook voorstanders van “euthanasie” op eenvoudig verzoek, wat dan al snel evolueert tot een fundamenteel recht op bijstand van de maatschappij bij een zelfgekozen levensbeëindiging op om het even welk ogenblik. In het tweede geval zal de wet er anders uitzien dan in het eerste. Dergelijke verregaande ingrepen, ja zelfs omwentelingen in een rechtsorde, naast de radicale herformulering van de opdracht van de geneeskunde die daarmee samenhangt, zijn geen private aangelegenheden, maar gaan de ganse gemeenschap aan. Een rechtsorde en een medisch korps zijn nu eenmaal gemeenschappelijke goederen.
Stellen dat de wet van 2002 toch niet tot een evolutie naar “dood op verzoek” geleid heeft, is veel te kort door de bocht. De toepassing van de wet van 2002, die levensbeëindiging door euthanasie onder bepaalde voorwaarden rechtvaardigt, is in volle evolutie: van euthanasie onder theoretisch strikte maar niet-controleerbare voorwaarden (vb: psychisch lijden) evolueren we steeds meer naar een praktijk van zelfgekozen (tijdstip van) dood onder heel wat minder strikte voorwaarden.
Ook Dr. Marc Cosyns stipt dit aan in een interview met Knack deze week. De vooraf te beantwoorden vraag is dus of de wet van 2002 wel geschikt is als kader voor euthanasie op minderjarigen zoals Minister Turtelboom ze beschrijft. Ik denk het niet. Ik denk dat de wet van 2002 best eerst grondig geëvalueerd wordt.
Ik moet een Minister van Justitie niet nader uitleggen dat een rechtssysteem een dynamiek heeft en evolueert onder invloed van fundamentele rechten, andere wetgeving of rechterlijke uitspraken. Een aantal van de waarborgen bij euthanasie op minderjarigen waarop Minister Turtelboom de aandacht vestigt, dreigen snel te zullen wegvallen. Hoe kan men, in het licht van het beginsel van non-discriminatie, volhouden dat een “oordeelsbekwame maar niet-ontvoogde minderjarige” (een nieuw en niet gedefinieerd rechtsbegrip) niet kan vragen om euthanasie bij psychisch lijden, terwijl een “ontvoogde minderjarige” van dezelfde leeftijd en in identieke omstandigheden dat wel kan. Het is maar één van de talrijke voorbeelden. En overleg tussen de omgeving verloopt niet steeds in optimale omstandigheden, zoals elke advocaat met een minimum aan ervaring in echtscheidingen weet.
Wat bij een meningsverschil tussen (al dan niet gescheiden) ouders ? En kan een ouder een akkoord weigeren om om het even welke redenen, ook levensbeschouwelijke ? Op zeer korte termijn zullen rechters over al deze mogelijke betwistingen moeten oordelen. Dit is gewoon geen doordacht en geen goed kader.
En ten slotte, wat te denken van volgende bepaling in het wetsontwerp:
“Het verzoek van de patiënt, alsook de instemming van de wettelijke vertegenwoordigers indien de patiënt minderjarig is, moeten op schrift zijn gesteld. Het document wordt opgesteld, gedateerd en getekend door de patiënt zelf.”
De minderjarige moet dus zelf het akkoord van zijn ouders acteren ? We weten beiden, mevrouw de Minister, dat zulks nonsens is. Zoals het ook nonsens is dat volgens het ontwerp het overlijden binnen afzienbare termijn het gevolg moet zijn van het aanhoudend en ondraaglijk fysiek lijden, en niet van de door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening.” Enzovoort. Enzovoort.
De vraag die mij bezighoudt is “Waarom blijven zoveel mensen de evidente grove gebreken van deze tekst ontkennen, weigeren zij de meest elementaire verbeteringen, en willen zij deze tekst parforce met de karwats door het parlement jagen?” Zou het door de hubris van de ideologie van de absolute zelfbeschikking komen ? Ik stel voor dat de burger ook hierover op 25 mei zijn zeg mag doen. Op enkele maanden komt het toch niet aan ? Het lijkt er echter op dat men dit oordeel kost wat kost wil vermijden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier