Waarom in mediagenieke strafzaken steevast dezelfde strafpleiters opduiken
Sven Mary, Walter Van Steenbrugge, Hans Rieder, Jef Vermassen: in mediagenieke strafzaken duiken steevast dezelfde strafpleiters op. Ze schrikken niet terug voor een controversiële mening en spuien stevige oneliners voor de camera’s, vaak tot ergernis van confraters en magistraten. Naar aanleiding van ‘Operatie Schone Handen’ in het voetbal licht Knack de media-advocaten door.
De parallel tussen prostitutie, drugshandel en voetbal zijn de advocaten, die als kakkerlakken van tussen de stenen komen kruipen als de mannen van het grote en foute geld hen nodig hebben.’ Met dat citaat van sportjournalist Hans Vandeweghe opende Hugo Lamon, advocaat en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies, onlangs zijn wekelijkse column op Jubel, het digitale platform voor de juridische wereld. Hij uitte daarmee zijn ongenoegen over het gedrag van sommige collega’s tijdens het lopende gerechtelijk onderzoek naar zwart geld en matchfixing in het Belgische voetbal. Lamon is bijlange niet de enige advocaat of magistraat die zich ergert aan wat sommigen ‘het rondreizende circus van de strafpleiters’ noemen.
Supergladde advocaten zoals Jef Vermassen, Walter Van Steenbrugge, Sven Mary en Hans Rieder verleggen de deontologische grenzen met hun mediaoptredens en spectaculaire uitspraken.
Dat ‘circus’ bestaat uit een select groepje van een tiental advocaten die steevast opduiken bij spectaculaire strafzaken: van de ‘parachutemoord’ en de ‘kasteelmoord’ over de terreurdossiers rond Syriëstrijders tot het proces rond de Limburgse drugsclan Aquino. En nu dus ook bij de operatie ‘Schone Handen’ in het Belgische voetbal.
Waarom duiken altijd dezelfde advocaten op? Volgens sommigen om dezelfde reden waarom mensen als Rik Torfs of Jonathan Holslag om de haverklap in praatprogramma’s opduiken: ze zijn verbaal sterk, spuien mooie oneliners en schrikken niet terug voor een controversiële mening.
‘Een advocaat is zoals een dokter: je hebt hem het liefst zo weinig mogelijk nodig’, zegt VUB-professor en fiscaal advocaat Michel Maus. ‘Die ene advocaat die af en toe in de media komt, denken mensen vaak, zal wel een goede zijn. Als ze voldoende geld hebben, bellen ze die gewoon. Net zoals iemand met hartproblemen het liefst door dokter Pedro Brugada behandeld wordt.’
‘De meest efficiënte reclame is nog altijd tv-reclame’, bevestigt een oud-topmagistraat. ‘Het simpele feit dat die advocaten geregeld op tv komen, zorgt al voor een toestroom van klanten. Het is overigens ook geen geheim dat sommige advocaten reclame maken in de gevangenis. De mond-tot-mondreclame speelt een rol, maar ik ken er ook die hun visitekaartje vooraan in boeken van de gevangenisbibliotheek laten stoppen.’
‘Je hebt ernstige strafpleiters zoals Kris Luyckx, Walter Damen en Jan De Man‘, zegt de oud-topmagistraat. ‘Maar supergladde advocaten zoals Jef Vermassen, Walter Van Steenbrugge, Sven Mary en Hans Rieder verleggen de deontologische grenzen met hun mediaoptredens en spectaculaire uitspraken. Ze zijn gericht op sensatie en daarmee belemmeren ze de goede werking van het gerecht. Dat is in het voetbaldossier ook weer het geval.’
Wie beweert dat strafpleiters de publieke opinie beïnvloeden heeft medische zorg nodig en ridiculiseert de rol van rechters.
Knack vroeg aan vier zogenaamde media-advocaten om een reactive.
Sven Mary: Wie door hard werk succes oogst in zijn vak, zal top of mind zijn bij potentiële cliënten. Dat lokt vreemd genoeg afkeurende reacties en zelfs ridicule kritiek uit bij een aantal advocaten die niet tot die groep behoren, al zouden ze dat graag willen. In voetbaltermen: iedereen wil bij FC Barcelona spelen, helaas is dat niet iedereen gegeven.
Jef Vermassen: Neem nu de Bende van Nijvel. Ik ben daarin een soort vaderlandse biechtvader geworden. Veel mensen vertrouwen het gerecht niet. Ze sturen hun opmerkingen of getuigenissen naar mij door, maar willen vaak niet dat die bij justitie terechtkomen. Ik ben dan gebonden aan het beroepsgeheim en ben met die informatie weinig of niets. In dit dossier is het toch merkwaardig dat het Openbaar Ministerie weinig positieve informatie openbaar maakt. Het Openbaar Ministerie beweert dat Christiaan Bonkoffsky niet ‘de reus’ van de bende was, maar het zegt er wel niet bij waarom hij dat niet is. Waarom niet? Ik vind dat wie A zegt ook B moet zeggen, anders zorgt dat voor desinformatie.
Walter Van Steenbrugge: Strafzaken zijn vaak erg mediatiek. Dat leidt voor ons tot enige bekendheid, waardoor mensen sneller geneigd zijn om een beroep op ons te doen. Maar je moet het ook goed doen. Ik merk dat jonge advocaten via het pro-Deosysteem bij onze groep proberen te komen en met hun plakboek gaan leuren in de gevangenis. Velen zijn geroepen, maar weinigen zijn uitverkoren.
Hans Rieder: Wie beweert dat strafpleiters de publieke opinie beïnvloeden heeft medische zorg nodig en ridiculiseert de rol van rechters. De publieke opinie is geen rechter en als advocaat moet je alleen de rechter overtuigen. In de rechtszaal wordt het verschil gemaakt, niet in de krant.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier