Luc Van der Kelen

‘Waarom de Belgische federatie niet werkt’

Luc Van der Kelen Voormalig politiek commentator bij Het Laatste Nieuws, nu politiek raadgever bij B-Plus

Wat heeft de verandering, die zich sinds 1970 in België voltrekt, de burgers opgeleverd? Worden wij nu beter, efficiënter en goedkoper bestuurd in het (con)federale België dan vroeger tijdens het unionistische systeem?

Dit opiniestuk maakt deel uit van onze reeks ‘De Doordenkers van Knack.be’.

Eigenlijk is dit de essentiële vraag die we moeten beantwoorden. We hebben het federalisme immers niet ingevoerd voor ons ideologisch-nationalistisch plezier, maar om een einde te maken aan de communautaire oprispingen die het Belgisch systeem sinds halfweg de jaren zestig lieten vastlopen. Verscheidene generaties hebben het eenheidsbestuur omgevormd tot een federaal bestuur, omdat de conflicten de toekomst onmogelijk maakten.

Waarom de Belgische federatie niet werkt

Als we hier de vraag stellen naar de mate van efficiëntie van het federalisme, is het dus niet om terug te keren naar het verleden. Er leeft bij vrijwel niemand, zeker niet in de rangen van B Plus, het nostalgische verlangen naar het tricolore unionisme. Er is geen weg terug van het federale België. Dat is verworven en het komt in belangrijke mate tegemoet aan de vraag van de burgers om meer voor zichzelf te zorgen op basis van het principe van subsidiariteit. Bestuur moet verlopen via het niveau dat het dichtst staat bij de burgers en de grootste vorm van efficiëntie oplevert.

Dit gezegd zijnde zijn we nog lang niet waar we moeten zijn.

Elke week krijgen we daar wel een voorbeeld van, uit het leven gegrepen. Denk maar aan de nieuwe verdeling van de middelen onder de verschillende bestuursniveaus, op basis van de nieuwe Financieringswet, het sluitstuk van de Zesde Staatshervorming van de regering Di Rupo.

Een gênant spektakel was het. In de eerste rekening kregen de deelstaten 750 miljoen minder dan geraamd bij de opstelling van de begroting. Na protest volgde de correctie via een hertelling die het verschil terugbracht tot een goeie 150 miljoen en voor Vlaanderen zelfs tot nul. Moeten we er dan vanuit gaan dat de centen in België verdeeld worden naar de wens van de teller, richting federaal onder Di Rupo, naar de deelstaten onder N-VA-bestuur?

Er vallen nog andere voorbeelden op te sommen:

– het kluwen van de luchtvaartroutes boven Brabant en Brussel;

– de hoofdstedelijke gemeenschap Brussel die de samenwerking tussen Vlaams- en Waals-Brabant en Brussel moet coördineren, maar door de N-VA wordt geblokkeerd;

– het uitblijven van een nationaal klimaatplan omdat de deelstaten de grootste inspanning naar elkaar blijven toespelen. Dat kan ons finaal een Europese boete en blamage kosten. Het zou het beste bewijs zijn dat het federalisme zoals we dat kennen, niet werkt en dat finaal de N-VA gelijk heeft dat enkel confederalisme of separatisme zal helpen;

– nog gênanter is de hoog oplopende discussie over de bevoegdheid voor Buitenlandse Handel.

Ondanks de u0022copernicaanse revolutieu0022 blijft het federalisme à la belge de bric-à-brac die de grondwetgevers hebben gewild.

Ondanks de “copernicaanse revolutie” blijft het federalisme à la belge de bric-à-brac die de grondwetgevers hebben gewild. In elk bevoegdheidsdomein vallen er wel subdomeinen te ontdekken waar de bevoegdheid onduidelijk is. Het omstandige dossier over Brussel, dat B Plus opstelde, heeft enkele tientallen pagina’s nodig om de bevoegdheidsverdeling in en buiten Brussel alleen maar te beschrijven.

De oorzaak voor het gebrek aan coherentie en efficiëntie heeft rechtstreeks te maken met de wijze waarop de staatshervormingen zijn uitgevoerd. Bijna stuk voor stuk – met de zeer beperkte Lambermont-hervorming van premier Guy Verhofstadt als uitzondering – werden ze uitgevoerd, als gevolg van een uitslaande brand tussen de twee grote gemeenschappen van het land. Als Vlamingen en Franstaligen strijdend tegenover elkaar staan, is daar altijd een onzalig compromis het gevolg van geweest. Zo werd België in vijf, zes stapjes uit elkaar gehaald waarbij partijpolitieke belangen er altijd voor hebben gezorgd dat departementen uiteen werden gescheurd omdat in een of ander domein telkens weer een detail te bespeuren was met politieke, financiële of economische consequenties die een van de gemeenschappen of deelstaten niet wilde nemen.

De conclusie is in feite voor de hand liggend: door de ongeordende manier – we lossen de problemen op als ze zich stellen – waarop de hervormingen van de instellingen werden doorgevoerd, is er op geen enkel ogenblik een transparante bevoegdheidsverdeling tot stand gekomen. En daardoor werkt het Belgisch federalisme op zijn best krakkemikkig.

Wel zelfbestuur, maar geen efficiënt bestuur.

De leidende politici van de vorige generaties hebben verzuimd om in periodes van communautaire vrede te reflecteren over de finaliteit van het systeem. Telkens een stukje hervormen, groter of kleiner naargelang de hitte van het lopende communautair conflict, heeft een onwerkbaar systeem doen ontstaan, dat ons wel zelfbestuur heeft opgeleverd maar geen efficiënt bestuur.

Men vraagt zich soms af waarom het overheidsbeslag in ons land zo groot is. Welnu, men moet het antwoord niet ver zoeken: het is het directe gevolg van de complexiteit van het institutionele monster dat we hebben gecreëerd.

Het is tijd om een andere weg op te gaan.

Precies nu de lopende regering de staatshervorming in de koelkast heeft gestopt tot 2019, is er een gelegenheid om een transparant en ultiem nieuw België te laten bediscussiëren door een commissie van politieke en niet-politieke specialisten in het domein. Academici kunnen daarbij een vooraanstaande rol spelen, zoals Frank Vandenbroucke in de pensioencommissie.

In een tijd van communautaire vrede moeten de politici de volgende staatshervorming voorbereiden

De gelegenheid is er want communautaire rust tot 2019 zonder parlementsverkiezingen.

Het kader is er want de Senaat is blijven bestaan, precies als plaats voor reflectie, onder meer over de instellingen.

En de aanleiding is er: de voortdurende kleine en grote discussies over de bevoegdheden die een efficiënt bestuur bemoeilijken. Alle partijen, ook die van de oppositie, kunnen eraan deelnemen.

In een tijd van communautaire vrede moeten de politici de volgende staatshervorming voorbereiden, één die vertrekt van een transparante en logisch georganiseerde federale staat, waarin alle gemeenschappen èn de federatie naar waarde worden geschat.

Laten we ons immers geen illusies maken: de vrede tussen de Belgen is niet voor eeuwig gegarandeerd. Er zullen nieuwe symbooldiscussies komen. Beter tegen dan te beschikken over een voorbereid politiek kader dan met de rug tegen de muur de zevende staatshervorming te moeten onderhandelen.

Het zou anders wel eens de scheiding van tafel en bed kunnen worden.

Partner Content