Ewald Pironet
‘Waarom moet de overheid de aankoop van een extra woning subsidiëren met belastinggeld?’
Het begrotingsconclaaf is nog maar net afgelopen of de gunstige fiscale regeling voor de tweede woning zorgt nu al voor splijtstof voor de volgende begroting. Het illustreert in welke mallotige situatie we zijn beland.
Het was de grootste verrassing van het voorbije begrotingsconclaaf: er wordt niet geraakt aan het fiscale voordeel als je leent voor een tweede, derde of zoveelste woning. Dat voordeel gaat terug tot in 2005. Toen werd de woonbonus ingevoerd, een belastingvermindering voor iedereen die een lening afsloot om een woning te kopen of te bouwen. In theorie moest de woonbonus het financieel makkelijker maken om een woning te verwerven, in de praktijk schoten de vastgoedprijzen de hoogte in. Het was Geert Noels (Econopolis) die waarschuwde voor de ‘perverse effecten’ van die ‘zeepbelfiscaliteit’: ‘Politici hebben de jonge generatie wijsgemaakt dat de huizen betaalbaarder zouden worden dankzij de woonbonus. Het tegendeel is gebeurd. Alleen verkopers, makelaars en verstrekkers van hypothecaire leningen zijn er beter van geworden.’ De woonbonus is een voorbeeld van de fiscale koterij, met bovendien een averechts effect.
Waarom moet de overheid de aankoop van een extra woning subsidiëren met belastinggeld?
In 2015, bij de zesde staatshervorming, werden de gewesten bevoegd voor het belastingvoordeel van de gezinswoning. Ander vastgoed dan de gezinswoning bleef een federale bevoegdheid. Dat is dan weer een voorbeeld van hoe onlogisch onze staatshervormingen werden uitgewerkt. Vlaanderen besliste in 2019 een einde te maken aan de woonbonus. In Brussel en Wallonië bleven er mechanismen bestaan om de aanschaf van een eigen woning fiscaal te bevoordelen. En federaal hield men vast aan de woonbonus voor het tweede, derde of zoveelste huis. Dat laatste viel, zeker in Vlaanderen, steeds moeilijker uit te leggen: waarom moet de overheid de aankoop van een extra woning subsidiëren met belastinggeld?
Vlaamse partijen zeggen vandaag al dat de gunstige fiscale regeling voor een extra woning op het volgende begrotingsconclaaf moet worden afgeschaft, maar MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez wil er niet van weten. Een gunstmaatregel afschaffen is bij ons altijd veel moeilijker dan een nieuwe lanceren. Bouchez bestempelt het als een gunstige regeling voor de middenklasse, die mee moet zorgen voor een bakstenen pensioentje: ‘Als je tot 5000 euro per maand verdient en een gezin hebt, ben je niet rijk. Als die mensen een beetje geld willen opzijzetten, waar moeten ze het dan zetten? De rente op spaarrekeningen is niet meer interessant en de beurs is gevaarlijk.’ En dus is vastgoed een alternatief, en dat mag fiscaal een zetje krijgen, aldus Bouchez.
Een gunstmaatregel afschaffen is bij ons altijd veel moeilijker dan een nieuwe lanceren.
Is het echt een voordeel voor de middenklasse, zoals Bouchez zegt? Ben je echt niet rijk als je 5000 euro verdient? Alles hangt af van de gezinssamenstelling en wat je onder ‘verdienen’ verstaat. Ben je alleenstaand en tel je al je inkomsten (loon, maar ook bijvoorbeeld beleggingsopbrengsten) bij elkaar op, dan behoor je met 5000 euro netto per maand tot de top 5-procent in België. Dan mag je rijk worden genoemd. Een koppel met twee kinderen met 5000 euro netto all-in zit op de grens van de top 30-procent rijksten en behoort dus eerder tot de hogere middenklasse. Om tot de top 10-procent rijksten te behoren, moet het totale netto-inkomen van een alleenstaande meer dan 3246 euro bedragen, voor een koppel met twee kinderen is dat 6800 euro.
Bouchez heeft gelijk dat vastgoed met de huidige lage rente een alternatieve belegging is – of het ook een goede investering is, dat is iets anders. Van alle vastgoed buiten de eigen woning zit iets meer dan 45 procent geconcentreerd bij de top 20-procent met de hoogste inkomens, dus het is zeker niet gelijk verdeeld. Gepensioneerden zijn daarbij oververtegenwoordigd, maar zij hebben wel een bovengemiddeld pensioen, zo blijkt uit een studie van Sarah Kuypers (UAntwerpen) en Wim Van Lancker (KU Leuven). Anders gezegd: het zijn niet de gepensioneerden met een klein pensioen die een tweede verblijf hebben.
De woonbonus maakt de aanschaf van vastgoed niet financieel aantrekkelijker en een extra woning kan een appeltje voor de dorst zijn, maar dan vooral voor de hogere middenklasse, de rijken en voor hen die al een mooi pensioen hebben. Niet toevallig het kiespubliek van de MR. Als Bouchez echt wil dat iedereen over een fatsoenlijk pensioen beschikt, kan hij beter ijveren voor een hervorming van onze pensioenen, die tot de laagste van Europa behoren. Dat dossier sleept al jaren aan en het is zeer de vraag of de regering-De Croo de pensioenhervorming tot een goed eind kan brengen. Dat ligt lang niet alleen aan Bouchez. Al decennialang slagen de opeenvolgende regeringen daar niet in.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier